3.1.De vrouw vordert na vermindering van haar eis (door haar vorderingen onder 6, 7, 8, 12, 16 en 19 niet langer te handhaven) veroordeling van de man tot betaling van:
1. ter zake van aflossingen van de hypotheekschuld;
2a. € 1.037,45 ter zake van kosten vervanging kozijn;
2b. € 295,05 ter zake van kosten reparatie dak;
2c. € 158,43 ter zake van kosten onderhoud cv-installatie;
2d. € 608,59, € 327,40 en € 163,70 ter zake van kosten verzekering van de woning over 2013, de eerste helft van 2014 respectievelijk nog te betalen verzekeringspremies vanaf het derde kwartaal van 2013 (de rechtbank leest hier: 2014) totdat de woning is verkocht;
2e. € 394,38 ter zake kosten WOZ per 2013;
2f. € 8.326,56 ter zake van hypotheekrentebetalingen;
2g. € 5.5.00,00 ter zake van teruggaaf inkomstenbelasting;
3. € 38.527,23 ter zake van diverse kosten voor de verbouwing;
4. € 3.800,12 ter zake van kosten verbouwing;
5. € 12.497,70 ter zake van kosten verbouwing;
9. € 23.908,03, voorwaardelijk gevorderd voor het geval de vorderingen onder (3), (4) en (5) tot een lager bedrag dan € 23.908,03 worden toegewezen;
10. € 661,71 ter zake van telefoonkosten;
11. € 300,00 ter zake van kosten therapie voor de minderjarige kinderen van partijen;
13. de redelijkerwijs noodzakelijke kosten verbonden aan de verkoop van de woning, waarbij de man deze kosten op eerste vordering van de vrouw aan haar zal voldoen, bij gebreke waarvan de man een dwangsom aan de vrouw zal verbeuren ter hoogte van de door de vrouw aan te geven en te onderbouwen kosten, dit alles onder bepaling dat de man de vrouw schriftelijk zal informeren alwaar hij bereikbaar is en blijft, dit op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat de man daaraan niet voldoet, ingaande twee weken na betekening van dit vonnis;
14. de hypotheekrentetermijnen van € 667,19 per maand aan de vrouw of aan de Direktbank, met de bepaling dat de man dit bij de eerste betaling zal berichten aan de vrouw, dit alles onder de bepaling dat de man zal verbeuren een dwangsom groot € 667,19 per maand aan de vrouw, voor elke termijn betaling welke niet wordt voldaan vanaf januari 2015, dan wel een door de rechtbank te bepalen datum;
15. de eigenaarslasten van de woning, onder de bepaling dat de man zal verstrekken aan de vrouw informatie alwaar zij de man bedoelde facturen kan doen toekomen, bij gebreke van betaling en/of het verstrekken van de benodigde informatie de man een dwangsom verbeurt ter hoogte van de verschuldigde bedragen aan de vrouw, te rekenen vanaf de datum van betekening van de dagvaarding althans een door de rechtbank te bepalen datum;
17. € 874,48 ter zake van betekeningskosten;
18. de beslagkosten van € 1.068,29 + PM;
20. de proceskosten;
daarbij de man ten aanzien van de vorderingen onder 1 tot en met 8, 10, 11, 17 en 18 telkens te veroordelen tot betaling binnen een maand na de betekening van dit vonnis.