ECLI:NL:RBMNE:2015:7889

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 november 2015
Publicatiedatum
6 november 2015
Zaaknummer
C/16/401939 / HA RK 15-240
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van vereffenaars van onbeheerde nalatenschap

Op 6 november 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Familierecht, een beschikking gegeven in de zaak van ABN AMRO HYPOTHEKEN GROEP B.V. betreffende de nalatenschap van een overleden persoon, aangeduid als erflater. Het verzoek tot benoeming van twee vereffenaars werd ingediend op 20 oktober 2015, met als doel de nalatenschap te vereffenen, aangezien erflater geen erfgenamen had die de nalatenschap wilden aanvaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat erflater ten tijde van zijn overlijden eigenaar was van een woning die belast was met een hypotheek ten behoeve van de verzoeker. De verzoeker, ABN AMRO HYPOTHEKEN GROEP B.V., heeft een vordering van € 480.054,76, waarvan een deel een achterstand in betalingen betreft.

De rechtbank overwoog dat, omdat de nalatenschap niet beneficiair was aanvaard en de erfgenamen onbekend waren, er een gevaar bestond dat de verzoeker niet tijdig zou worden voldaan. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek tot benoeming van vereffenaars toe te wijzen zonder mondelinge behandeling, aangezien de erfgenamen niet bekend waren en verzoeker geen behoefte had aan een zitting.

Twee advocaten, mr. [C] en mr. [D], zijn bereid verklaard om als vereffenaars op te treden. De rechtbank heeft hen benoemd en bepaald dat zij hun benoeming moeten bekendmaken in de Staatscourant en in het AD Utrechts Nieuwsblad. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/16/402421 / HA RK 15/245
Beschikking van 6 november 2015
in de zaak van
ABN AMRO HYPOTHEKEN GROEP B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
verder te noemen verzoeker,
advocaat mr. L.C.A. van Bokhoven.
Het verzoek heeft betrekking op de nalatenschap van:
[A], geboren te [geboorteplaats] op [1960] , overleden te [woonplaats] op [2015] , laatst gewoond hebbende te [woonplaats] , verder te noemen erflater.

1.De procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van het op 20 oktober 2015 ingekomen verzoekschrift, dat strekt tot benoeming van twee vereffenaars van de nalatenschap van erflater op grond van artikel 4:204 Burgerlijk Wetboek (verder: BW).
Verzoeker heeft de rechtbank verzocht het verzoek zonder mondelinge behandeling af te doen. Daarom zal de rechtbank zonder mondelinge behandeling een beslissing geven.

2.Feiten

Erflater was ten tijde van zijn overlijden enig eigenaar van de woning aan de [adres] in [woonplaats] . Deze woning is belast met een hypotheek ten behoeve van verzoeker, hetgeen blijkt uit een hypotheekakte, verleden op 19 april 2007. Voor de hypothecaire geldlening was erflater ten tijde van zijn overlijden aansprakelijk.
Volgens opgave van het Centraal Testamentenregister zijn geen akten op naam van erflater bekend.
Erflater was ten tijde van zijn overlijden ongehuwd en niet als partner geregistreerd. Hij heeft twee kinderen achtergelaten, die de nalatenschap beiden hebben verworpen. Verder hebben de ouders en broer van erflater de nalatenschap verworpen. Uit het boedelregister blijkt dat ook [B] de nalatenschap heeft verworpen.
Het is verzoeker niet bekend wie nu erfgenamen zijn van erflater.

3.Beoordeling van het verzoek

3.1.
Op grond van artikel 4:204 lid 1 sub b BW kan, als de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard, de rechtbank een vereffenaar benoemen op verzoek van een schuldeiser van de nalatenschap wanneer voor hem het gevaar bestaat dat hij niet ten volle of niet binnen een redelijke tijd zal worden voldaan, omdat de nalatenschap niet toereikend is of niet behoorlijk beheerd en afgewikkeld wordt.
3.2.
De rechtbank overweegt dat de nalatenschap niet beneficiair is aanvaard en dat verzoeker schuldeiser van de nalatenschap is. Volgens verzoeker beloopt de vordering van verzoeker € 480.054,76 per 13 oktober 2015, waarvan onderdeel is een achterstand per die datum van € 12.341,74.
De woning aan de [adres] in [woonplaats] heeft volgens een door verzoeker overgelegde kopie van een verkoopbrochure in 2011 te koop gestaan voor een vraagprijs van € 495.000,-.
Omdat niet bekend is aan wie de nalatenschap toekomt, de nalatenschap nu niet wordt beheerd en de achterstand in de betalingen aan verzoeker steeds verder oploopt, is de rechtbank van oordeel dat het gevaar bestaat dat verzoeker niet ten volle of niet binnen redelijke tijd zal worden voldaan. De rechtbank zal daarom het verzoek een vereffenaar te benoemen toewijzen.
3.3.
Artikel 4:206 lid 1 BW bepaalt dat de rechtbank niet beslist op het verzoek tot benoeming van een vereffenaar dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de verzoeker, alsmede voor zover zij bestaan en bekend zijn, van de erfgenamen, de boedelnotaris en de executeur. Verzoeker heeft te kennen gegeven geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling en de erfgenamen zijn niet bekend. Verder is geen sprake van een boedelnotaris en executeur. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het verzoek toewijzen zonder een zitting te bepalen.
3.4.
Uit de toegestuurde bereidverklaring blijkt dat mr. [C] en mr. [D] , beiden kantoorhoudende te [postcode] [vestigingsplaats] aan de [adres] , correspondentieadres: Postbus [postbusnummer] , [postcode] [vestigingsplaats] , bereid zijn om tot vereffenaars te worden benoemd. Van bezwaren tegen de benoeming van de voorgestelde vereffenaars is niet gebleken. Derhalve zal de rechtbank mr. [C] en mr. [D] tot vereffenaars benoemen.
Op grond van artikel 4:206 lid 2 BW kan ieder van hen alle werkzaamheden alleen verrichten.
3.5.
Verzoeker vraagt de rechtbank de vereffenaars uit oogpunt van kostenbesparing te ontheffen van de publicatieverplichtingen in een nieuwsblad, hen op te dragen de benoeming bekend te maken in de elektronische versie van de Staatscourant en te bepalen dat deze beschikking uitsluitend via rechtspraak.nl wordt gepubliceerd.
Artikel 4:206 lid 6 BW bepaalt dat de griffier de benoeming van een vereffenaar onverwijld in het boedelregister doet inschrijven en dat de vereffenaar dit bekend maakt in de Staatscourant en in een of meer bij de benoeming voorgeschreven nieuwsbladen. De rechtbank overweegt dat dit artikellid dwingend voorschrijft op welke wijze de benoeming van een vereffenaar bekend gemaakt dient te worden en ziet daarin geen ruimte om anders te bepalen. Derhalve zal de rechtbank de griffier opdragen de benoeming van de vereffenaars onverwijld in het boedelregister in te schrijven en de vereffenaars opdragen hun benoeming bekend te maken in de Staatscourant en in het AD Utrechts Nieuwsblad, hetgeen overigens conform de Aanbeveling van het LOVCK over de publicatie van beschikkingen met betrekking tot de benoeming van een vereffenaar van 1 juni 2015 is. Uit deze Aanbeveling blijkt ook dat digitale publicatie in de Staatscourant kan worden begrepen onder ‘publicatie in de Staatscourant’.

4.Beslissing

De rechtbank
benoemt tot vereffenaars in de nalatenschap van erflater:
mr. [C] en mr. [D], beiden kantoorhoudende te [postcode] [vestigingsplaats] aan de [adres] , correspondentieadres: Postbus [postbusnummer] , [postcode] [vestigingsplaats] , die op grond van de wet alle werkzaamheden alleen kunnen verrichten;
bepaalt dat de vereffenaars hun benoeming onverwijld bekend dienen te maken in de (digitale) Staatscourant en in het AD Utrechts Nieuwsblad;
draagt de griffier van deze rechtbank op deze benoeming onverwijld in het boedelregister in te schrijven;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijs het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, rechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 6 november 2015.