In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 november 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker], de verzoekende partij, en NS Groep N.V., de verwerende partij. [verzoeker], die sinds 1 oktober 2010 in dienst was van NS Groep als directievoorzitter van [A] BV, verzocht om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst op basis van gewichtige redenen, die voortvloeiden uit een verandering in de omstandigheden. De aanleiding voor het verzoek was een onderzoek naar onregelmatigheden bij de bieding van [B] op de OV-concessie Limburg 2016-2031, waarbij [verzoeker] betrokken was.
De kantonrechter heeft de behandeling van het verzoek aangehouden en verzocht om het definitieve onderzoeksrapport van [C] N.V. in het geding te brengen, voorzien van een schriftelijke toelichting van [verzoeker]. NS Groep kreeg de gelegenheid om hierop schriftelijk te reageren binnen 14 dagen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen geschil is over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de datum van ontbinding en de hoogte van de te betalen vergoeding.
De kantonrechter heeft benadrukt dat de ontwikkelingen na het uitkomen van Rapport I van belang zijn voor de beoordeling van de zaak. De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak aangehouden tot 18 december 2015, in afwachting van het definitieve rapport van [C]. De beslissing om de zaak aan te houden is genomen met inachtneming van het feit dat partijen enige maanden hebben stilgelegen in afwachting van het rapport en dat er geen feiten zijn aangedragen die een snelle beslissing vereisen.
De kantonrechter heeft de partijen verzocht om zich vóór 18 december 2015 uit te laten over het verdere verloop van de procedure, mocht het definitieve rapport niet tijdig beschikbaar zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. P. Dondorp, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.