ECLI:NL:RBMNE:2015:8341

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 september 2015
Publicatiedatum
25 november 2015
Zaaknummer
3355161 ME VERZ 14-180
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vernietiging van besluiten van de vereniging van eigenaars op grond van strijdigheid met de akte van splitsing en redelijkheid en billijkheid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 september 2015 een beschikking gegeven op een verzoek ex artikel 5:130 BW. Het verzoek is ingediend door [verzoeker], die als rechthebbende van een appartementsrecht betrokken is bij een geschil met de vereniging van eigenaars (De VvE). De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoeker] op 21 augustus 2014, waarin hij verzocht om vernietiging van besluiten die door De VvE waren genomen op 23 juli 2014, alsmede een besluit tot het vervangen van de houten bekleding van dakkapellen en goten. [verzoeker] stelde dat deze besluiten in strijd waren met de akte van splitsing en het reglement van ondersplitsing, en dat er niet was gehandeld conform de redelijkheid en billijkheid zoals bedoeld in artikel 2:8 BW.

Tijdens de mondelinge behandeling op 17 december 2014 en de voortzetting op 8 juli 2015, zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De VvE voerde verweer en stelde dat de besluiten rechtmatig waren genomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de oproeping van de andere stemgerechtigden niet correct was uitgevoerd, wat betekent dat niet alle betrokkenen de kans hebben gekregen om hun zienswijze te geven. Dit was in strijd met artikel 5:130 lid 3 BW, dat vereist dat alle stemgerechtigden worden opgeroepen om gehoord te worden.

De kantonrechter heeft besloten dat er een nieuwe mondelinge behandeling moet plaatsvinden, waarbij de griffier de verzoeker en alle stemgerechtigden moet oproepen. De beslissing houdt in dat de procedure wordt voortgezet en dat de verzoeker de gelegenheid krijgt om een geactualiseerde lijst van stemgerechtigden aan te leveren. De kantonrechter heeft verder aangegeven dat de VvE niet heeft aangetoond dat de oproepingsprocedure correct is gevolgd, wat de rechtsgeldigheid van de genomen besluiten in twijfel trekt. De zaak blijft dus open voor verdere behandeling en beoordeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
zaaknummer: 3355161 ME VERZ 14-180
datum: 1 september 2015
Beschikking op een verzoek ex artikel 5:130 BW
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
verder [verzoeker] te noemen,
gemachtigde: C.W.G. Janssen,
tegen
de vereniging van eigenaars
VERENIGING VAN EIGENAARS [verweerder] ),
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verwerende partij,
verder De VvE te noemen,
gemachtigde: mr. J. Salomons.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van:
- een verzoekschrift ex artikel 5:130 BW van [verzoeker] van 21 augustus 2014,
- een brief van 8 september 2014 van de griffier van de afdeling civiel recht, kantonzaken, aan De VvE waarbij het voormelde verzoekschrift is toegezonden, met het verzoek tot opgave van verhinderdata voor een mondelinge behandeling,
- een brief van 3 november 2014 van de griffier van de afdeling civiel recht, kantonzaken, aan de gemachtigden van partijen,
- een verweerschrift van De VvE, ingekomen ter griffie op 10 december 2014,
- een brief van de gemachtigde van De VvE aan de griffier van 11 december
2014,
- een proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 17 december 2014,
- een beslissing van de wrakingskamer van deze rechtbank van 6 februari 2015,
waarbij het verzoek van [verzoeker] tot wraking van de kantonrechter is afgewezen,
- een brief van 21 april 2015 van de griffier van de afdeling civiel recht, kantonzaken, aan de gemachtigden van partijen met het verzoek tot het opgeven van verhinderdata voor de voortzetting van de op 17 december 2014 geschorste mondelinge behandeling,
- een brief van 7 juli 2015 van de gemachtigde van [verzoeker] aan de griffier,
- een door de gemachtigde van [verzoeker] bij gelegenheid van de voortzetting van de
mondelinge behandeling op 8 juli 2015 voorgedragen pleitnota,
- de aantekeningen van de griffier van de voortzetting van de mondelinge behandeling op 8 juli 2015.
1.2.. Bij de mondelinge behandeling op 17 december 2014 zijn [verzoeker] en De VvE, vertegenwoordigd door [A] en bijgestaan door mr. J.A. Liewes, verschenen. Bij de voortzetting van de mondelinge behandeling op 8 juli 2015 zijn [verzoeker] , bijgestaan door C.W.G. Janssen, en De VvE, vertegenwoordigd door [B] en bijgestaan door mr. J. Salomons, verschenen.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is rechthebbende van het appartementsrecht, [adres] te [woonplaats] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] sectie [sectie] nummer [nummer] . Het appartementsrecht maakt deel van het gebouw dat bij akte van ondersplitsing van 22 september 1982 is gesplitst in appartementsrechten en bij welke akte De VvE is opgericht.
2.2.
Het reglement van splitsing dat is opgenomen in de akte van ondersplitsing bepaalt, voor zover hier van belang:
“(…) artikel 17.
Tot de schulden en kosten als bedoeld in artikel 875 f, eerst e lid onder a van het Burgerlijk Wetboek worden gerekend:
(a)……
b. die welke verband houden met noodzakelijke herstellingswerkzaamheden en vernieuwingen van de gemeenschappelijke gedeelten van de gemeenschappelijke zaken, voorzover die ingevolge het reglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 875 o van het Burgerlijk Wetboek niet ten laste komen van bepaalde eigenaars;
(…)
Artikel 37.
(……)
5. Besluiten tot het doen van niet begrote-uitgaven, worden door de vergadering genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, met dien verstande dat besluiten tot het doen van niet-begrote uitgaven die 10 procent van de totale begroting van dat jaar te boven gaan slechts kunnen worden genomen met een meerderheid van tenminste drie/vierde van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin een aantal eigenaars tegenwoordig of vertegenwoordigd is, dat tenminste twee/derde van het totaal aantal stemmen kan uitbrengen.
In een vergadering, waarin minder dan twee/derde van het in de vorige zin bedoelde maximum aantal stemmen kan worden uitgebracht, kan geen geldig besluit worden genomen.
(……)
2.3.
Bij besluit van 31 oktober 2011 heeft de vergadering van eigenaars van De VvE (hierna: De Vergadering) “de taakomschrijving van de bestuurder” vastgesteld. Daarin staat onder meer:
“……
De in het reservefonds gereserveerde gelden met bestemming voor groot onderhoud op termijn mogen niet voor incidenteel onderhoud gebruikt worden. Dit geldt ook voor het bedrag van de in de exploitatiebegroting opgenomen post ter aanvulling hiervan.
(……)
Voor groot onderhoud worden 3 offertes aangevraagd.
(Dit betreft veelal onderhoud waarvoor gespaard is in het reservefonds).
……”
2.4
Bij besluit van 23 juli 2014 heeft De Vergadering 3 besluiten genomen, te weten:
een besluit tot het vervangen van de houten balkonbalken
een besluit tot het vervangen en repareren van de bestaande dilataties en het plaatsen vaan nieuwe dilataties
een besluit om zich aan te sluiten bij VvE Belang.
2.5
In de nieuwsbrief van VvE van 21 juli 2014 heeft een bestuurder van De VvE, mevrouw [A] , laten weten dat de houten bekleding van dakkapellen en goten is vervangen voor het totale bedrag van € 5.980,00.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoeker] heeft (na aanpassing van zijn verzoek bij gelegenheid van de voortzetting van de mondelinge behandeling op 8 juli 2015) verzocht de besluiten, zoals hiervoor vermeld onder 2.4 alsmede het besluit tot het vervangen van de houten bekleding van dakkapellen en goten te vernietigen dan wel nietig te verklaren op grond van strijdigheid met de akte van splitsing en het reglement van ondersplitsing dan wel op de grond dat in strijd met de redelijkheid en billijkheid (2:8 BW) is gehandeld. Voorwaardelijk, namelijk slechts in het geval dit in een procedure als de onderhavige rechtens mogelijk is, heeft hij verzocht om een verklaring voor recht dat het bestuur van De VvE dan wel De VvE heeft gehandeld in strijd met artikel 2:8 BW. Tenslotte heeft [verzoeker] om de veroordeling van De VvE in de proceskosten verzocht.
3.2.
Ter onderbouwing van zijn verzoek heeft [verzoeker] , summier samengevat en voor zover de kantonrechter dit begrijpt, het volgende aangevoerd.
a. a)
tegen het besluit met betrekking tot het vervangen van de houten balkonbalken: het gaat niet om noodzakelijke werkzaamheden, zoals vereist door artikel 17 van het reglement van ondersplitsing. Geen redelijk handelend bestuurder van een vereniging van eigenaars laat balkonbalken aanpassen als dat niet noodzakelijk is. Ook is gehandeld in strijd met de redelijkheid en billijkheid, mede omdat slechts één offerte is uitgebracht. Tevens is gehandeld in strijd met “de taakomschrijving van de bestuurder” dat voorschrift dat er drie offertes uitgebracht moeten worden. Het vervangen van de houten balkonbalken betreft verder een niet-begrote uitgave van € 6.325,00. Het besluit had, gelet op artikel 37-5 van het reglement van ondersplitsing en nu het totale bedrag van de voor 2014 begrote uitgaven € 44.920,00 bedroeg, dan ook genomen moeten worden in een vergadering, waarin tenminste 2/3 van totaal aantal stemgerechtigden (32) aanwezig of vertegenwoordigd was. Er hadden dus 22 stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd moeten zijn op 23 juli 2014. Er waren toen slechts 21 stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd.
b)
tegen het besluit tot het vervangen en repareren van de bestaande dilataties en het plaatsen van nieuwe dilataties: er is gehandeld in strijd met de redelijkheid en billijkheid, omdat slechts één offerte is uitgebracht. Tevens is gehandeld in strijd met “de taakomschrijving van de bestuurder” dat voorschrijft dat er drie offertes uitgebracht moeten worden. De werkzaamheden met betrekking tot de dilataties betreffen verder een niet-begrote uitgave ten belope van € 4.839,00 (exclusief btw). Het besluit had, gelet op artikel 37-5 van het reglement van ondersplitsing en nu het totale bedrag van de voor 2014 begrote uitgaven € 44.920,00 bedroeg, dan ook genomen moeten worden in een vergadering, waarin tenminste 2/3 van totaal aantal stemgerechtigden (32) aanwezig of vertegenwoordigd was. Er hadden volgens hem dus 22 stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd moeten zijn op 23 juli 2014. Er waren toen echter slechts 21 stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd.
c)
tegen het besluit met betrekking tot aansluiting bij VvE Belang:
de door De VvE gestelde noodzaak, te weten het verkrijgen van juridisch advies voor VvE aangelegenheden, is er niet. De VvE heeft al een rechtsbijstandverzekeraar, die kosteloos advies geeft, óók als er geen geschil of zaak is. Ook is er een overeenkomst met de beheerder VveCommitment op grond waarvan De VvE daar eveneens terecht kan voor kosteloos juridisch advies. Nu de kosten van de aansluiting verder € 295,00 per jaar bedragen, is het besluit genomen in strijd met het wettelijk vereiste van redelijkheid en billijkheid.
[verzoeker] heeft tenslotte aangevoerd dat aan het vervangen van de houten bekleding van dakkapellen en goten een besluit ten grondslag ligt waarvan hij geen kennis droeg. Dit besluit, niet genomen door De Vergadering, maar door de bestuurder [A] , is in strijd met het reglement van ondersplitsing. Er zijn geen drie offertes hiertoe voorgelegd aan de Vergadering, zoals “de taakomschrijving van de bestuurder” voorschrift en er is gehandeld in strijd met redelijkheid en billijkheid. Evenmin is het besluit niet rechtsgeldig genomen, gelet op het bepaalde in artikel 37-5 van het reglement van ondersplitsing.
3.3.De VvE heeft als verweer het navolgende, summier samengevat, aangevoerd.
a. a)
voor wat betreft het besluit met betrekking tot het vervangen van de houten balkonbalken: ERVAS heeft terzake op 25 maart 2014 een rapport uitgebracht. Een van haar adviezen is om de balkonbalken aan te passen. Dit advies is opgevolgd door De VvE. De noodzakelijkheid van de werkzaamheden staat hiermee vast. Er bestaat geen verplichting om tenminste drie offertes voor te leggen aan De Vergadering. Dit is geen wettelijke verplichting. Ook redelijkheid en billijkheid schrijven dit niet voor. Het is aan De Vergadering of zij genoegen neemt met een offerte. Het gaat erom dat alle belangen bij de besluitvorming in de vergadering van eigenaars worden betrokken. De Vergadering heeft met gewone meerderheid van stemmen kunnen besluiten om de betreffende werkzaamheden uit te laten voeren. Alleen besluiten terzake van niet-begrote uitgaven die 10% van de totale begroting te boven gaan, kennen volgens artikel 37 lid 5 van het reglement van ondersplitsing een versterkte meerderheid. De totale begroting is echter niet met een dergelijk bedrag overschreden. Vernietiging van het besluit is dan ook niet aan de orde.
b)
voor wat betreft het besluit tot het vervangen en repareren van de bestaande dilataties en het plaatsen van nieuwe dilataties: ook hier wordt verwezen naar het rapport van ERVAS. De dilataties zijn nodig om de scheurvorming op te vangen. De noodzakelijkheid van de werkzaamheden staat hiermee vast. Er bestaat geen verplichting om tenminste drie offertes voor te leggen aan De Vergadering. Dit is geen wettelijke verplichting. Ook redelijkheid en billijkheid schrijven dit niet voor. Het is aan De Vergadering of zij genoegen neemt met een offerte. Het gaat erom dat alle belangen bij de besluitvorming in de vergadering van eigenaars worden betrokken. De Vergadering heeft met gewone meerderheid van stemmen kunnen besluiten om de betreffende werkzaamheden uit te laten voeren. Alleen besluiten terzake van niet-begrote uitgaven die 10% van de totale begroting te boven gaan, kennen volgens artikel 37 lid 5 van het reglement van ondersplitsing een versterkte meerderheid. De totale begroting is echter niet met een dergelijk bedrag overschreden. Vernietiging van het besluit is dan ook niet aan de orde.
c)
voor wat betreft het besluit met betrekking tot aansluiting bij VvE Belang:
de rechtsbijstandverzekeraar dekt alleen de kosten van advisering als er een geschil is. Er wordt dus niet in alle gevallen kosteloos advies gegeven. Juist voor die gevallen is voor aansluiting bij VvE Belang gekozen. In het contract met de beheerder is ook niet voorzien in kosteloos juridisch advies. Van strijd met de redelijkheid en billijkheid is geen sprake.
Voor wat betreft het herstel van de dakkapellen is de mededeling in de nieuwsbrief geen besluit. De werkzaamheden aan de dakkapellen waren voorzien in de schilderwerkzaamheden, waartoe besloten is door De Vergadering op 9 april 2014. De verrichting daarvan was noodzakelijk. Voor het nemen van het betreffende besluit was geen versterkte meerderheid nodig. Vernietiging van het besluit is dan ook niet aan de orde, aldus De VvE.

4.De beoordeling

4.1.
[verzoeker] heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van 17 december 2014 betoogd dat de andere stemgerechtigden binnen De VvE in strijd met het bepaalde in artikel 5:130 lid 3 BW niet door de griffier bij name zijn opgeroepen om op zijn verzoek te worden gehoord. De behandeling moet volgens hem worden aangehouden om de andere stemgerechtigden alsnog op die wijze op te roepen. Ter toelichting heeft [verzoeker] , kort gezegd, aangevoerd dat bij verzoeken tot vernietiging van besluiten van organen van de vereniging van eigenaars de oproepingswijze van artikel 5:130 lid BW verplicht is en dat dan niet volstaan kan worden met de wijze van oproeping van artikel 5:134 lid 2 BW. Daadwerkelijke ontvangst van de oproeping van alle stemgerechtigden kan slechts worden gegarandeerd door oproeping door de griffier zonder tussenkomst van De VvE. Volgens [verzoeker] is verder niet voldaan aan artikel 279 Rv., waarin is opgenomen dat aan de belanghebbenden een afschrift van het verzoekschrift wordt toegestuurd dan wel beknopt wordt aangegeven in de oproepingsbrief waar het verzoekschrift op ziet.
4.2.
De VvE heeft aangevoerd dat een oproeping via artikel 5:134 lid 2 Rv. mogelijk is. Zij heeft conform de betreffende mededeling van de griffier in de brief van 3 november 2014 voldaan aan haar verplichting om alle appartementseigenaren op de hoogte te stellen van de inhoud van die brief.
4.3.
De kantonrechter heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van 17 december 2014 te kennen gegeven dat hij omtrent het voormelde betoog van [verzoeker] , voor zover daarover nog beslist zou moeten worden na afloop van de mondelinge behandeling, pas een oordeel zal geven in de uiteindelijke beschikking, hetgeen reden voor [verzoeker] was om de kantonrechter te wraken. Vervolgens is die mondelinge behandeling geschorst en op 8 juli 2015 voortgezet. [verzoeker] heeft bij gelegenheid van die voortzetting aangevoerd bij zijn onder 4.1. omschreven betoog te blijven. De kantonrechter oordeelt daaromtrent thans als volgt.
4.4.
Uitgangspunt is dat de kantonrechter, bij verzoeken als de onderhavige, op grond van het bepaalde in artikel 5:130 lid 3 BW de verzoeker, de vereniging van eigenaars (vertegenwoordigd door het bestuur) en alle stemgerechtigde leden van de vereniging van eigenaars dient op te roepen teneinde op het verzoek te worden gehoord. Die oproeping strekt er toe om een partij tegen wie het verzoek zich richt en de daarbij betrokken belanghebbenden de gelegenheid te bieden om verweer te voeren onderscheidenlijk bij de behandeling van het verzoek aanwezig te zijn en dan desgewenst vanuit hun eigen positie en belangen verweer te voeren of anderszins opmerkingen te maken. Op deze oproeping zijn de art. 271 Rv e.v. van toepassing. Dit komt er kort gezegd op neer dat de griffier van de betrokken instantie oproepingen, mededelingen en zendingen aan de betrokkenen toezendt bij gewone of aangetekende post, tenzij de rechter anders bepaalt. De oproepingen dienen op grond van art. 279 Rv. vergezeld te gaan van een afschrift van het verzoekschrift, tenzij de rechter anders bepaalt; in die gevallen bevat de oproeping een korte omschrijving van het verzoek. Het is aan de verzoeker om bij het verzoekschrift (of na daartoe door de griffier gevraagd) de adressen en namen van de stemgerechtigden aan de griffier te verstrekken. Het is voor een individuele verzoeker echter niet altijd eenvoudig om deze te achterhalen. Daarin voorziet om die reden art. 54 lid 3 modelreglement 2006 in een regeling tot verstrekking van namen en adresgegevens door het bestuur van de VvE:
“In alle gevallen waarin een eigenaar voor de oproeping van de overige eigenaars en overige stemgerechtigden in een juridische procedure de namen en adressen van de overige eigenaars en stemgerechtigden verzoekt, worden hem deze door het bestuur kosteloos en onverwijld ter beschikking gesteld.”
Voor het geval het modelreglement in het onderhavig geval geen toepassing zou vinden dan moet worden aangenomen dat de VvE verplicht is op eerste verzoek die gegevens aan te leveren.
4.5.
In onderhavige zaak staat vast dat de griffier bij brief van 8 september 2015 (onder bijvoeging van het betreffende verzoekschrift) aan deVvE kond heeft gedaan van het door [verzoeker] ingediende verzoekschrift. Vervolgens heeft de griffier, nadat de datum voor een mondelinge behandeling was bepaald, bij brief van 3 november 2014 een oproep voor de mondelinge behandeling van 17 december 2014 toegezonden aan de gemachtigden van partijen. In die brief van 3 november 2014 aan de gemachtigde van De VvE heeft de griffier tevens medegedeeld dat dat ingevolge artikel 5:134 BW de bestuurder van de VvE de appartementseigenaars c.q. alle stemgerechtigden in kennis dient te stellen van de inhoud van die brief. Verder heeft de griffier (na schorsing van de op 17 december 2014 aangevangen mondelinge behandeling) bij brief van 21 april 2015 aan hun respectieve gemachtigden partijen opgeroepen voor een voortzetting van de mondelinge behandeling op 8 juli 2015. In de oproepingsbrief aan de gemachtigde van De VvE is tevens opgenomen dat ingevolge artikel 5:134 BW de bestuurder van de VvE de appartementseigenaars c.q. alle stemgerechtigden in kennis dient te stellen van de inhoud van die brief.
De VvE heeft in haar schrijven van 11 december 2014 aan de kantonrechter laten weten dat zij de inhoud van de oproepingsbrief van 3 november 2014 aan alle appartementseigenaren bekend heeft gemaakt. Dat heeft [verzoeker] echter betwist en heeft De VvE, van wie dat verwacht zou hebben mogen worden, niet nader onderbouwd. Zij heeft niet gesteld hoe zij de inhoud van die brief aan de appartementseigenaars bekend heeft gemaakt en ook niet wanneer precies. Evenmin heeft zij dit aangetoond onder overlegging van stukken. Met betrekking tot de oproepingsbrief van 21 april 2015 heeft de VvE in het geheel niet gesteld dat zij deze onder de aandacht van de appartementseigenaars heeft gebracht. Ook is daarvan niets gebleken.
Gelet op het vorenstaande, kan er, nog los van hetgeen hierna in rechtsoverweging 4.6. zal worden overwogen, niet van worden uitgegaan dat alle appartementseigenaren zijn opgeroepen. Reeds hierom houdt het betoog van [verzoeker] stand. Er zal een nieuwe mondelinge behandeling moeten plaatsvinden teneinde andere appartementseigenaren de gelegenheid te bieden, voor zover deze dat wenselijk achten, hun zienswijze te geven op het door [verzoeker] ingediende verzoekschrift.
4.6.
Geheel ten overvloede wordt overwogen dat het door De VvE ingenomen standpunt dat voor wat betreft de wijze van oproeping van alle stemgerechtigde leden ook de weg van artikel 5:134 lid 2 BW gevolgd kan worden, niet wordt gedeeld door de kantonrechter. Voor gevallen zoals de onderhavige, waarin het gaat om een verzoek tot vernietiging van door een orgaan van de vereniging van eigenaars genomen besluit, is de wijze van oproeping afzonderlijk en expliciet is geregeld in artikel 5:130 lid 3 BW jo artikel 271 Rv e.v.. Daarvan kan niet worden afgeweken. Indien dat wél zou worden aangenomen, zou artikel 5:130 lid 3 BW overbodig zijn en dat heeft de wetgever naar het oordeel van de kantonrechter niet beoogd. De strekking van artikel 5:130 lid 3 BW is te waarborgen dat alle stemgerechtigden op de hoogte worden gesteld van verzoeken tot vernietiging van besluiten die hen allen (kunnen) raken. Wanneer de oproeping zou geschieden langs de weg van artikel 5:134 lid 2 BW is die waarborg onvoldoende aanwezig. De kantonrechter wijst in dit verband nog op het procesreglement verzoekschriften kanton van 1 januari 2013, waarin onder de bepaling 2.1.3 is opgenomen:
“(..) 2.1.3 Bijvoeging stukken: vernietiging van een besluit (artikel 5:130 BW)
Indien het verzoek strekt tot vernietiging van een besluit als bedoeld in artikel 5:130 BW, worden naast de stukken zoals vermeld in de artikelen 1.2.5 en 2.1.2 overgelegd:
a. een opgave van de namen en volledige adresgegevens van alle stemgerechtigden, en
b. een afschrift van het te vernietigen besluit statuten van de vergadering van eigenaars.(..)”
Daarin is naar het oordeel van de kantonrechter expliciet opgenomen dat de namen en adressen van alle stemgerechtigden dienen te worden verstrekt, kennelijk met de bedoeling uitvoering te kunnen geven aan de voorgeschreven wijze van oproeping zoals hierboven beschreven.
4.7.
Er zal dus opnieuw een mondelinge behandeling moeten plaatsvinden. De griffier zal op de voet van het bepaalde in artikel 5:130 lid 3 BW daartoe de verzoeker, alle stemgerechtigden en De VvE moeten oproepen. Dit dient hij te doen op basis van een door [verzoeker] aan te leveren lijst met namen en (volledige) adresgegevens van stemgerechtigden. Als productie 14 heeft [verzoeker] zo’n lijst overgelegd. Die lijst dateert echter van ruim een jaar geleden, te weten 21 augustus 2014. [verzoeker] wordt dan ook verzocht eventuele veranderingen die zich sedertdien op die lijst hebben voorgedaan aan de griffier door te geven. Zo nodig kan hij een geactualiseerde versie van zijn productie 14 overleggen. Verder wordt hij in de gelegenheid gesteld evenzoveel afschriften van zijn verzoekschrift van 21 augustus 2014 (met de daarbij behorende producties) als er stemgerechtigde leden zijn aan de griffier te doen toekomen. De kantonrechter acht, gelet op de inhoud van het verzoekschrift en de grote hoeveelheid daarbij behorende producties, geen termen aanwezig om conform het bepaalde in de artikelen 271 ev. Rv. het door [verzoeker] ingediende verzoekschrift kort weer te geven in de oproepingsbrief.
Conform het vorenstaande zal worden beslist in voege als hierna te melden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
beveelt partijen, in persoon (De VvE rechtsgeldig vertegenwoordigd), desgewenst vergezeld van een gemachtigde, om voor de kantonrechter te verschijnen in verband met voortzetting van de behandeling van de zaak op een nader, in overleg met partijen, vast te stellen dag en tijdstip;
5.2
beveelt dat partijen uiterlijk binnen drie weken na onderhavige beslissing hun verhinderdata dienen op te geven;
bepaalt dat
beide partijen schriftelijkaan de kantonrechter, kunnen opgeven op welke dagen zij
in de drie maanden nadienverhinderd zijn; daarvoor gelden de volgende regels:
- bij de opgave dienen partijen ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop de verdere behandeling zou kunnen plaatsvinden;
- indien partijen bij hun opgave minder dan het hiervoor verzochte aantal dagdelen vrij laten, zal de behandeling kunnen worden bepaald op een niet daarvoor opgegeven dagdeel;
- indien partijen geen gebruik maken van de mogelijkheid om verhinderdata op te geven zal de kantonrechter een datum bepalen waarvan dan in beginsel geen uitstel meer mogelijk is;
- voor het opgeven van verhinderdata zal geen uitstel worden verleend;
5.3
bepaalt voorts dat de kantonrechter na opgave van de verhinderdata:
- een dag en tijdstip voor de behandeling vaststelt;
5.4
stelt [verzoeker] in de gelegenheid binnen drie weken na de onderhavige beslissing aan de griffier schriftelijk mede te delen of, en zo ja, in hoeverre zijn productie 14 wijzigingen heeft ondergaan, dit onder eventuele overlegging van een geactualiseerde versie van die productie;
5.5
stelt [verzoeker] in de gelegenheid binnen drie weken na de onderhavige beslissing evenzoveel afschriften van zijn verzoekschrift van 21 augustus 2014 (inclusief producties) aan de griffier te doen toekomen als er stemgerechtigde leden zijn;
5.6
gelast de griffier, na kennisgeving door partijen van hun verhinderdata en na ontvangst van de onder 5.5 vermelde afschriften, zorg te dragen voor oproeping van verzoeker, alle stemgerechtigden en De VvE onder vermelding van de dag en het tijdstip van de zitting en onder bijvoeging van een afschrift van het verzoekschrift van 21 augustus 2014;
5.7
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gewezen door mr. M.J.C.M. Manders, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 september 2015.