Uitspraak
Als duo met leidende rol neemt [verweerder] (…) onvoldoende het initiatief. Duo’s weten ook niet goed waar ze aan toe zijn. (…)
De communicatie verloopt stroef. De overdrachten met duo’s en verslagen van gesprekken zijn summier en onvolledig.
Er kan veel meer uit de leerlingen gehaald worden. (…)
In de vergaderingen en overleggen mag [verweerder] vaker met ideeën en een eigen mening komen.
[verweerder] zet zichzelf vaak in de slachtofferrol en plaatst het probleem buiten zichzelf.
Afspraken worden regelmatig maar voor korte tijd nagekomen.
heeft; toevoeging ktr.]
aangegeven dit soms lastig te vinden. Ten aanzien van zijn inbreng in vergaderingen geeft hij aan dat hij zich rustig houdt, omdat de hardst roependen vooral aan het woord zijn.
. Kort samengevat: ik stuur een normale/positieve overdrachtsmail aan mijn duo n.a.v. eerste schooldag na Kerst, krijg daarop als reactie een negatieve reactie van [verweerder] met alleen maar kritiek op wat niet precies zo is gegaan als hij zou willen. Soms lopen dingen klein beetje anders, zeker zo’n eerste dag. Ondanks dat blijft [verweerder] zijn gelijk willen halen, zonder positieve/collegiale insteek; zelfs dreigen met escalatie aan directie.
op 30 februari[lees: januari; ktr.]
2014. Zoals eerder al aangegeven vind ik het belangrijk met elkaar in gesprek te blijven en daarbij stappen te zetten. Ik heb je geen toestemming gegeven om thuis te blijven.
maakt hem gespannen wat vervolgens invaliderend werkt op zijn lichamelijke klachten. Deze op hun beurt hebben weer een invaliderende werking op zijn psychische gesteldheid.
Uitgaande van de huidige belastbaarheid is werknemer ongeschikt voor het eigen werk bij de eigen werkgever.
Het eigen werk is niet passend te maken door voorzieningen of aanpassingen.
Er zijn geen passende functies bij de eigen werkgever.
4.CONCLUSIE
De door de werkgever uitgevoerde re-integratie-inspanningen zijn niet voldoende”
worden dat]
in de lijn van dezelfde problematiek een eerdere uitspraak door[lees:
UWV]
is afgegeven waarbij er geen harde medische problematiek wordt gezien die een langdurige arbeidsongeschiktheid zouden kunnen onderbouwen, eerder wordt een problematiek in de werksfeer gesignaleerd en wordt gewezen op de STECR richtlijnen.
Uitgaande van voorgaande is het niet aannemelijk dat vanuit medische optiek er sprake is van langdurige arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte.
Het is niet aannemelijk dat dit zou leiden tot langdurige afwezigheid op grond van een ziekteproces.
Het is zeker niet aannemelijk dat deze vermeende ongeschiktheid of afwezigheid van werk gedurende de duur van één jaar, 52 weken kan worden gelegitimeerd.
4.Conclusie
Er is geen medische grond tot arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk te duiden.
Cliënt iswelgeschikt te achten voor het eigen werk conform kracht en bekwaamheden.