ECLI:NL:RBMNE:2015:9086

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 december 2015
Publicatiedatum
17 december 2015
Zaaknummer
4567321
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing voor vereffenaar inzake schikkingsovereenkomst in nalatenschap

In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 8 december 2015, heeft de kantonrechter een aanwijzing gegeven aan de door de rechtbank benoemde vereffenaar, mr. J.J.A.M. Tielemans-Buisman, in de nalatenschap van een erflater. De vereffenaar vroeg om toestemming om een schikkingsovereenkomst aan te gaan met Kodiak B.V., die een vordering had ingediend voor huur, rente, boetes en servicekosten, met een totale vordering van € 79.667,08. De huurovereenkomst die de erflater had met Kodiak B.V. eindigt op 31 maart 2019. De kantonrechter heeft op 12 november 2015 een gesprek gehad met de vereffenaar en haar kantoorgenoot, mr. S. Vermeulen, over de gevraagde aanwijzing. Na verdere correspondentie heeft de kantonrechter op 8 december 2015 de gevraagde aanwijzing verleend, waarbij hij oordeelde dat de schikking in het belang van de vereffening van de nalatenschap was.

De schikking houdt in dat de vordering van Kodiak B.V. wordt erkend voor een bedrag van € 23.000,-- inclusief BTW, en dat deze vordering in de vereffeningslijst wordt opgenomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een gegronde reden is voor de aanwijzing, gezien de substantiële waarde van de vordering en de gemaakte afspraken tussen de vereffenaar en de schuldeiser. De kantonrechter heeft de vereffenaar toestemming verleend om de schikkingsovereenkomst aan te gaan, wat de voortgang van de vereffening ten goede zal komen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. R.H.M. den Ouden, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 4567321 UT VERZ 15-19798
Beschikking d.d. 8 december 2015
inzake het verzoek van
mr. J.J.A.M. Tielemans-Buisman,werkzaam bij
Hermans Schuttevaer notarissen,
gevestigd te Utrecht,
verder te noemen verzoeker.
Verzoeker heeft het verzoek gedaan in haar hoedanigheid van door de rechtbank benoemde vereffenaar in de nalatenschap van:
[erflater] ,geboren te [geboorteplaats] op [1936] , overleden te [woonplaats] op [2013] , laatst gewoond hebbende te [woonplaats] , verder te noemen erflater.

1.De procedure

Verzoeker heeft bij e-mailbericht van 30 oktober 2015, aangevuld bij e-mailbericht van
3 november 2015, gevraagd om een aanwijzing van de kantonrechter op grond van artikel 4:210 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Op 12 november 2015 heeft de kantonrechter verzoeker en mr. S. Vermeulen, kantoorgenoot van verzoeker, gesproken over de gevraagde aanwijzing.
Vervolgens is de zaak aangehouden in afwachting van bericht van verzoeker. Op 8 december 2015 is gevraagd om de aanwijzing te geven. De kantonrechter heeft de gevraagde aanwijzing op die datum gegeven en bericht dat de beschikking met de overwegingen volgt.

2.Overwegingen

2.1.
De gevraagde aanwijzing heeft betrekking op de huurovereenkomst die erflater tijdens leven is aangegaan met Kodiak B.V. Deze huurovereenkomst eindigt op 31 maart 2019. Kodiak B.V. heeft de nalatenschap gedagvaard en betaling gevorderd van onder andere huur, rente, boetes en servicekosten. De bij aanvang van de procedure ingediende vordering bedraagt € 79.667,08.
2.2.
Kodiak B.V. en verzoeker hebben over de ingediende vordering een schikking getroffen onder de opschortende voorwaarde dat de kantonrechter hiervoor toestemming verleent. De inhoud van deze schikking staat in het e-mailbericht van 30 oktober 2015. De belangrijkste punten van deze schikking zijn de volgende. De vordering van Kodiak B.V. is begroot op € 23.000,-- inclusief BTW. Deze vordering wordt door verzoeker erkend als bedoeld in artikel 4:214 lid 5 BW en wordt derhalve in de in die bepaling genoemde lijst opgenomen. De vordering verkrijgt geen bijzondere positie bij de vereffening; de wettelijke vereffeningsregels zijn daarop van toepassing. Voorts zal de vereffenaar de dochter van erflater, bestuurder van Kodiak B.V., niet aansprakelijk stellen voor het feit dat zij als executeur de onderhavige huurovereenkomst niet binnen zes maanden na het overlijden van erflater heeft opgezegd. Bij e-mailbericht van 8 december 2015 heeft verzoeker bericht dat de echtgenoot van voormelde dochter van erflater de claim in de Verenigde Staten intrekt. De kantonrechter begrijpt dit zo dat de intrekking van die claim onderdeel uitmaakt van de getroffen schikking.
2.3.
Verzoeker vraagt een aanwijzing van de kantonrechter, inhoudende dat de kantonrechter toestemming verleent om de schikkingsovereenkomst aan te gaan. Volgens verzoeker is de getroffen schikking in het belang van de vereffening van de nalatenschap.
2.4.
Op grond van artikel 4:210 lid 1 BW kan de vereffenaar de kantonrechter verzoeken om een aanwijzing te geven indien er sprake is van een gegronde reden. De gevraagde aanwijzing heeft betrekking op een vordering met een substantiële waarde. Het is in het belang van de vereffening dat vast komt te staan hoe hoog die vordering op de nalatenschap is. Daarover hebben verzoeker en schuldeiser thans overeenstemming bereikt. Bovendien zijn er ook afspraken gemaakt over andere punten dan de hoogte van de vordering. Onder die omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat er sprake is van een gegronde reden om een aanwijzing te geven.
2.5.
De kantonrechter is met verzoeker van oordeel dat het in het belang van de vereffening is om de schikking te treffen. Daarom zal de kantonrechter de gevraagde aanwijzing geven. Dat betekent dat de kantonrechter verzoeker toestemming verleent om de schikkingsovereenkomst aan te gaan.

3.Beslissing

De kantonrechter geeft aan verzoeker de aanwijzing zoals hiervoor onder 2.5. is vermeld.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2015, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. R.H.M. den Ouden.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend..