4.3.2Het oordeel over het onder 1, 2 meer subsidiair, 3 en 4 tenlastegelegde
4.3.2.1 feit 1
[aangeefster 1] heeft op 3 mei 2015 aangifte gedaan namens haar dochter [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] is geboren op [2009] .[verdachte] is al twee jaar bekend in hun familie en kwam iedere donderdag bij hen eten in de woning te [plaats] . Het laatste jaar bracht [verdachte] [slachtoffer 1] alleen naar bed en haalde hij de stoelen voor het avondeten op van zolder samen met [slachtoffer 1] . Afgelopen vrijdag vertelde [aangeefster 1] dat [verdachte] , voor de krokusvakantie, stoelen ging halen met [slachtoffer 1] . Zij vond het te lang duren en ging naar boven. Ze dacht toen gezien te hebben dat [verdachte] daar stond met zijn broek open.Op internet had zij gezocht en zag dat zij in dit soort situaties open vragen moest stellen. Zij zei tegen [slachtoffer 1] dat het stoelen halen best lang duurde, wat doen jullie dan. [slachtoffer 1] gaf aan dat ze met het prinsessenkasteel gespeeld hadden. Zij zei toen wat doen jullie verder? Waarop [slachtoffer 1] zei dat ze aan zijn balletjes had gezeten. Waarop wij vroegen welke balletjes, of misschien in een andere context die vraag. [slachtoffer 1] zei toen bij zijn piemel.
Op 7 mei 2015 is [slachtoffer 1] in een studio gehoord. Uit het verhoor volgt dat [slachtoffer 1] onder andere heeft verklaard:
Vraag:Vertel eens alles over ome [verdachte] .
[slachtoffer 1]: Nou ome [verdachte] deed zijn broek naar beneden en toen ging hij met zijn hand, ging hij mijn hand pakken en toen ging die tegen zijn balletjes aan en dan eigenlijk…
vraag: Wie zijn broek ging naar beneden
[slachtoffer 1] : Van [verdachte] …..Tot aan zijn billen.
vraag: wat zag jij toen:
[slachtoffer 1] : De Balletjes. .. Van zijn piemel… Hij pakte mijn hand
[slachtoffer 1] : met mijn ging die met zijn balletjes doen…. Kietelen……
[slachtoffer 1] : Dat deed ome [verdachte] . dan ging die mijn vingers pakken en dat deed ie dit (beweegt met haar vingers) bij mij.
vraag: wat gebeurde er toen
[slachtoffer 1] : Ging ik kietelen. Niet leuk. Omdat ik wou het eigenlijk niet
vraag: Hoe komt dat dat je niks weet van de piemel
[slachtoffer 1] : Omdat ik hem nog nooit heb gezien, maar ik weet wel hoe het heet
[slachtoffer 1] : Nee, omdat dat die er nog in zat, hij zat er nog in en deed alleen de balletjes er uit
vraag: Waar zat de piemel nog in
[slachtoffer 1] : in zijn onderbroek
vraag: hoe kwamen die balletjes er uit
[slachtoffer 1] : gewoon uit zijn onderbroek en die piemel zat gewoon een beetje zo. Een strakke onderbroek.
(aanvullende) bewijsoverwegingen
Betrouwbaarheid verklaring [slachtoffer 1]
De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel dat het studioverhoor van [slachtoffer 1] niet als “vervuild” bestempeld kan worden.
Uit het verhoor van de moeder van [slachtoffer 1] volgt niet dat zij gesloten vragen aan [slachtoffer 1] gesteld heeft of [slachtoffer 1] gezegd heeft wat verdachte bij [slachtoffer 1] gedaan zou hebben. [slachtoffer 1] heeft op de vragen van haar moeder geantwoord en uit zichzelf verteld wat er gebeurd was. Het vooruitzicht dat zij, [slachtoffer 1] , een cadeautje zou krijgen als zij de waarheid zou vertellen, werd gegeven op het moment dat aangeefster en [slachtoffer 1] nog niet hadden gesproken over wat verdachte gedaan zou hebben en hetgeen op zolder gebeurd was, zodat [slachtoffer 1] vrij was om te verklaren wat volgens haar de waarheid is.
Evenmin is de rechtbank uit de letterlijke tekst van het studioverhoor gebleken dat er onregelmatigheden zijn, waaruit zou blijken dat er tijdens het studioverhoor sturende dan wel gesloten vragen zouden zijn gesteld.
Het geven dat [slachtoffer 1] tegenover haar moeder en de politie niet op alle onderdelen eenduidig heeft verklaard, is gelet op haar zeer jonge leeftijd en het besproken onderwerp, onvoldoende om haar verklaring als onbetrouwbaar te bestempelen. Over hetgeen tussen haar en verdachte gebeurd is heeft [slachtoffer 1] , zowel tegenover haar moeder als tegenover de politie, gelijkluidend verklaard.
Het door de verdediging naar voren gebrachte gegeven dat verdachte geen witte, strakke onderbroeken droeg zoals door [slachtoffer 1] werd beschreven wordt op basis van het dossier weerlegd.
Uit het dossier volgt dat verdachte wel eens het slipje van zijn toenmalige vriendin ( [aangeefster 1] ) aan had en dat verdachte daarbij aangaf, dat zijn ballen er uit hingen. In haar verhoor heeft [slachtoffer 1] soortgelijke bewoordingen gebruikt en een soortgelijke beschrijving van de onderbroek en de geslachtsdelen van verdachte gegeven.
De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van de verdediging en is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 1] als betrouwbaar geacht kan worden.
De rechtbank acht op grond van voornoemde feiten en omstandigheden bewezen dat verdachte eenmaal ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] heeft gepleegd.
4.3.2.1 feit 2 meer subsidiair, feit 3 en feit 4
feit 2 meer subsidiair en feit 3
Op 24 oktober 2014 heeft [aangever] aangifte gedaannamens zijn dochter, [slachtoffer 2] . Afgelopen donderdag kwam zijn 12 jarige dochter [slachtoffer 2] bij hem met de melding dat er een vreemde man “hoi” tegen haar had gezegd op Facebook.Hij had de naam van de man die bij het account stond, [verdachte] gegoogeld. [slachtoffer 2] vertelde dat het een gemeenschappelijke Facebook vriend was van een nichtje. Hij wilde weten wat die man wilde en tikte “Hoi” terug. Hij zag dat [verdachte] allerlei voorstellen deed, zoals voor 70 euro met zijn piemel spelen en haar zijn eigen plasser laten zien en dat hij ging filmen. Ze kon ook 100 euro krijgen, maar dan moest zijn piemel in de plasser van [slachtoffer 2] . Hij maakte een afspraak met [verdachte] , hij zou om 15.15 uur bij haar school staan. Hij zei dat hij een zwart petje zou dragen en met een groene auto zou komen.Er volgde een afspraak bij het winkelcentrum op Kanaleneiland, bij de Albert Heijn. [verdachte] had gezegd dat hij een zwarte jas en een pet zou dragen. De vader zag een man die paste bij het uiterlijk van [verdachte] aankomen. Deze persoon liep de Albert Heijn in en de vader had hem gefilmd. De vader had deze persoon aangesproken en gevraagd of hij een afspraak had met een 12-jarig meisje.
Door [aangever] zijn tijdens zijn verhoor afschriften van de met verdachte gevoerde (Facebook)gesprekkenovergelegd.
25 en 26 augustus 2014 en 15 en 16 oktober 2014 stuurt [verdachte] diverse berichtjes naar [slachtoffer 2] met de tekst “Hoi” Vanaf 16 oktober 2014 is er over en weer contact.
[verdachte] : wil je 50 euro moet je tegen niemand zeggen
[slachtoffer 2] : wie ben jij
[verdachte] : Wil je 50 euro. Tegen niemand zeggen dan he
[slachtoffer 2] : oke
[verdachte] : Hou oud ben je
[slachtoffer 2] : 12
[verdachte] : Oke maar voor die 50 euro moet je wel iets doen
[slachtoffer 2] : wat moet ik dan doen
[verdachte] : Met me piemel spelen verder hoef jij niks te doen Krijg je dan 50 euro Echt Wil je dat doen
[verdachte] : waar wil je doen dan
[verdachte] : wanneer kan je
[slachtoffer 2] : morge
[verdachte] : hoe laat
[slachtoffer 2] : na school
[slachtoffer 2] : maar alleen spelen
[verdachte] : Ja je kan ook 100 euro krijgen
[verdachte] : Nou 100 euro wil ik me piemel in jou plassertje in gaan Dan krijg je 100 euro Wil je dat ook
[slachtoffer 2] : durf ik niet
[verdachte] : Oke ja dat kan Of ik maak filmpje er van
[slachtoffer 2] : wat wil je dan filmen
[verdachte] : Jou plasser en dat je met mijn piemel speelt
[slachtoffer 2] : hoeveel krijg ik dan
[verdachte] : Dan krijg je 70 euro Wat wil je voor 100 of 780 of voor 50 euro
[verdachte] : Wil je anders zo me piemel zien dan op een foto
[verdachte] : Ik heb een groen auto morgen
[verdachte] : en ik heb ene pet op Bij jou school
[verdachte] : Is goed ben ik om kwart over 3 daar op jou school En wat vind je van me piemel
[slachtoffer 2] : eng
[verdachte] : mag ik jou plasser ook zien he
[slachtoffer 2] : moet dat eg
[verdachte] : Ja anders geen 70 euro Anders 50 euro
[verdachte] : Nou doe je broek uit en ik ook haal ik me piemel er uit gaat die in jou plasser Plasser heb jij toch
[verdachte] : Heb je ook foto van jou
[verdachte] : Ook van jou plasser
[verdachte] : Oke mag ik 1 van jou Maak ik 1 van me piemel
[verdachte] : Waar wil je afspreken
[verdachte] : Waar woon je ook al weee
[verdachte] : Vlak bij winkelcentrum ?
[slachtoffer 2] : ja
[verdachte] : Oke Hoe laat kan he daar zijn Hoe laat kan je daar zijn
[slachtoffer 2] : over een half uur
[verdachte] : Bij ah Ben over 5menuten er
Door [aangever] zijn tijdens zijn verhoor een tweetal door verdachte gestuurde foto’s overgelegdevenals afschriften van de met verdachte gevoerde (Facebook)gesprekken. Tevens is door [aangever] een USB stick met de door hem gemaakt foto’s tijdens de afspraak met verdachte overgelegd.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de door [aangever] overgelegde foto’s, foto’s zijn van zijn geslachtsdeel.
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij een keer bij de Albert Heijn in het winkelcentrum op het Kanaleneiland door een man werd aangesproken, De man vroeg of hij een afspraak had.Verder heeft verdachte verklaard dat hij de persoon is die te zien is op de door [aangever] overgelegde foto’s van de ontmoeting van de man bij het winkelcentrum op Kanaleneiland.
feit 4
[aangeefster 2] heeft op 3 december 2014 aangifte gedaan namens haar dochter [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] is geboren op [2004] . Op 9 november 2014 vertelde [slachtoffer 3] dat ze via Facebook een ongewenst bericht had gekregen. Zij had eerst tweemaal de tekst “hoi” ontvangen, daarna een foto van een geslachtsdeel. De berichten waren van 26 augustus 2014. [slachtoffer 3] was op dat moment bij haar opa in Utrecht. [slachtoffer 3] zit normaal op Facebook via haar telefoon, dan zie je ongewenste berichten niet. Op 9 november 2014 zat zij op de tablet, dan zie je die berichten wel. De naam bij deze berichten was [verdachte] . Zij kenden hem niet, maar in zijn vriendenlijst stonden wel gemeenschappelijke vrienden van hen.Op de profielfoto van [slachtoffer 3] kun je zien dat zij 10 jaar is.
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat zij op Facebook zat. Zij zag bij “overige” een oud berichtje staan dat al lang geleden verstuurd was. Zij zag in het berichtje “hoi hoi” staan. Zij zag dat hij een foto van zijn piemel had verstuurd.
Door [aangeefster 2] is een afdruk overgelegd van het betreffende Facebook gesprek met bijbehorende foto.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de door [aangeefster 2] overgelegde foto, een foto is van zijn geslachtsdeel.
(aanvullende) bewijsoverwegingen feit 2 meer subsidiair, feit 3 en feit 4
feit 2 meer subsidiair, feit 3 en feit 4 Facebook account
Namens verdachte is ter terechtzitting aangevoerd dat verdachte de betreffende gesprekken en foto’s niet heeft gevoerd en/of verstuurd en dat zijn Facebook account gehackt zou zijn.
De rechtbank acht voormeld standpunt onvoldoende concreet onderbouwd en verwerpt het verweer daartoe.
De rechtbank overweegt daartoe dat de vader van [slachtoffer 2] via Facebook een afspraak heeft gemaakt met degene met wie hij contact had via het Facebook account “ [verdachte] ”. Op het afgesproken tijdstip en op de afgesproken plaats verscheen vervolgens verdachte, die daarbij voldeed aan het opgegeven kleding signalement – zoals aangegeven in het voorafgaande Facebookgesprek. Ook de auto waarmee verdachte was gekomen was gelijk aan de per Facebook beschreven auto. Voorts heeft verdachte verklaard dat de diverse verstuurde foto’s, foto’s zijn van zijn eigen geslachtsdeel en dat het Facebook account “ [verdachte] ” zijn account is. Niet aannemelijk is geworden dat een ander dan verdachte op enig moment gebruik heeft gemaakt van het Facebookaccount van verdachte en voorts kennis draagt van de kenmerken van de auto en de op de betreffende dag gedragen kleding door verdachte.
feit 2 meer subsidiair, feit 3 en feit 4 leeftijd
Het verweer van de verdediging dat verdachte niet wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] de leeftijd van 16 jaren nog niet hadden bereikt wordt verworpen.
Op de profielfoto van [slachtoffer 2] is, naar algemene maatstaven, overduidelijk een jong meisje te zien, dat zeker nog niet de leeftijd van 16 jaren heeft bereikt. Voorts heeft verdachte in het Facebookgesprek naar de leeftijd van [slachtoffer 2] gevraagd, waarop werd geantwoord dat zij 12 jaar was.
[slachtoffer 3] was destijds tien jaar. Aangeefster [aangeefster 2] geeft aan dat op de profielfoto van haar dochter te zien is dat zij een kind is. Het is onaannemelijk dat het voor verdachte gezien deze profielfoto niet duidelijk was dat het hier een zeer jong meisje betrof dat de leeftijd van 16 jaren nog niet bereikt had.
Dat [slachtoffer 3] op haar profielfoto mogelijk een beetje opgemaakt was met lippenstift en een kusmondje had, maakt dat niet anders.
feit 2 begin van uitvoering
De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen van verdachte een begin van uitvoering vormen, nu deze naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht zijn op de voltooiing van zijn voorgenomen handelen.
Verdachte heeft in de gesprekken diverse seksuele handelingen voorgesteld en beschreven en hier geld voor beloofd. Verdachte heeft vervolgens afspraken gemaakt en is daadwerkelijk op deze afspraak verschenen.
feit 2 en 3 uitlokking
De verdediging heeft gesteld dat de vader van [slachtoffer 2] verdachte heeft uitgelokt tot het plegen van strafbare feiten.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte diverse berichten naar [slachtoffer 2] had gezonden met de tekst “hoi”. De vader van [slachtoffer 2] heeft enkel en alleen met “hoi” gereageerd. Het initiatief tot het afspreken van bepaalde ontuchtige handelingen of gedragingen in de daarop volgende gesprekken is telkens van verdachte uitgegaan. Uit het dossier volgt niet dat de vader van [slachtoffer 2] op enig moment het initiatief heeft genomen, dan wel uit zichzelf aan verdachte voorstellen heeft gedaan.
feit 3 en 4 schadelijk
De verdediging betwist dat de betreffende afbeeldingen betreffende het onder 3 en 4 tenlastegelegde als schadelijk voor de minderjarige kunnen worden geacht.
De rechtbank is van oordeel dat de betreffende foto’s bij vertoning aan een minderjarige schadelijk zijn te achten voor de (ontwikkeling van) de minderjarige. Het is volstrekt ongewenst dat zij op een zeer jonge leeftijd door derden op een dergelijke wijze worden geconfronteerd met dergelijke uitingen en intenties van seksualiteit.
De wijze waarop het geslachtsdeel van verdachte dermate prominent in beeld is op de foto’s is, naar algemene maatstaven, op geen enkele wijze vergelijkbaar met het zien van een geslachtsdeel bij een gemiddelde toiletgang of douchevoorbereiding, dan wel enige andere situatie, binnen een gezin. De gematigde reactie van de minderjarige bij het zien van dergelijke afbeeldingen doet daar niet aan af, nu zij, gelet op hun nog jonge leeftijd, in het algemeen niet weten hoe te reageren bij een dergelijke confrontatie. Bovendien valt niet in te schatten hoe op een later moment het zien van deze beelden doordringt bij de minderjarigen en/of welk effect dit heeft. Vandaar dat het wetsartikel als beschermd belang juist wil voorkomen dat dit effect op korte of langere termijn op kan treden bij minderjarigen.
De rechtbank acht op grond van voornoemde feiten en omstandigheden wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 subsidiair, 3 en 4 ten laste heeft gepleegd.