ECLI:NL:RBMNE:2016:110

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 januari 2016
Publicatiedatum
11 januari 2016
Zaaknummer
4695752 UC EXPL 15-20014 mc/936
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake buitengerechtelijke incassokosten en verzuim bij Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die niet tijdig heeft geantwoord op de dagvaarding. De kantonrechter heeft verstek verleend. Zilveren Kruis vorderde betaling van openstaande facturen en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Zilveren Kruis op 21 februari 2015 een factuur van € 115,46 en op 9 juli 2015 een factuur van € 246,48 naar de gedaagde heeft gestuurd. De gemachtigde van Zilveren Kruis heeft meerdere aanmaningen gestuurd, maar de kantonrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de gedaagde in verzuim is geraakt. Volgens artikel 6:96 lid 6 BW zijn buitengerechtelijke incassokosten pas verschuldigd als er sprake is van verzuim en er vruchteloos is aangemaand. De kantonrechter concludeert dat Zilveren Kruis geen bewijs heeft geleverd van een schriftelijke aanmaning die de gedaagde in de gelegenheid stelde om zonder extra kosten te betalen. Hierdoor zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.

De kantonrechter heeft de hoofdsom van de vordering, die € 361,94 bedraagt, toegewezen, maar de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen. De gedaagde heeft een bedrag van € 164,80 betaald, wat in mindering wordt gebracht op de hoofdsom. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 197,14, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 22 augustus 2015. Daarnaast wordt de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 242,16. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.J.M. de Laat op 11 januari 2016.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 4695752 UC EXPL 15-20014 mc/936
Verstekvonnis van 11 januari 2016
inzake
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen: Zilveren Kruis,
eisende partij,
gemachtigde: Flanderijn & Van Eck gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij.

1.De overwegingen van de kantonrechter

1.1.
Zilveren Kruis heeft een vordering ingesteld.
[gedaagde] heeft niet (tijdig) geantwoord en evenmin uitstel gevraagd, zodat tegen deze verstek is verleend.
1.2.
De kantonrechter stelt vast dat Zilveren Kruis op 21 februari 2015 een factuur ten bedrage van € 115,46 aan [gedaagde] heeft gestuurd.
1.3.
Op 30 juni 2015 heeft de gemachtigde van Zilveren Kruis aan [gedaagde] meegedeeld dat zij van Zilveren Kruis opdracht heeft gekregen om een vordering op [gedaagde] te incas-seren. Verder heeft de gemachtigde van Zilveren Kruis onder meer het volgende in deze brief vermeld:
“Cliënt(e) heeft u aangemaand voor de openstaande vordering, maar u heeft deze niet (geheel) betaald.
De toepasselijke voorwaarden en/of de wet bepalen dat u aansprakelijk bent voor buiten-gerechtelijke incassokosten die cliënt(e) moet maken om de vordering te incasseren. Daarnaast bent u rente verschuldigd.
Wij sommeren u het in de bijlage van deze brief gespecificeerde bedrag uiterlijk 15 juli 2015
te voldoen. U heeft al een aanzegging voor het bedrag van EUR 25,00 ontvangen.
(…)
Voldoet u niet tijdig aan deze sommatie, dan brengen wij namens cliënt(e) de volledige ver-goeding voor de buitengerechtelijke incassokosten in rekening over EUR 115,46. Deze ver-goeding is, bij niet tijdige betaling, volgens de Staffel Buitengerechtelijke Incassokosten verschuldigd.
Deze vergoeding bedraagt dan ook EUR 40,00.
Cliënt(e) kan de btw over dit bedrag niet verrekenen. Dit houdt in dat het bedrag van EUR 40,00 wordt verhoogd met een percentage dat gelijk staat aan de te berekenen btw. Het bedrag aan btw is EUR 8,40.
Als u niet tijdig aan deze sommatie voldoet, gaan wij tot dagvaarden over. (…)”
Voormelde specificatie luidt als volgt:
“- Hoofdsom EUR 115,46
- Rente t/m 29-06-2015 EUR 0,81
- Buitengerechtelijke kosten EUR 25,00
- Rente tot heden
EUR 0,01
Totaal EUR 141,28”
1.4.
Op 9 juli 2015 heeft Zilveren Kruis een factuur ten bedrage van € 246,48 aan [gedaagde] heeft gestuurd.
1.5.
Bij brief van 20 juli 2015 heeft de gemachtigde van Zilveren Kruis het volgende aan [gedaagde] meegedeeld:
“Meerdere keren is aan u gevraagd om de schuld die u aan bovengenoemde klant [Zilveren Kruis] heeft te betalen. U heeft deze schuld nog niet (volledig) betaald.
Betaling
Betaal het openstaande bedrag voor 24 juli 2015. Een specificatie van het verschuldigde bedrag ontvangt u bij deze brief.”
Deze specificatie luidt als volgt:
“- Hoofdsom EUR 115,46
- Rente t/m 29-06-2015 EUR 0,81
- Buitengerechtelijke kosten EUR 48,40
- Rente tot heden
EUR 0,13
Totaal EUR 164,80”
1.6.
Bij brief van 6 augustus 2015 heeft de gemachtigde van Zilveren Kruis het volgende aan [gedaagde] meegedeeld:
“Bovengenoemde cliënt(e) heeft opnieuw een vordering op u uit handen gegeven uit hoofde van onbetaald gelaten premies voor uw ziektekostenverzekering of zorg nota’s.
Wij sommeren u om het totaalverschuldigde uiterlijk 21 augustus 2015 te voldoen. Een speci-ficatie van het totaalverschuldigde ontvangt u bij deze brief.
(…)
De hoogte van deze buitengerechtelijke incassokosten bedraagt EUR 0,00.”
Deze specificatie luidt als volgt:
“- Hoofdsom EUR 361,94
- Rente t/m 21-07-2015 EUR 2,22
- Buitengerechtelijke kosten EUR 48,40
- Rente tot heden
EUR 0,27
- Subtotaal EUR 412,83
- Waarop in mindering is voldaan
EUR 164,80
- Totaal EUR 248,03”
1.7.
Bij brieven van 25 augustus 2015 en 8 september 2015 heeft de gemachtigde van Zilveren Kruis nogmaals een herinnering aan [gedaagde] gestuurd. In de bij deze brieven ge-voegde specificaties is het bedrag aan ‘rente tot heden’ inmiddels verhoogd tot € 0,53 res-pectievelijk € 0,72 en zijn de te betalen bedragen navenant hoger geworden.
1.8.
In de dagvaarding heeft de gemachtigde van Zilveren Kruis de volgende specificatie aan haar vordering ten grondslag gelegd:
“- Hoofdsom EUR 361,94
- Rente t/m 21-07-2015 EUR 2,22
- Buitengerechtelijke kosten EUR 54,29
- 21% BTW daarover EUR 11,40
- Rente tot heden
EUR 1,85
- Subtotaal EUR 431,70
- Waarop in mindering is voldaan
EUR 164,80
- Totaal EUR 266,90”
1.9.
De vordering zal wat betreft de in rekening gebrachte premiebedragen van € 115,46 en € 246,48 (tezamen € 361,94) worden toegewezen, nu de vordering in zoverre de kanton-rechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
1.10.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. Daartoe wordt overwogen dat in artikel 6:96 lid 6 BW is bepaald dat eerst dan buitengerechtelijke in-cassokosten verschuldigd zijn wanneer er sprake is van verzuim als bedoeld in artikel 6:81 BW en er nadien vruchteloos is aangemaand. In artikel 6:81 in samenhang gelezen met arti-kel 6:82 lid 1 BW is bepaald dat het verzuim intreedt wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de na-koming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft.
1.11.
De kantonrechter stelt vast dat van de zijde van Zilveren Kruis geen herinnerings- of aanmaningsbrief is overgelegd ter zake de beide facturen, waarbij [gedaagde] alsnog in de ge-legenheid is gesteld om zonder extra kosten de factuurbedragen te voldoen. Gelet hierop kan niet worden vastgesteld of [gedaagde] in verzuim is komen te verkeren. De enkele vermelding in voormelde brief van de gemachtigde van Zilveren Kruis van 30 juni 2015 dat ‘cliënt(e) u heeft aangemaand’ is hiertoe onvoldoende. In dit verband wijst de kantonrechter er op dat bij de brief van 30 juni 2015 al een bedrag van € 25,00 aan buitengerechtelijke kosten is mee-gevorderd. Het had derhalve op de weg van Zilveren Kruis dan wel haar gemachtigde ge-legen om ter zake van beide onderhavige facturen de eerste aanmaningsbrief over te leggen.
1.12.
Verder wordt gewezen op het volgende. In de specificatie van de aanmaning van 20
juli 2015 wordt een bedrag van € 164,80 genoemd, onder meer bestaande uit € 48,40 aan bui-tengerechtelijke incassokosten. Uit de specificatie van de aanmaning van 6 augustus 2015 blijkt dat [gedaagde] een bedrag van € 164,80 heeft betaald. De kantonrechter houdt het ervoor dat deze betaling van [gedaagde] betrekking heeft op de aanmaning van 20 juli 2015. Eveneens blijkt uit de aanmaning van 6 augustus 2015 dat de gemachtigde van Zilveren Kruis - weder-om - een bedrag van € 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten in het nog te betalen be-drag heeft betrokken. Ook in de latere aanmaningen en in de dagvaarding is deze ‘dubbel-telling’ aan buitengerechtelijke incassokosten aanwezig. Nu daarvoor geen enkele rechtvaar-digingsgrond bestaat, is er ook om die reden geen aanleiding om de gevorderde buitenge-rechtelijke incassokosten toe te wijzen.
1.13.
Hierbij komt dan ook nog dat de gemachtigde van Zilveren Kruis bij de dagvaarding een bedrag van € 54,29 aan buitengerechtelijke incassokosten heeft gevorderd. Zij is tot dit bedrag gekomen door conform de staffel in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten 15% van de hoofdsom (€ 361,94) te berekenen. Echter, ten tijde van het op-stellen en indienen van de dagvaarding had [gedaagde] het bedrag van € 164,80 - en derhalve het (eerste) factuurbedrag van € 115,46 - al voldaan, zodat in de dagvaarding ten onrechte is uitgegaan van een hoofdsom van € 361,94. Dit leidt tot het oordeel dat de gemachtigde van Zilveren Kruis ten onrechte voormeld bedrag van € 54,29 in haar vordering heeft betrokken. Ook om die reden zullen de buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen.
1.14.
Al het vorenstaande leidt tot de volgende conclusie: de facturen zien op een totaalbe-drag van € 361,94. [gedaagde] heeft een bedrag van € 164,80 betaald. Nu geen buitengerechte-lijke incassokosten zijn verschuldigd, zal dit bedrag in zijn geheel in mindering worden ge-bracht op voormeld totaalbedrag. Zoals hiervoor reeds is overwogen, is de factuur ten bedra-ge van € 115,46 in zijn geheel voldaan. Hetgeen [gedaagde] méér heeft betaald (€ 164,80 -/-
€ 115,46 = € 49,34) zal in mindering worden gebracht op het factuurbedrag van € 246,48. Aan hoofdsom dient [gedaagde] derhalve nog een bedrag van € 197,14 (€ 246,48 -/- € 49,34) te voldoen.
1.15.
De gevorderde bedragen aan rente zullen als zodanig worden afgewezen. Hiertoe wordt erop gewezen dat [gedaagde] meergenoemd bedrag van € 164,80 aan (de gemachtigde van) Zilveren Kruis heeft betaald. Nu uit de bij die brief behorende specificatie blijkt dat het bedrag van € 164,80 mede bestaat uit een tweetal rentebedragen, staat vast dat [gedaagde] de verschuldigde rente ter zake de factuur ten bedrage van € 115,46 al heeft voldaan. Aangezien aan de hand van de diverse aanmaningen niet valt na te gaan of het bij de dagvaarding gevor-derde bedrag aan rente nog juist, nu door deze gang van zaken niet kan worden uitgesloten dat er rente over rente is berekend, zal ook het gevorderde rentebedrag over het factuurbe-drag van € 246,48 als zodanig worden afgewezen. Nu evenwel vast staat dat [gedaagde] (ook) de factuur van 9 juli 2015 niet tijdig heeft voldaan, zal de over dat factuurbedrag gevorderde rente worden toegewezen, met inachtneming van hetgeen in overweging 1.13 is overwogen. Gelet op de in de brief van 6 augustus 2015 genoemde betaaltermijn zal deze rente worden toegewezen vanaf 22 augustus 2015.
1.16.
[gedaagde] wordt als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in de pro-ceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van de eisende partij worden begroot op:
- dagvaarding € 96,16
- griffierecht € 116,00
- salaris gemachtigde
€ 30,00(1 punt x tarief € 30,00)
Totaal € 242,16

2.De beslissing

De kantonrechter:
2.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis tegen bewijs van kwijting te betalen € 197,14, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 augustus 2015 tot de dag der algehele voldoening;
2.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Zilveren Kruis, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 242,16, waarin begrepen € 30,00 aan salaris gemachtigde;
2.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
2.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.M. de Laat, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2016.