ECLI:NL:RBMNE:2016:1525
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting woning wegens hennepkwekerij
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 maart 2016 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, eigenaar van een woning in Hilversum, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om de woning te sluiten voor de duur van zes maanden vanwege het aantreffen van een hennepkwekerij. Verzoeker stelde dat de sluiting van de woning onterecht was, omdat de aanwezigheid van de hennepkwekerij niet voldoende was om de sluiting te rechtvaardigen. Hij voerde aan dat er een huurovereenkomst was met een jong gezin dat in de woning woonde, en dat de sluiting financiële schade zou veroorzaken en reputatieschade met zich mee zou brengen.
Tijdens de zitting op 8 maart 2016 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. Verweerder, de burgemeester, betwistte de huurovereenkomst en stelde dat de woning op 15 februari 2016 met een zegel was gesloten. Verweerder voerde aan dat er geen huurders op het adres stonden ingeschreven en dat de sluiting noodzakelijk was in het kader van het beleid tegen drugspanden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims over de huurovereenkomst en het spoedeisend belang.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond. De voorzieningenrechter heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.