Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de zijde van de gemeente, ingekomen ter griffie op 17 augustus 2015, met producties;
- het verweerschrift van de zijde van de man, ingekomen ter griffie op 20 oktober 2015, met producties;
- de brief van de zijde van de man, gedateerd 4 december 2015, met producties.
2.Vaststaande feiten
- [minderjarige 1](hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [2008] te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], (hierna: [minderjarige 2] ) geboren op [2008] te [geboorteplaats] .
3.Beoordeling van het verzoek
- de man ter zake van de hiervoor bedoelde kosten van bijstand een verhaalsbijdrage van € 120,- per maand verschuldigd is met ingang van 1 oktober 2014,
- de man met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum van de beschikking ter zake van nog te maken kosten van bijstand een verhaalsbijdrage van € 120,- per maand aan de gemeente zal moeten betalen zolang de bijstandverlening mede ten behoeve van de minderjarige kinderen voortduurt,
- de man ter zake van de reeds gemaakte kosten van bijstand gedurende de periode 1 oktober 2014 tot de eerste van de maand volgend op de datum van de beschikking een bedrag van € 60,- per maand dient te voldoen, tot de achterstand in betalingen geheel zal zijn voldaan,
- de man, indien hij in gebreke mocht blijven het vastgestelde bedrag te voldoen, terstond de alsdan resterende hoofdsom ineens aan de gemeente verschuldigd is,
- dat de vordering, gelet op de bepaling van artikel 58 lid 5 Participatiewet jo. artikel 62i lid 2 Participatiewet, wordt verhoogd met de op de invordering betrekking hebbende kosten, indien de man in gebreke mocht blijven om het verschuldigde tijdig te voldoen,
- de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.
“De alleenstaande ouder draagt als gezinshoofd de volledige zorg voor de tot zijn last komende kinderen. De bijstand wordt zowel voor paren met kinderen als voor alleenstaande ouders mede ten behoeve van het levensonderhoud van die kinderen verstrekt. Dat blijft zo. Kinderen hebben als gezinsleden geen zelfstandig recht op bijstand. Omdat de bijstand als gezinsbijstand wordt verstrekt dienen de middelen van alle gezinsleden in beginsel in aanmerking te worden genomen. Een voorbeeld hiervan is kinderalimentatie. Dit sluit aan bij het complementaire karakter van de bijstand. In lijn hiermee brengt dit wetsvoorstel geen wijziging in het verhaal van bijstand op degene die zijn onderhoudsplicht jegens zijn minderjarige kind niet of niet behoorlijk nakomt.”Gelet op deze wetsgeschiedenis ziet de rechtbank geen reden om sinds de invoering van de Participatiewet de aan de vrouw verstrekte – lagere – bijstand anders te beschouwen dan als bijstand ten behoeve van haarzelf en de bij haar wonende minderjarige kinderen. Dit leidt ertoe dat de gemeente ook vanaf 1 januari 2015 nog steeds de ten behoeve van zijn minderjarige kinderen uitgekeerde bijstand kan verhalen op de man.
NJ1992, 178) in beginsel de draagkracht van de man naar rato van de behoefte van de verschillende kinderen te worden verdeeld. Partijen zijn het er, gelet op de berekeningen van zowel de gemeente als de man, echter over eens dat de bijdrage die de man betaalt voor [B] volledig in mindering dient te strekken op de draagkracht van de man. De onderhoudsbijdrage voor [B] bedroeg in 2014, zoals hierboven beschreven, € 111,-. Dat betekent dat voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] een bijdrage resteert van € 89,-.