ECLI:NL:RBMNE:2016:2238
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen wegens arbeidsongeschiktheid en ontslagverbod
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 april 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer, [verweerster], door haar werkgever, [verzoekster] B.V. Het verzoek werd afgewezen op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e BW, omdat de werknemer niet in staat was om haar verplichtingen na te komen door arbeidsongeschiktheid. De werknemer was sinds 3 augustus 2015 arbeidsongeschikt na haar bevalling en had niet kunnen voldoen aan redelijke instructies van de werkgever. De werkgever had de werknemer meerdere keren uitgenodigd voor gesprekken en medische beoordelingen, maar de werknemer was niet verschenen. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet voldoende had gedaan om de werknemer te ondersteunen in haar re-integratie en dat het ontslagverbod van artikel 7:670 lid 1 BW van kracht bleef. De kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om de arbeidsovereenkomst te ontbinden en dat de werkgever de proceskosten moest vergoeden aan de werknemer.
De procedure begon met een verzoekschrift van de werkgever op 22 december 2015, gevolgd door een verweerschrift van de werknemer. Gedurende de procedure zijn verschillende producties en correspondentie tussen partijen ingediend. De werknemer had herhaaldelijk aangegeven niet in staat te zijn om te reizen en had medische beperkingen, wat door de kantonrechter werd erkend. De werkgever had niet adequaat gereageerd op de situatie van de werknemer, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.