ECLI:NL:RBMNE:2016:2698
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. van der Brug
- A. Muller
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake geheimhoudersstukken in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft de rechter-commissaris van de rechtbank Midden-Nederland op 19 mei 2016 een beslissing genomen over de in beslag genomen aantekeningen van de verdachte, die volgens de raadsman geheimhoudersstukken zouden zijn. De aantekeningen werden in beslag genomen tijdens een doorzoeking in de cel van de verdachte op 14 april 2016. De raadsman stelde dat deze stukken vertrouwelijke communicatie tussen hem en zijn cliënt betroffen, en dat ze onder het beroepsgeheim van de advocaat vielen. De rechter-commissaris heeft echter geoordeeld dat de stukken niet als geheimhoudersstukken kunnen worden aangemerkt. Hij overwoog dat de beoordeling van wat onder het beroepsgeheim valt in beginsel aan de geheimhouder zelf toekomt, maar dat het standpunt van de raadsman in dit geval zonder redelijke twijfel onjuist was. De rechter-commissaris concludeerde dat de in beslag genomen stukken niet vertrouwelijk aan de raadsman waren toevertrouwd en dat er geen bewijs was dat deze stukken bedoeld waren voor overleg met de advocaat. De beslissing houdt in dat het beslag op de stukken voortduurt en dat deze op het kabinet van de rechter-commissaris worden bewaard totdat er onherroepelijk over is beslist. De raadsman kan binnen veertien dagen beklag indienen tegen deze beslissing.