Op 18 maart 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 24 januari 2016 in Utrecht een fiets heeft gestolen. De verdachte, geboren in 1984 in Marokko en thans gedetineerd in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum Vught, heeft een geschiedenis van psychiatrische problemen en verslaving. Tijdens de zitting op 4 maart 2016 heeft de officier van justitie de bewezenverklaring van de diefstal bepleit, terwijl de verdediging zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft het feit bekend en de rechtbank heeft op basis van de beschikbare bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en getuigenverklaringen, geoordeeld dat het feit wettig en overtuigend bewezen is.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal en heeft hem een gevangenisstraf opgelegd van 15 dagen, gelijk aan de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd, evenals de problematiek van de verdachte. De rechtbank heeft ook vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke veroordelingen behandeld. De proeftijd van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf is met één jaar verlengd, terwijl het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is verklaard in een andere vordering tot tenuitvoerlegging. De beslissing is gebaseerd op artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.