ECLI:NL:RBMNE:2016:2980

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 mei 2016
Publicatiedatum
2 juni 2016
Zaaknummer
4926594 UE VERZ 16-158 en 4926721 UE 16-159
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
  • G.J. van Binsbergen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht ontslag op staande voet en vergoeding wegens onregelmatige opzegging in arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en TopGolf Holland B.V. [verzoekster] verzocht om een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van haar arbeidsovereenkomst en een billijke vergoeding na een ontslag op staande voet. De kantonrechter oordeelde dat TopGolf de arbeidsovereenkomst ten onrechte had opgezegd, omdat de werkgever niet onverwijld de reden van het ontslag had meegedeeld aan [verzoekster]. De kantonrechter stelde vast dat de mededeling van TopGolf over het ontslag onvoldoende was, omdat niet duidelijk was welke specifieke bedrijfsinformatie [verzoekster] zou hebben gedeeld. Hierdoor was er geen dringende reden voor het ontslag op staande voet. De kantonrechter kende [verzoekster] een billijke vergoeding van € 5.000,- toe, naast een vergoeding wegens onregelmatige opzegging ter hoogte van het netto equivalent van haar salaris van € 2.400,- per maand van 25 februari 2016 tot 12 oktober 2016. Tevens werden de verzoeken van [verzoekster] tot betaling van achterstallig loon en reiskostenvergoedingen toegewezen. TopGolf werd ook veroordeeld tot het afdragen van premies sociale en werknemersverzekeringen en het verstrekken van correcte salarisspecificaties. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummers:
  • 4926594 UE VERZ 16-158 GLK/1126 (hoofdzaak)
  • 4926721 UE 16-159 GLK/1126 (incident)
Beschikking van 27 mei 2016
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [verzoekster] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. T.A. Opbroek-Booij,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TopGolf Holland B.V.,
gevestigd te Maarn, gemeente Utrechtse Heuvelrug,
verder ook te noemen Topgolf,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. C.L. Berkel.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 21 maart 2016;
- de akte productie van 20 april 2016 van [verzoekster] ;
- het verweerschrift van 12 mei 2016;
- de akte producties van 12 mei 2016 van [verzoekster] ;
- de akte productie van 13 mei 2016 van [verzoekster] ;
- de pleitnota van [verzoekster] ;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 13 mei 2016.
1.2.
Hierna is uitspraak bepaald.

2.De feiten

2.1.
Topgolf is een organisatie die sportevenementen organiseert die zijn gerelateerd aan de golfsport. Ook begeleidt en sponsort Topgolf (jonge) golftalenten. In dat verband is Topgolf in 2015 gestart met een zogenoemd TOP programma, waarbij jonge kinderen wordt geleerd om zowel technisch, fysiek als mentaal beter te worden in de golfsport.
2.2.
[verzoekster] , geboren op [1975] , is op 12 oktober 2015 in dienst getreden van Topgolf als medewerker van voornoemd TOP programma. Het dienstverband is aangegaan voor de duur van een jaar. Het brutoloon bedraagt € 2.400,- bruto per maand op basis van 32 uur per week, exclusief 8,33% vakantietoeslag.
2.3.
In de arbeidsovereenkomst is onder meer de volgende bepaling opgenomen:
GeheimhoudingDe Werknemer is verplicht tot geheimhouding van alle gegevens over het bedrijf, de bedrijfsvoering en klanten van de Werkgever waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze vertrouwelijk zijn. Deze verplichting geldt ook tot één jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
2.4.
Bij e-mail van 29 januari 2016 heeft [verzoekster] onder meer het volgende aan de heer
[A] , statutair-directeur van Topgolf (hierna: [A] ), laten weten:
Afgelopen woensdag – 27 januari – hebben wij elkaar aan de telefoon gesproken over een aantal zaken mbt TopGolf Holland. Onderstaand een korte weergave van ons gesprek van de vragen die ik aan je heb voorgelegd en jouw antwoorden.
In ons gesprek heb jij aangegeven dat de salarissen over januari uiterlijk vandaag – vrijdag 29 januari – worden overgemaakt en de achterstallige salarissen en onkostenvergoedingen over oktober, november en december 2015 uiterlijk binnen 14 dagen worden uitbetaald.
2.5.
Bij e-mail van 24 februari 2016 heeft [A] het volgende aan [verzoekster] laten weten:
Ik heb helaas vernomen dat u bedrijfsinformatie aan derden heeft verstrekt.
Hierdoor heeft u TopGolf Holland B.V. in een uiterst precaire situatie gebracht en heeft TopGolf Holland B.V. een onacceptabel risico gelopen. U hebt dus verwijtbaar gehandeld.
U heeft tevens nagelaten op een juiste wijze om te gaan met bedrijfsinformatie, bedrijfsgevoelige informatie en informatie die impact heeft op het juist functioneren. Er is door deze situatie een gebrek aan vertrouwen ontstaan die niet te repareren valt.
Ik ben dan ook tot de conclusie gekomen dat ik uw contract dan ook per direct ontbind.

3.Het geschil

3.1.
In de hoofdzaak (zaaknummer 4926594 UE VERZ 16-158) verzoekt [verzoekster] – na de ter zitting uitgebrachte eisvermindering – om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Topgolf te veroordelen tot:
betaling van een billijke vergoeding aan haar van € 20.000,-, althans een bedrag dat de kantonrechter juist acht, op grond van artikel 7:681 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW);
betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst ter hoogte van het netto equivalent van het bruto bedrag van € 2.400,- per maand vanaf 25 februari 2016 tot de datum van rechtsgeldige beëindiging, namelijk tot 12 oktober 2016, althans een vergoeding die de kantonrechter juist acht;
betaling van het achterstallig loon over de periode 1 oktober 2015 tot en met 24 februari 2016 ter hoogte van het netto equivalent van het bruto salaris van € 2.400,- per maand;
betaling van de achterstallige reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer over de periode 1 oktober 2015 tot en met 24 februari 2016 ter hoogte van € 529,72 netto;
het afdragen van de premies sociale en werknemersverzekeringen over 2015 en 2016 ten behoeve van [verzoekster] ;
het overhandigen aan [verzoekster] van schriftelijke en deugdelijke salarisspecificaties over 2015 en 2016, waarin alle betalingen waarom is verzocht onder de punten c en d zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, voor elke dag dat Topgolf na twee dagen na het wijzen van de beschikking, hieraan niet voldoet;
betaling van de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW van 50% over voornoemde posten wegens vertraging van de betaling van het aan [verzoekster] toekomende loon en achterstallige loon;
betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten;
betaling van de wettelijke rente over de onder de punten c, d en g genoemde posten vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de voldoening;
betaling van de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking.
3.2.
In het incident verzoekt [verzoekster] om op grond van artikel 223 van het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (zaaknummer 4926721 UE 16-159) bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voorlopige voorzieningen te treffen voor de duur van het geding, inhoudende de veroordeling van Topgolf tot – naar de kantonrechter begrijpt – :
betaling van het verschuldigde salaris aan haar vanaf 25 februari 2016 totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt ter hoogte van € 2.400,- (bruto) per maand, vermeerderd met alle emolumenten, waaronder het vakantiegeld;
betaling van het achterstallig loon over de periode 1 oktober 2015 tot en met 24 februari 2016 ter hoogte van het netto equivalent van het bruto salaris van € 2.400,- per maand;
betaling van de achterstallige reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer over de periode 1 oktober 2015 tot en met 24 februari 2016 ter hoogte van € 529,72 netto;
het afdragen van de premies sociale en werknemersverzekeringen over 2015 en 2016 ten behoeve van [verzoekster] ;
het overhandigen aan [verzoekster] van schriftelijke en deugdelijke salarisspecificaties over 2015 en 2016, waarin alle betalingen waarom is verzocht onder de punten 1, 2 en 3 zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, voor elke dag dat Topgolf na twee dagen na het wijzen van de beschikking, hieraan niet voldoet;
betaling van de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW van 50% over bovengenoemde posten wegens vertraging van de betaling van het aan [verzoekster] toekomende loon en achterstallige loon;
betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten;
betaling van de wettelijke rente over de onder de punten 1, 2, 3 en 6 genoemde posten vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de voldoening.
3.3.
[verzoekster] legt aan haar verzoeken ten grondslag dat er geen dringende reden was om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Daarnaast heeft Topgolf de arbeidsovereenkomst niet onverwijld opgezegd en heeft zij de reden van het ontslag niet aan haar meegedeeld, laat staan onverwijld.
3.4.
Topgolf concludeert tot afwijzing van de verzoeken, met veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten. Zij betoogt dat sprake was van een dringende reden, omdat [verzoekster] heeft gehandeld in strijd met de in de arbeidsovereenkomst opgenomen geheimhoudingsplicht. Zij heeft namelijk vertrouwelijke informatie die Topgolf op 12 februari 2016 per e-mail van een advocaat had ontvangen – en waarin staat dat op 16 februari het verzoek tot faillissement van Topgolf zal worden behandeld – doorgespeeld aan haar vader, die tevens voorzitter is van de Koninklijke Nederlandse Golffederatie. Deze informatie is vervolgens via de vader van [verzoekster] verder verspreid binnen de golfwereld en hierdoor heeft Topgolf (reputatie)schade geleden. Hierbij merkt Topgolf op dat het faillissementsverzoek uiteindelijk vóór de behandeling daarvan op 16 februari 2016 is ingetrokken. Verder betoogt Topgolf dat het voor [verzoekster] duidelijk was welke concrete dringende reden Topgolf in haar e-mail van 24 februari voor ogen had, gelet op het gesprek dat de heer [B] , operationeel directeur bij Topgolf, daaraan voorafgaand met haar heeft gehad.

4.De beoordeling

Hoofdzaak
Vergoeding wegens onregelmatige opzegging
4.1.
Artikel 7:677, lid 1, BW bepaalt dat ieder der partijen bevoegd is de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij.
4.2.
Artikel 7:677, lid 4, BW, voor zover hier van belang, bepaalt dat de partij die een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd, in strijd met lid 1 opzegt, aan de wederpartij een vergoeding is verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst geduurd zou hebben indien deze van rechtswege zou zijn geëindigd.
4.3.
Tussen partijen is in geschil of Topgolf [verzoekster] ten onrechte op staande voet heeft ontslagen, dat wil zeggen of Topgolf de arbeidsovereenkomst in strijd met artikel 7:677, lid 1, BW heeft opgezegd. De kantonrechter overweegt dat Topgolf in de e-mail van 24 februari 2016 heeft nagelaten om [verzoekster] mee te delen wat de dringende reden van het ontslag op staande voet is. De mededeling dat [verzoekster] “bedrijfsinformatie aan derden heeft verstrekt” is in dit verband onvoldoende. Niet duidelijk is immers om welke concrete bedrijfsinformatie het gaat en aan welke derden zij deze informatie verstrekt zou hebben. Alleen al op grond van deze omstandigheid heeft Topgolf opgezegd in strijd artikel 7:677, lid 1, BW en is het ontslag op staande voet ten onrechte gegeven.
4.4.
Daarnaast heeft Topgolf haar stelling dat door toedoen van [verzoekster] het bericht omtrent het mogelijke faillissement van Topgolf is verspreid binnen de golfwereld, in het licht van de betwisting door [verzoekster] , onvoldoende onderbouwd. [verzoekster] heeft erkend dat zij de inhoud van de e-mail van 12 februari 2016 heeft gedeeld met haar vader. Het is
echter begrijpelijk dat [verzoekster] contact opnam met haar vader, aangezien zij al een tijdje geen salaris ontving en geld van hem wilde lenen. [verzoekster] betwist dat haar vader de informatie over het faillissementsverzoek van Topgolf vervolgens heeft gedeeld met anderen. De enkele stelling van Topgolf dat mensen binnen de golfwereld verklaard zouden hebben dat zij via de vader van [verzoekster] gehoord hebben over het mogelijke faillissement van Topgolf vormt hiervoor een onvoldoende onderbouwing. Hierbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat gebleken is dat de e-mail van 12 februari 2016 naar een algemeen e-mailadres van Topgolf is gestuurd waar meerdere medewerkers toegang toe hebben. Er zijn dan ook meerdere medewerkers die de e-mail van 12 februari 2016 gelezen kunnen hebben. Daarnaast was het faillissementsverzoek aangevraagd door twee voormalige medewerkers van Topgolf. Zodoende zijn er dus meerdere mensen die (mogelijkerwijs) op de hoogte waren van het faillissementsverzoek en dit bericht mogelijkerwijs hebben verspreid. Daarom staat dus niet vast dat sprake was van een dringende reden om de arbeidsovereenkomst op te zeggen.
4.5.
Vanwege het ten onrechte gegeven ontslag op staande voet is Topgolf op grond van artikel 7:677, lid 4, BW een vergoeding wegens onregelmatige opzegging verschuldigd aan [verzoekster] . De kantonrechter zal het verzoek hiertoe dan ook toewijzen.
Billijke vergoeding
4.6.
Op grond van artikel 7:681, lid 1, aanhef en onder a, BW kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen, indien de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 671.
4.7.
Artikel 7:671, lid 1, aanhef en onder c, BW bepaalt dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig kan opzeggen zonder schriftelijke instemming van de werknemer, tenzij de opzegging geschiedt op grond van artikel 677, lid 1.
4.8.
Hiervoor is overwogen dat Topgolf de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd in strijd met artikel 7:677, lid 1, BW. Gelet hierop en omdat [verzoekster] niet heeft ingestemd met de opzegging, heeft Topgolf de arbeidsovereenkomst opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Op grond van artikel 7:681, lid 1, aanhef en onder a, BW kan de kantonrechter in dat geval een billijke vergoeding toekennen aan de werknemer ten laste van de werkgever.
4.9.
De kantonrechter is van oordeel dat Topgolf ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door [verzoekster] ten onrechte op staande voet te ontslaan. De kantonrechter zal gelet op artikel 7:681 lid 1, aanhef en onder a, BW dan ook een billijke vergoeding vaststellen. De billijke vergoeding dient gerelateerd te worden aan de aard en ernst van de verwijtbaarheid die de werkgever gemaakt kunnen worden. Het gaat er om te bepalen wat in dit concrete geval een passende vergoeding is.
4.10.
De kantonrechter wil bij de vaststelling van de hoogte van de billijke vergoeding enerzijds tot uitdrukking brengen dat een ten onrechte gegeven ontslag op staande voet grote impact heeft op iemands persoonlijk leven. Naast de emotionele impact ziet een werknemer zich plotseling geconfronteerd met een situatie waarin geen recht meer bestaat op salaris en waarin men niet in aanmerking komt voor een WW-uitkering. Dat rechtvaardigt dat een toe te kennen billijke vergoeding van substantiële betekenis moet zijn. Ook houdt de kantonrechter rekening met de omstandigheid dat [verzoekster] geen aanspraak kan maken op een transitievergoeding, gelet op de korte duur van haar dienstverband.
4.11.
Anderzijds kent de kantonrechter gewicht toe aan de relatief slechte financiële situatie van Topgolf, alsmede aan de omstandigheid dat [verzoekster] tot 12 oktober 2016 inkomen heeft uit de vergoeding wegens onregelmatige opzegging, terwijl zij vanaf 25 februari 2016 geen werkzaamheden meer verricht. Dit is weliswaar niet vrijwillig, maar wel een factor van betekenis.
4.12.
Alles afwegende oordeelt de kantonrechter in dit geval een billijke vergoeding van € 5.000,- passend.
Achterstallig loon, achterstallige reiskostenvergoedingen, wettelijke verhoging en wettelijke rente
4.13.
Ter zitting heeft Topgolf de achterstand in de betaling van het loon en de reiskostenvergoedingen erkend. De kantonrechter zal de verzoeken op deze punten dan ook toewijzen. Het verzoek inzake de wettelijke verhoging zal eveneens worden toegewezen, in die zin dat Topgolf over de achterstallige betaling van het loon in de periode 12 oktober 2015 tot en met 24 februari 2016 de wettelijke verhoging van 50% dient te betalen. Daarnaast zal ook het verzoek inzake de wettelijke rente worden toegewezen.
Premies sociale en werknemersverzekeringen
4.14.
[verzoekster] heeft haar stelling dat Topgolf onvoldoende premie heeft afgedragen aan het UWV door middel van productie 12 (akte producties 12 mei 2016) voldoende onderbouwd. Het verzoek onder e zal dan ook worden toegewezen.
Salarisspecificaties
4.15.
Het betoog van [verzoekster] dat de salarisspecificaties niet juist zijn, omdat Topgolf over deze maanden te weinig salaris heeft betaald gaat niet op, omdat de omstandigheid dat Topgolf te weinig salaris heeft betaald niet tot gevolg heeft dat de salarisspecificaties niet juist zijn. Niettemin staat voldoende vast dat de door [verzoekster] ontvangen salarisspecificaties over de maanden oktober tot en met december 2015 niet juist zijn, omdat de reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer hierop ontbreken. Daarnaast heeft Topgolf de stelling van [verzoekster] dat zij over 2016 in het geheel geen salarisspecificaties heeft ontvangen, niet betwist. Het verzoek onder f zal dan ook worden toegewezen. De kantonrechter zal aan de op te leggen dwangsom een maximum van € 5.000,- verbinden. Uit het voorgaande volgt dat Topgolf op de salarisspecificaties de reiskostenvergoedingen
woon-werkverkeer dient te vermelden.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.16.
[verzoekster] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. De kantonrechter zal het verzoek op dit punt als onvoldoende geconcretiseerd afwijzen.
Proceskosten
4.17.
Topgolf zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [verzoekster] worden begroot op:
- griffierecht € 471,00
- salaris gemachtigde €
600,00(2 punten x tarief € 300,00)
Totaal € 1.071,00
De verzochte wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen.
Incident
4.18.
Aangezien bij deze beschikking wordt beslist op de verzoeken in de hoofdzaak heeft [verzoekster] geen belang meer bij toewijzing van de verzochte voorlopige voorzieningen. Het verzoek hiertoe zal dan ook worden afgewezen.
4.19.
De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in de hoofdzaak
5.1.
veroordeelt Topgolf om aan [verzoekster] tegen bewijs van kwijting te betalen:
  • een vergoeding wegens onregelmatige opzegging ter hoogte van het netto equivalent van het salaris van € 2.400,- bruto per maand vanaf 25 februari 2016 tot 12 oktober 2016;
  • een billijke vergoeding van € 5.000,- bruto;
  • het achterstallig loon over de periode 1 oktober 2015 tot en met 24 februari 2016 ter hoogte van het netto equivalent van het bruto salaris van € 2.400,- per maand, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50%, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van indiening van dit verzoek, 21 maart 2016, tot de dag der voldoening;
  • betaling van de achterstallige reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer over de periode 1 oktober 2015 tot en met 24 februari 2016 ter hoogte van € 529,72 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van indiening van dit verzoek, 21 maart 2016, tot de dag der voldoening;
5.2.
veroordeelt Topgolf om de premies sociale en werknemersverzekeringen over 2015 en 2016 ten behoeve van [verzoekster] af te dragen;
5.3.
veroordeelt Topgolf tot het overhandigen aan [verzoekster] van schriftelijke en deugdelijke salarisspecificaties over 2015 en 2016 waarin de reiskostenvergoedingen
woon-werkverkeer zijn opgenomen, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, voor elke dag dat Topgolf na twee dagen na het wijzen van deze beschikking, hieraan niet voldoet, met een maximum van € 5.000,-;
5.4.
veroordeelt Topgolf tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [verzoekster] , tot de uitspraak van deze beschikking begroot op € 1.071,00 waarin begrepen € 600,- aan salaris gemachtigde, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van deze beschikking tot de dag van volledige betaling;
5.5.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders verzochte af;
in het incident
5.7.
wijst de verzoeken af;
5.8.
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt en verklaart deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.J. van Binsbergen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2016.