Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.NOTARIS [verweerder sub 1] ,
1.De procedure
“Verweerschrift tevens pleitnota (…)”),
2.De feiten
“Verkoper stelt bij deze vast de voorwaarden waaronder het hierna te vermelden object op zevenentwintig juni tweeduizend zestien zal worden geveild in De Rode Hoed, Keizersgracht 102, te 1015 CV Amsterdam, of zoveel later als de verkoper zal bepalen”.
“DE VEILING START STIPT OM 18.00 UUR”. Het woon-huis staat op de Eoagv-site als te veilen object bij de veilingdatum van 13 juni 2016 ver-meld, met daarbij in het rood vermeld
“**bericht 19 mei 2016: UITGESTELD NAAR 27 juni 2016”. Het woonhuis staat als te veilen object vervolgens bij de veilingdatum van 27 juni 2016 vermeld.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Geschillen over de veilingvoorwaar-den, over de wijze van verkoop of over dag, uur of plaats daarvan, dan wel, via welke web-site en gedurende welke periode er kan worden geboden, worden op verzoek van de meest gerede partij of van de notaris beslist door de voorzieningenrechter van de rechter in welker rechtsgebied de zaken geheel of grotendeels zijn gelegen, onverminderd de bevoegdheid van hen wier rechten bij executie niet worden geëerbiedigd zich daartegen overeenkomstig arti-kel 538 te verzetten.”.