ECLI:NL:RBMNE:2016:368

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 januari 2016
Publicatiedatum
27 januari 2016
Zaaknummer
16/661486-15
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en zware mishandeling in relatie met webcamseks

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 21 januari 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en zware mishandeling. De verdachte, die een relatie had met het slachtoffer, werd beschuldigd van het dwingen van het slachtoffer tot webcamseks en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Het slachtoffer heeft verklaard dat zij onder druk van de verdachte seksuele handelingen moest verrichten voor geld, waarbij zij ook fysiek mishandeld werd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer meerdere keren heeft bedreigd en mishandeld, onder andere door het gebruik van een honkbalknuppel en brandende sigaretten. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar aangemerkt, ondersteund door getuigenverklaringen en forensisch bewijs. De verdachte is veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling, zware mishandeling en mensenhandel. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, met inachtneming van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast is de voorwaardelijke invrijheidstelling van de verdachte herroepen, gezien de ernst van de feiten en het feit dat hij zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer voor immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/661486-15
V.I.-zaaknummer: 99-000434-43 (vord. herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling) (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 21 januari 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Somalië) op [1981] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] te [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2015 en 7 januari 2016. De verdachte is telkens in persoon verschenen en heeft zich op beide zittingen laten bijstaan door mr. M.A.J. van der Klaauw, advocaat te Haarlem.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: op 30 juni 2015 te Amersfoort [slachtoffer] heeft bedreigd;
feit 2: op 30 juni 2015 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een ruit en/of een deur in een woning aan de [adres] heeft vernield;
feit 3a: (
primair) meerdere malen in de periode van 1 juni 2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort [slachtoffer] (telkens) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten (blijvende) brandplekken en littekens) door (telkens) opzettelijk brandende sigaretten en/of aanstekers tegen het gezicht en/of het lichaam en/of de huid van voornoemde [slachtoffer] te drukken en/of te houden dan wel (
subsidiair) dat hij [slachtoffer] in voornoemde periode te Amersfoort door voornoemde handelingen meerdere malen opzettelijk heeft mishandeld;
feit 3b: [slachtoffer] meerdere malen in de periode van 1 juni 2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort opzettelijk heeft mishandeld, door (telkens met zijn vuisten en/of met een fles en/of met een honkbalknuppel op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] te slaan;
feit 4: in de periode van 1 juni 2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort zich meerdere malen ten aanzien van [slachtoffer] schuldig heeft gemaakt aan verschillende vormen van mensenhandel, terwijl deze feiten zijn voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of deze feiten zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben gehad.

3.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2, 3a primair, 3b en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten niet bewezen kunnen worden en derhalve verzocht verdachte integraal vrij te spreken. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de verklaringen van aangeefster onbetrouwbaar zijn en daarom niet bruikbaar zijn voor het bewijs. In dat kader heeft de raadsman onder meer gewezen op een eerdere strafzaak waarbij zowel verdachte als aangeefster zijn veroordeeld voor mensenhandel. Aangeefster heeft hierover wisselende verklaringen afgelegd. De raadsman heeft er verder op gewezen dat er tussen verdachte en aangeefster sprake was van een liefdesrelatie, dat zij een gezamenlijke huishouding voerden en dat aangeefster op meerdere momenten aantoonbaar de kans heeft gehad zich aan verdachte te onttrekken. In het geheel is er dan ook geen sprake geweest van dwang tot het verrichten van sekswerkzaamheden. Datzelfde geldt ten aanzien van het voor mensenhandel noodzakelijke oogmerk van uitbuiting, aldus de raadsman.
4.3.
Feiten en omstandigheden blijkend uit de bewijsmiddelen
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden. [1]
De bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Op dinsdag 30 juni 2015, omstreeks 18.10 uur kregen wij de melding te gaan naar de [adres] te [woonplaats] . De vriendin van een verdachte was daar via het balkon naar de buren gevlucht. De vriendin zou in elkaar geslagen zijn door haar vriend, welke de verdachte is. Omstreeks 18.15 uur waren wij ter plaatse en zagen wij een dame zwaaien op de derde etage. Hierop zijn wij naar de derde etage gelopen. Op de derde etage zagen wij een man staan en hoorden dat deze man aan het schreeuwen was. Deze man bleek later te zijn genaamd: [verdachte] . Hierna te noemen verdachte. Ik vroeg de verdachte zich te legitimeren. Hierop liep verdachte zijn woning binnen op de [adres] te [woonplaats] . Ik liep achter de verdachte aan en bleef in de hal van de woning staan. Ik zag dat er een houten honkbalknuppel in de gang lag naast de deur. Tevens zag ik nog een houten honkbalknuppel staan in de hoek van de woonkamer. Bij de buren trof ik de vriendin van verdachte aan. De vriendin bleek genaamd: [slachtoffer] . [2]
De bevindingen van [verbalisant 2] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Op 30 juni 2015 in de woning op de [adres] te [woonplaats] hoorde ik [slachtoffer] in het kort aan mij verklaren:
“Ik word door mijn vriend gedwongen seksuele handelingen te verrichten voor de webcam voor geld. Dit neemt mijn vriend allemaal op. Deze filmpjes staan op een laptop. Ik moet van hem al mijn dagelijkse bezigheden filmen. Hij kijkt deze beelden iedere dag terug of volgt ze direct. Hij heeft een laptop met filmpjes van me. De laptop waar de filmpjes op staan lag op tafel, maar nu niet meer”.
[slachtoffer] ging in de woning zelf op zoek naar de laptop en vond deze samen met haar pinpas onder het matras in de slaapkamer.
[slachtoffer] verklaarde mij: “Neem de laptop alsjeblieft mee en kijk naar het bewijs. Neem alle laptops mee hij gebruikte ze allemaal om mij iedere dag in de gaten te houden of te laten werken. Ik zit op een site waar een advertentie op staat. Als ik de afspraken niet doe dan slaat hij mij of verbrandt hij mij. De laatste keer dat hij mij sloeg moest ik zelfs naar het ziekenhuis en gehecht worden. Dit was in mijn gezicht”.
Ik zag dat er 2 andere laptops naast de laptop die [slachtoffer] vond onder haar matras in de woonkamer op tafel stonden. Ik zag meerdere verwondingen bij [slachtoffer] , waaronder littekens van brandwonden en snijwonden.
[slachtoffer] verklaarde mij: “Ik mag helemaal niets alleen” (..) “Nu was ik vanmiddag zo bang en was ik het zo zat dat ik over het hek naar de balkon van mijn buurvrouw ben gesprongen die ik helemaal niet ken”. [3]
Nadat met [slachtoffer] een “informatief gesprek” heeft plaatsgevonden heeft zij op 1 juli 2015 aangifte gedaan en nadien op verschillende data diverse nadere verklaringen afgelegd. Zij heeft voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven het volgende verklaard:
Aangifte
Ik heb vijf jaar een relatie met [verdachte] . Ik woon nu ongeveer een jaar samen met hem op de [adres] te [woonplaats] . Op 30 juni 2015, omstreeks 17.45 uur, bevond ik mij in die woning. (..) Ik merkte aan [verdachte] dat hij steeds bozer werd. Ik zat op het bed. Tussen het balkon en de deur staat een honkbalknuppel tegen de muur. Ik zag dat [verdachte] de honkbalknuppel pakte. Ik werd op dat moment ontzettend bang, omdat [verdachte] mij vaker heeft mishandeld. Ik hoorde [verdachte] ook zeggen dat hij mij iets aan ging doen. Ik verkeerde in zo’n grote shock dat ik niet meer precies weet welke woorden hij heeft gebruikt. Ik zag dat hij de honkbalknuppel ophief. (..) Ik vreesde voor mijn leven. (..) Inmiddels is het zo dat ik gemiddeld 1 keer per week geslagen word. Meestal gebruikt hij zijn vuisten, maar ik heb ook een litteken op mijn voorhoofd. [verdachte] heeft een glazen fles tegen mijn hoofd kapot geslagen. De wond is toen gehecht op de eerste hulp. Ik heb ook een forse brandwond onder mijn linkeroog. Hier heeft [verdachte] een sigarettenpeuk uitgedrukt. Dat is recent gebeurd en ik ben hiervoor naar de huisarts geweest. Het geweld wordt steeds heftiger. [4]
Nadere verklaring d.d. 1 juli 2015
In oktober 2014 werd mijn enkelband eraf gehaald. Ik woonde sinds mijn verlof al bij [verdachte] aan de [adres] te [woonplaats] . [verdachte] vond dat ik webcamwerk moest gaan doen. Ik moest dan achter een webcam zitten en me uitkleden voor de camera, voor andere mensen. Andere mensen in de chat vragen dan of ik mijn kleren uit wil doen, of ik mezelf wil vingeren en dat soort dingen. Ik werk liever in de supermarkt, of gewoon normaal werk, zeg maar. Ik deed het omdat [verdachte] dat wou. Hij zei dat hij bij me weg zou gaan en dat hij me zou slaan als ik hem tegensprak. Daarom deed ik het. Dat doet wel pijn, maar je houdt van iemand en daarom doe je die dingen. Als ik het niet deed dan werd hij boos, dan ging hij schelden, slaan en spugen. Ik kon niets doen. Hij is veel groter en sterker, en ik houd van hem. Hij sloeg met zijn hand. Hij sloeg met flessen tegen mijn hoofd. Ook heeft hij met honkbalknuppels op mijn scheenbeen geslagen. Hij heeft mij met een aansteker die aan was, dus waar een vlam uit kwam, gebrand op mijn onderbeen, mijn gezicht, mijn hals en achter mijn oor.
Opmerking verbalisant: aangeefster toont ons diverse brandplekken op haar linker onderbeen, gelaat en hals. Ook laat ze ons wonden op haar rug en haar bovenbeen zien. In de schaamstreek mes- en brandwonden en linkerzijde onder haar oor een brandwond. Achter haar rechteroor zit een brandwond. Bovenlip kapot en stukje van tand naast voortand. Rechterzijde voorhoofd litteken van een fles geslagen. Tussen haar haar aan de bovenzijde van haar hoofd een plek waar met een fles geslagen is.
Vanaf juni 2014 woon ik daar met hem. Vanaf december 2014 heb ik geen sleutel meer van de woning. Hij deed de deur op slot en ging weg. De webcamseks is in de woonkamer.
[verdachte] had altijd alle bankpasjes bij zich. Dat waren twee pasjes van de ABN. Een op mijn naam en een op zijn naam. Mijn pasje van de ABN had [verdachte] met de laptop onder het bed gelegd. Volgens mij was het een packerd bell laptop. Op die computer staat het programma “ [naam computerprogramma 1] ”. [verdachte] was weleens niet thuis, dat was in het begin, en hij kon dan met dat programma nakijken wat ik had gedaan en wat ik had getypt. Hij vond denk ik dat ik mijn werk niet goed deed. Hij was bang dat ik contact zou willen met die mensen die op die site kwamen. Later bleef hij erbij als ik mijn werk deed. Als ik mijn werk voor de webcam deed zat hij naast mij. Soms zagen mensen hem dan ook. Heel af en toe deed hij ook mee, niet dagelijks ofzo. [verdachte] en ik gingen dan neuken voor de camera. Ik denk dat mijn paspoort en dat van mijn hondje in zijn auto liggen.
Je komt op sites terecht waar je je moet aanmelden. Dan krijg je een bevestiging en dan kan je gaan werken. De websites die ik bezocht waren [webside 1] , [webside 2] en [webside 3] . [verdachte] had bedacht dat ik dit zo op die sites moest zoeken. Ik moest de websites zoeken, inloggen en aanmelden. Ik deed de webcamseks de hele dag, ook ’s avonds tot ‘s ochtends. Ik had altijd twee laptops tegelijkertijd aan. Ik moest mijzelf dan vingeren, de dildo gebruiken en soms neukte ik met [verdachte] . Er was alleen life seks. Ik zat dan in de bank. De camera was op mijn lichaam en vagina gericht. Ik las de chats aan [verdachte] voor. Ik moest ze voorlezen zodat hij kon horen dat ik geen privégesprekken met anderen had. Dat wilde hij niet. Hij werd dan boos. Mijn werknaam bij [webside 1] is “ [werknaam 1] ”, bij [webside 2] “ [werknaam 2] ” en bij [webside 3] “ [werknaam 3] ”.
[verdachte] ging meedenken wat ik in de advertenties moest zetten. Ik deed het omdat het moest van [verdachte] . Als ik het niet deed had ik een probleem. Hij heeft mij ook geslagen met drankflessen (opmerking verbalisant: aangeefster wijst naar het litteken boven haar rechter wenkbrauw). Er ligt nog wel bloed van mij op de tv in de woonkamer en er zit bloed van mij op de muur achter de bank in de woonkamer. Dit zit precies boven de bank. Daar zit een druppeltje bloed van mij. Ik denk dat dit bloed van mijn hoofd is, van ongeveer 3 weken geleden. Ik ben bij de huisarts geweest voor de brandplek op mijn linkerwang. Met webcamseks verdiende ik ongeveer 1200 of 1300 maximaal 1400 per maand. Ik moest van [verdachte] wat ik verdiende opschrijven in een boekje. Ik denk ongeveer 13 maanden gewerkt. Na mijn detentie in oktober 2014 ben ik naar Hongarije gegaan. Eigenlijk zouden we samen gaan, maar omdat wij zoveel ruzie samen hadden ben ik gevlucht en alleen gegaan. Ongeveer 2 a 3 weken daarna is [verdachte] mij op komen halen in Hongarije. Ik heb bankafschriften waarop staat hoeveel ik met webcamseks heb verdiend. Ik deed zelf niets met dat geld. Wij deden samen boodschappen van dit verdiende geld. Ik betaalde mijn ziektekosten van mijn rekening. Ik had niet het beheer over mijn geld dat deed [verdachte] . Soms pinde [verdachte] geld van mijn rekening. Ik weet niet wat hij met dat geld deed.
Ik deed niks van mijn eigen geld. [5]
Nadere verklaring d.d. 8 juli 2015
Als hij wegging draaide hij de deur op slot. Ik zat dan opgesloten. Buiten [verdachte] ging ik met niemand om. Niemand kwam bij ons op visite. [verdachte] zei dat ik een goede vrouw werd als hij me sloeg. Dan kon hij mij op het rechte pad zetten. Op dat moment deed het wel pijn, maar daarna zei hij dat het hem speet en dat hij het niet meer zou doen en dat geloofde ik dan. Hij kan heel goed manipuleren. Dan gaat hij heel lief en zielig doen. Dan krijg ik medelijden met hem en dan na een tijd is hij weer gewoon zoals hij was en waar ik van hield. Van [verdachte] mocht ik geen contact met mijn moeder hebben. Ik kan niet zelf beschikken over mijn pasje en dan gaan pinnen of ermee betalen zonder [verdachte] . Ik kan niet zelf bij mijn pasjes komen, hij heeft deze altijd bij zich in een klein zwart tasje dat je om kunt hangen. In dat tasje zit ook mijn paspoort, dierenpaspoort van mijn hondje, mijn zorgpas en mijn afsprakenkaart van de reclassering. Ik denk dat hij dat in zijn tasje had omdat hij dan denkt dat ik niet weg kan of zo. [verdachte] controleerde mij door de video’s te bekijken wat ik aan het doen was. Het computerprogramma [naam computerprogramma 2] maakt om de 30 seconden een screenshot van het beeldscherm. Ik moest webcamseks doen van [verdachte] . Als ik niet wilde kreeg ik ruzie met hem. Hij schold, schreeuwde en sloeg mij. Hij schold me uit voor hoer en slet. Hij brandde mij met een aansteker. Ik zat met opgetrokken benen op de bank en [verdachte] hielde de aansteker bij mijn been. Ik moet het wel doen anders gaat hij nog meer pijn doen. Op mijn been heeft hij zes keer opnieuw gebrand met een aansteker, dit is achter elkaar gedaan. [6]
Nadere verklaring d.d. 13 juli 2015
Ik moest minimaal 50 euro per dag verdienen minimaal van [verdachte] . Ja, klopt dat ik iedere dag gewerkt heb. Voorheen, voordat ik mijn hondje kreeg, als ik dan 50 euro per dag verdiend had was dat genoeg en mocht ik van [verdachte] stoppen met het werk voor die dag. Ik had dan ook op maandag zogezegd een vrije dag. Als ik dan een dag dit niet verdiend had kreeg ik geen vrije dag van [verdachte] maar moest ik op die maandag het geld dat ik te weinig had verdiend inhalen zeg maar. Als ik de 50 euro per dag niet haalde kregen we ruzie. [verdachte] begon dan te slaan en schelden. Als ik niet genoeg verdiend had op een dag bleef ik doorwerken net zo lang tot ik wel dit bedrag had verdiend. Rond Valentijnsdag 2015 hebben we een hondje gekocht. [verdachte] vond omdat ik een hondje had gekocht voor 500 euro en dit betaald was van mijn werkgeld ik dit bedrag weer terug moest verdienen met webcamseks. Ik mocht van [verdachte] niet alleen naar buiten. [7]
De verklaring van getuige [getuige] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Het viel mij in maart 2015 op dat de buren van de [adres] kennelijk een hondje hadden. Het valt mij op dat ik de buurvrouw nooit de woning zie verlaten of binnen zie gaan. Ik ben vaak thuis omdat ik een deeltijdbaan heb.
Op dinsdag 30 juni 2015, omstreeks 11.00 uur, zag ik dat de buurman en de buurvrouw in de portiekhal stonden. Ik zag dat de buurvrouw snel wegkeek. Ik kreeg de indruk dat de buurman het gesprek tussen mij en de buurvrouw wilde overnemen. Omstreeks 18.00 uur die dag bevond ik mij in mijn woning met mijn vriend, [B] . Op een gegeven moment hoorde ik een harde klap, uit de richting van de buren, alsof er een deur hard werd dichtgeslagen. Vervolgens hoorde ik de balkondeur van de buren kraken. Ik zag dat de buurvrouw vanuit het niets in mijn woning stond. Ik zag dat de buurvrouw zeer wijd openstaande ogen had en dat ze een strak gespannen mond had. Ik zag tevens dat haar lichaam trilde. Ik hoorde dat ze riep: “doe de deur dicht, doe de deur dicht, bel de politie! Hij maakt me dood, hij heeft een knuppel! Bel de politie!” Ik hoorde dat ze tevens riep: “ik wil niet, ik wil niet meer”. (..) De buurvrouw liet mij diverse oude verwondingen en littekens zien en zij zei dat deze verwondingen door haar partner werden toegebracht. [8]
De bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven 10
Vandaag, woensdag 1 juli 2015, heb ik een personenauto van het merk Volkswagen, type Polo en voorzien van het kenteken [kenteken] doorzocht. Dit voertuig staat op naam van [verdachte] en werd op 30 juni op de [straatnaam] inbeslaggenomen. In het voertuig heb ik de volgende goederen aangetroffen op de daarbij beschreven locaties:
- een bruin lederen portemonnee welke in het dashboardkastje lag met de volgende inhoud:
  • (meerdere passen en ID op naam van [verdachte] )
  • Rabo bankpas op naam van [slachtoffer]
  • ABN-Amro bankpas op naam van [slachtoffer] .
- Een zwart tasje welke in het dashboardkastje lag met de volgende inhoud:
  • Paspoort van [slachtoffer]
  • Zilverenkruiszorgpas op naam van [slachtoffer]
  • Paspoort voor gezelschapsdieren
  • O.a. diverse pasjes en kentekenbewijs op naam van [verdachte]
Medische gegevens met betrekking tot [slachtoffer]
Met toestemming van [slachtoffer] is haar medische dossier opgevraagd bij haar huisarts mevrouw dr. [H] . [slachtoffer] heeft in de periode van 1 juli 2014 tot en met 12 mei 2015 17 keer haar huisarts bezocht onder andere voor:
-een gebroken middelvinger (1 juli 2014);
-rugklachten en een verbrande nek (16 juli 2014);
-een hoofdwond werd gehecht (28 april 2015);
-een brandplek onder haar linker oog (12 mei 2015); [10]
Een proces-verbaal “letselfotografie” voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Op 2 juli 2015 zijn door ons letsels gefotografeerd van aangeefster [slachtoffer] . Hierbij werd het volgende waargenomen:
-litteken van circa 3,5 cm op het voorhoofd, boven rechter oog;
-litteken van circa 2,5 cm lang boven het rechter oog;
-litteken op de neusbrug van circa 1 cm lang;
-rondvormig litteken achter rechter oog;
-litteken rechter zijde van bovenlip van circa 1 cm lang;
-cirkelvormig litteken op linker wang met een doorsnede van circa 1,5 cm;
-streepvormige huidbeschadiging van circa 1 cm lang bij linker oor;
-rondvormig litteken achter het linker oor met een doorsnede van circa 1 cm;
-streepvormige wond op het achterhoofd circa 4 cm lang.
-rondvormige rode huidverkleuring met doorsnede van circa 2,5 cm op de rechter schouder;
-rode huidverkleuring van circa 2 cm doorsnede op linker elleboog;
-streepvormige rode huidverkleuring van circa 1 cm lang, voor linker oksel;
-twee streepvormige rode huidverkleuringen op linker schouderblad, beide van circa 12 mm lang;
-rode huidverkleuringen (met kortvorming) van circa 2 cm lang op rechter onderbeen net onder de knie;
-rondvormige rode huidverkleuring (met kortvorming) op linker bovenbeen boven de knie met doorsnede van circa 1 cm;
-zes parallel lopende, ovaalvormige littekens op het linker onderbeen, net onder de knie;
-streepvormige rode huidverkleuring van circa 1 cm lang, aan de binnenzijde van het rechter bovenbeen;
-rondvormige rode huidverkleuring van circa 1 cm doorsnede aan de binnenzijde van het linker bovenbeen; [11]
Een rapport van [A] , forensisch arts KNMG, werkzaam bij het NFI voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Er vond onderzoek plaats naar de aard en mogelijke oorzaken van letsels en littekens die op 2 juli 2015 zijn vastgesteld en gefotografeerd bij mevrouw [slachtoffer] . De foto’s zijn van goede kwaliteit en de omtrent het waargenomen letsels en littekens wordt onder meer het volgende bevonden:
1. in de huid van het behaarde hoofd, nabij de kruin en waarschijnlijk links van de middenlijn, bevindt zich een onregelmatig begrensde rode huidverkleuring met onderbreking van het huidreliëf ter grootte van minimaal circa 3,6 x 0,8 cm;
2. circa 0,7 cm voor de oorschelp is een streepvormig oppervlakkige huidperforatie van circa 0,8 x 0,1 cm;
3. circa 2 cm onder de linker oorschelp bevindt zich een onscherp begrensd cirkelvormig huidgebied met verstoord huidreliëf en vlekkig verdeelde lichte pigmentatie van circa 1,3 cm doorsnede;
4. circa 2 cm onder de buitenooghoek toont de huid van de linker wang een scherp begrensde cirkelvormige rode verkleuring van circa 1,4 cm doorsnede. Een deel van de begrenzing lijkt te worden gevormd door een smalle lijn van ontvelling. In genoemd huidgebied zijn intacte gelaatshaartjes aanwezig;
5. In de huid direct onder de rechter oorschelp bevindt zich een ovaalvormig rood litteken van circa 1,3 x 0,8 cm. Het huidgebied toont een verstoord huidreliëf met tekenen van samentrekking;
6. circa 2,5 cm boven de rechter wenkbrauw bevindt zich een onscherp en onregelmatig begrensd streepvormig gebied van roodheid ter lengte van circa 2,9 cm;
7. Langs de bovengrens van het rechter bovenooglid verloopt een boogvormig rood huidlitteken ter lengte van circa 2 cm;
8. In de huid van de neusbrug ter hoogte van de ogen, bevindt zich een streepvormige rode verkleuring van de huid van circa 0,4 cm;
9. rechts in de bovenlip is een schuin georiënteerd rood litteken van de huid en het lippenrood van circa 1 cm lengte. Het litteken reikt (voor zover zichtbaar) tot het slijmvlies;
10. van het bovengebit aan de rechterzijde is de buitenste snijtand (element 12) deels afgebroken en toont een onregelmatige breuklijn. Mogelijk heeft ook de grote snijtand (element 11) een breuk van de binnenste hoek.
Uit het proces-verbaal blijkt dat het slachtoffer aangifte heeft gedaan van twee soorten van geweldsinwerking:
A: uitwendige inwerkingen van stomp botsend mechanisch geweld, uitgevoerd als slagen met handen, flessen en honkbalknuppels (o.a. tegen het hoofd en scheenbeen)
B: uitwendige inwerking van thermisch geweld, uitgevoerd met brandende sigaretten en één of meerdere aanstekers (o.a. aan de linkerwang, achter een oor, in de hals en aan een onderbeen.
Littekens zowel de A als B geweldsinwerking waren in de onderhavige casus in meervoud aanwezig.
Conclusie: De waargenomen littekens zijn zeer wel verklaarbaar door de geweldsinwerkingen zoals beschreven in het aangeleverde proces-verbaal. Een andere (maar soortgelijke) toedracht, andere ontstaankaders en ontstaanmomenten kunnen echter niet worden uitgesloten. [12]
Een proces-verbaal ‘sporenonderzoek’ voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Op 1 juli 2015 werd in de woning aan de [adres] te [woonplaats] in de woonkamer onderzoek naar bloedspatten op de muur verricht. In de woonkamer werd mij de betreffende wand getoond. Voor de wand stond een bank. Ik zag een bloedspattenpatroon op de wand en ook enkele vlekken achter deze bank. Ik zag dat de bloedspatten zowel naar links als naar rechts wegliepen. Gezien de vorm en positie van de bloedspatten waren deze afkomstig vanaf een plaats ongeveer in het midden van de bank. Ik heb de bloedspatten op drie plekken bemonsterd. In de slaapkamer van de woning, aansluitend aan de woonkamer trof ik enkele bloedvlekken aan. De plekken waren; aan de rechter en linkerzijde van de deur, op het bovendeel van het bed en op de rechter deur van de kledingkast. [13]
Een proces-verbaal ‘sporenonderzoek’ voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Een bloedspattenpatroon ontstaat normaliter door een impact op een bebloed oppervlakte. Er moet een gebeurtenis zijn waarbij bloed vrijkomt. Bij geweldsdelicten is er meestal sprake van uitwendig botsend/stompend geweld op het lichaam waardoor een bloedende wond ontstaat. Bij een tweede impact op deze plaats wordt het bloed met kracht ‘weggeduwd’. Als de bloeddruppels tegen een oppervlakte aan komen ontstaat een bloedspattenpatroon. Er kan normaliter vanuit worden gegaan dat bloedspatten ontstaan bij een tweede (of daarop volgende) impact, omdat er bij een eerste klap/stomp geen bloed is om in te slaan en er dus geen bloed wordt weggeduwd. Uitzonderingen zijn mogelijk zoals bijvoorbeeld een slagaderlijke bloeding. Echter zie ik in deze casus hiervoor geen sporen of aanwijzingen. [14]
Een proces-verbaal van bevindingen “onderzoek bankrekeningen” voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
De transactiegegevens van de ABN AMRO Bank en de ING-bank van de rekeningen op naam van [slachtoffer] werden verkregen. Hieruit bleek dat door een drietal bedrijven periodiek geld werd overgemaakt op deze rekeningnummers. Het gaat hierbij om de volgende bedrijven:
[bedrijf 1] , dit bedrijf is verantwoordelijk voor de webcamsekssite: [webside 3]
[bedrijf 2] , dit bedrijf is verantwoordelijk voor de webcamsekssite: [webside 2]
[bedrijf 3] , dit bedrijf is verantwoordelijk voor de webcamsekssite: [webside 1] . [15]
Totaal werd door genoemde bedrijven € 10.776,80 overgemaakt op beide rekeningen over de periode 2 mei 2014 tot en met 7 juli 2015. [16]
[slachtoffer] heeft vanaf 1 november 2012 tot en met 22 oktober 2014 in detentie gezeten. Vanaf 23 augustus 2013 tot en met 22 juni 2014 mocht zij geregeld de weekenden met regimair verlof.
Uit de verkregen opbrengstoverzichten van [bedrijf 2] blijkt dat [slachtoffer] vanaf 22 februari 2014 diverse weekenden, dat zij regimair verlof had, heeft gewerkt voor [bedrijf 2] . Op de opbrengstoverzichten is tevens te zien dat zij vanaf 22 oktober 2014 t/m 1 december 2014 niet gewerkt heeft voor [bedrijf 2] . Uit de verkregen informatie blijkt dat [slachtoffer] :
in de maand december 2014 5 dagen niet heeft gewerkt;
in de maand januari 2015 1 dag niet heeft gewerkt
in de maand februari 2015 2 dagen niet heeft gewerkt
in de maand maart 2015 alle dagen heeft gewerkt
in de maand april 2015 1 dag niet heeft gewerkt
in de maand mei 2015 11 dagen niet heeft gewerkt
in de maand juni 2015 4 dagen niet heeft gewerkt. [17]
Een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de inbeslaggenomen LG-E610 voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
In de LG-E610 zijn WhatsAppberichten aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat de LG-E610 is voorzien van het telefoonnummer ** [telefoonummer] . In het WhatsApp verkeer zag ik tussen het nummer ** [telefoonummer] en het nummer ** [telefoonummer] de volgende gesprekken. Uit onderzoek blijkt dat [slachtoffer] gebruik heeft gemaakt van het nummer ** [telefoonummer] . [18]
1 februari 2015, nummer ** [telefoonummer] naar ** [telefoonummer] :
“ik wil graag lief voor je zijn maar als ik je iets vies betrap ohhh bb ik hoek jou en misschien weglopen van je zo ver mogelijk”; [19]
3 maart 2015, nummer ** [telefoonummer] naar ** [telefoonummer]
: “alles wat je fout doet volgen me als slechte herinneringen soms wil ik je echt slaaaaan maar ik wil dat niet meer doen je hebt me zo vaak teleurgesteld maar ik hou van je”; [20]
23 maart 2015, nummer ** [telefoonummer] naar ** [telefoonummer] :
“Ik hou ook van jou baby en ik ga me echt gedragen hoe jij het wil. Ik ga noooit meer fout maken in dit werk. Ik wil jou bewijzen dat ik wel kan luisteren en gedragen zodat je trots op mij kan zijn dat betekend veel voor mij”; [21]
28 maart 2015, nummer ** [telefoonummer] naar ** [telefoonummer] :
“Baby ik hou heeeeel veeeel van jou nooit vergeten ook al ben ik een waardeloos dom wijf maar ik hou van je. En dat zou ik altijd doen, zolang ik leef”; [22]
28 maart 2015, nummer ** [telefoonummer] naar ** [telefoonummer] :
“Nutteloze hoer ook die geilt op klanten en niet meer aan geld denkt”; [23]
16 april 2015, nummer ** [telefoonummer] naar ** [telefoonummer] :
“Lul niet en ga werken ok”; [24]
30 april 2015, nummer ** [telefoonummer] naar ** [telefoonummer] :
“Ik vind het niet erg als je geneukt wordt voor geld maar ik hou er niet van als je achter mijn rug om contact zoekt”; [25]
In het toestel werden diverse mails aangetroffen afkomstig van onder ander de sekssites [webside 4] , [webside 5] , [webside 3] , [webside 6] en [webside 7] , waarbij de mails gericht waren aan [slachtoffer] . Op voornoemde sites werden advertenties aangetroffen waarin de diensten van [slachtoffer] werden aangeboden met daarbij foto’s waarop zij staat afgebeeld. Ook is te zien in de webhistorie van het toestel dat deze sekssites meerdere keren werden bezocht. In deze telefoon werd een emailaccount aangetroffen
[emailaccount van slachtoffer]. In de inbox werd een emailbericht aangetroffen van dit emailaccount: “beste [slachtoffer] , Je foto is goedgekeurd. Met vriendelijke groet, [webside 3] ”. [26]
Een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de inbeslaggenomen LG-H420 voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Door aangeefster is verklaard dat dit haar telefoon betrof. Ik zag een mailwisseling tussen [slachtoffer] en [verdachte] . Deze mailwisseling is van 29 oktober 2014.
Mail from [slachtoffer] @** to [verdachte] @** d.d. 29 oktober 2014 te 10:27:46:
“Ik ben niet in Nedereland, en je kan ook niet naar me toe schat (..) Ik geloof dat je wil veranderen maar ik weet dat het niet gaat lukken (..) weet je nog dat ik je die keer heb laten zweren dat je me nika zou doen op je dochtertje. Een weetje nog wat je gedaan heb met aigaret . Ik geef je niet de achuld ervoormaar zulke dingen blijven voor altijd of die ene keer i in de kwuken wat je in me mond dewi. Het zijn dingen waar ik nacherries over heb en da tik wakker schrik. Ik had het graag gewild dat hetanders was echt geloof me, maar ik kan er niet op vertrpuwen dat je me nopot mwer zal aanraken.”. [27]
Een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de inbeslaggenomen laptop Packard Bell voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Op deze gegevensdrager zijn door ons 43 filmpjes aangetroffen. Twee van deze filmpjes zijn letterlijk uitgewerkt en acht filmpjes zijn kort omschreven. De overige filmpjes geven een soortgelijk beeld als de in dit proces-verbaal beschreven filmpjes. De filmpjes bevatten beelden van een vrouw. De vrouw werd door collega [E] herkend als [slachtoffer] . De filmpjes zijn gemaakt in de woning op de [adres] te [woonplaats] . De filmpjes bevatten beelden van een man. De man werd door collega [C] herkend als [verdachte] . Verder is er op de filmpjes te zien en te horen dat [slachtoffer] middels een mobiele telefoon, telefoongesprekken aan het voeren is. Verbalisanten hoorden op de achtergrond, vermoedelijk het stemgeluid van een man. Dit stemgeluid werd door [C] herkend als het vermoedelijke stemgeluid van [verdachte] . Uit onderzoek van de bovenstaande gegevensdrager bleek dat er filmpjes te zien waren waarop [slachtoffer] deze gegevensdrager tijdens het verplaatsen in de woning met zich meedroeg. Tevens kun je zien en horen dat zij communiceren via mobiele telefoon.
Uitwerking filmpje 1 (30-06-2015 omstreeks 15:18 uur)
We zagen dat [slachtoffer] in de keuken stond af te wassen. Omstreeks 15.24.15 uur is [slachtoffer] klaar met de afwas. Verbalisanten zagen dat [slachtoffer] zich verplaatste van de keuken naar de woonkamer en de laptop mee nam. Verbalisanten zag dat [slachtoffer] op de bank zat en dat op de salontafel een mobiele telefoon lag. Voerde een gesprek met een man. Geluid werd herkend als het vermoedelijk stemgeluid van [verdachte] .
F= [slachtoffer]
H= [verdachte]
H: Ja wat zei je?
F: Ik zei hoor je mij, want die dingen van slavending ging af, maar ik het nog niet geaccepteerd. Ik ging net zitten. Ik wist niet of ik jou eerst moest bellen of gewoon accepteren.
(..)
H: dat ding neemt toch op
F: Ja, ja maar ik wist niet zeker, eerst hadden we afgesproken dat ik het je altijd moest melden en ik wist op dit moment niet
(..)
H: je moet doen toch (onverstaanbaar) dan kan ik terugkijken toch
Uitwerking filmpje 2 (30-06-2015 omstreeks 15:48 uur)
(..)
F: Kijk ik ben euh die slaaf aan het laten zuigen op een bierfles
H: heu
O: [slachtoffer] pakte mobiele telefoon van de salontafel
F: Ik ben die slaaf aan het laten zuigen op die bierfles. Hij zegt, ok meesteres mag ik een beetje meer van mijn meesteres zien?
H: oh van jou?
F”Ja dus dan doe moet ik gewoon het scherm omhoog doen toch gewoon
H: ja ja ja
F: Ok
O: verbalisanten zien dat [slachtoffer] het scherm van de laptop wat omhoog doet en begin te typen
(..)
F: Hij zegt, mag ik tot je borsten en de rest niet meesteres
H: zeker je borsten
F: Ja
H: Maar wat heb je aan dan?
F: Dat zwarte jurkje
H:: Ja euh laat je borsten zien dan
F: Ja ja slaaf. Moet nog een beetje omhoog
H: Doe dan helemaal omhoog tot je kin. Of tot aan je gezicht dat maakt niet uit. Die meneer vraagt toch niet.
F: Nee ja dat is waar maar ik zie de scherm niet dat is het probleem toch omdat euh
H: Laat die borsten zien gewoon maakt niet uit. Onverstaanbaar…
F: Ja ik ga zeggen lik meesteres de borsten slaaf
H: Ja haar ze gewoon eruit…onverstaanbaar.
O: [slachtoffer] haalt met haar handen haar borsten uit haar jurkje
(..)
F: mag ik die gesprek wegdoen
H: nee
F: huh
H: Hallo
F: ja hoor je mij
H: nee
F: Ok nee is goed dan laat ik het staan, het is maar een vraag
O: verbalisanten zien dat [verdachte] bij de voordeur van de woning staat. Verbalisanten horen wederom op de achtergrond een geluid wat lijkt of er een slot wordt open- of dichtgedraaid. [verdachte] en [slachtoffer] zijn nu beiden in de woonkamer.
F: opstaan? Naar je toe komen?
O: verbalisanten zien dat [slachtoffer] op de mobiele telefoon drukt, vermoedelijk verbreekt zij de verbinding. Verbalisanten zien dat [slachtoffer] naar [verdachte] toeloopt.
H: daar je is om…onverstaanbaar goed…
O: verbalisanten zien dat [slachtoffer] zich aan [verdachte] toont.
H: andere kant!
O: verbalisanten zien dat [slachtoffer] de jurk aan [verdachte] toont. Ze loopt door de woonkamer en er volgt een stukje onverstaanbare tekst.
F: onverstaanbaar….moet ik iets anders aan doen?
H: onverstaanbaar…het is wel mooi maar ik wil stuk been zien
(..)
O: verbalisanten zien dat [verdachte] op de bank gaat zitten en plaats neemt achter de laptop en het beeldscherm.
H: onverstaanbaar
F: Het hele gesprek bedoel je..gewoon naar boven scrollen.
O: [slachtoffer] helpt [verdachte] met de laptop.
Filmpjes kort omschreven
Film 3 (18-06-2015 13-56-05)
[slachtoffer] zit op de bank. Ze houdt een doek voor haar gezicht ter hoogte van haar oog. Vermoedelijk koelt ze haar rechteroog. Op dit filmpje is te zien dat [slachtoffer] aan de rechterkant een blauw oog heeft.
Film 4 (18-06-2015 15-56-11)
[slachtoffer] verplaatst zich naar de douche en neemt de laptop mee. De laptop wordt door [slachtoffer] neergezet zodat zij tijdens het douchen in beeld is.
Film 5 (21-06-2015 21-09-44)
[slachtoffer] zit op de bank. Vermoedelijk wordt het linker oog gekoeld. Op dit filmpje is te zien dat [slachtoffer] een blauw rechter oog heeft en een blauw linker oog.
Film 7 (26-06-2015 13-28-49)
[verdachte] hangt een zwart tasje om zijn nek. Hij gooit een mobiele telefoon naar [slachtoffer] . [slachtoffer] zegt: “ik bel jou”. [slachtoffer] verplaatst zich naar de keuken en neemt de laptop mee. [slachtoffer] verplaatst zich naar de douche en neemt de laptop mee. [28]
Een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de inbeslaggenomen laptop Hewlett-Packerd voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Ik zag op het computer-bureaublad een icoontje met de naam [naam computerprogramma 2] . [naam computerprogramma 2] is de naam van het softwareprogramma waarover [slachtoffer] verklaarde. [naam computerprogramma 2] is een softwareprogramma dat elke 30 seconde een screenshot neemt van het beeld dat op dat moment zichtbaar is op het beeldscherm. Op meerdere afbeeldingen zijn de url’s van de websites [webside 1] en [webside 2] te zien. Er zijn meerdere chats te zien tussen [werknaam 2] en anderen. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij die naam gebruikte bij haar webcamsekswerkzaamheden. Ik zag dat de vrouw op meerdere afbeeldingen geheel ontkleed of schaars gekleed te zien was. Ik zag op meerdere afbeeldingen dat de vrouw seksuele handelingen met zichzelf uitvoerde.
Afbeelding 1:
Ik zag op afbeelding 1, dat de vrouw op deze afbeelding op haar knieën zat. Ik zag dat deze vrouw een onderbroek en een bh aan had. Ik zag dat de vrouw haar rechterhand in haar onderbroek had. Ik zag dat er chatgesprekken zichtbaar waren. Ik zag dat dit onder andere een gesprek was tussen de gebruikers met de namen [werknaam 2] en [D] . Ik zag dat de gebruiker met de naam [D] getypt had: “en je hand diep in je broekje”. [29]
Een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de inbeslaggenomen laptop Toshiba voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven
Ik zag op het computer-bureaublad een icoontje met de naam [naam computerprogramma 2] . [naam computerprogramma 2] is de naam van het softwareprogramma waarover [slachtoffer] verklaarde. [naam computerprogramma 2] is een softwareprogramma dat elke 30 seconde een screenshot neemt van het beeld dat op dat moment zichtbaar is op het beeldscherm. Op meerdere afbeeldingen is een vrouw te zien die door collega [E] herkend is als identiek aan [slachtoffer] . Op meerdere afbeeldingen zijn de url’s van de websites [webside 1] en [webside 2] te zien. Er zijn meerdere chats te zien tussen [werknaam 2] en anderen. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij die naam gebruikte bij haar webcamsekswerkzaamheden. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij die naam gebruikte bij haar webcamsekswerkzaamheden. Ik zag dat op meerder afbeeldingen te lezen was dat de teksten op de afbeeldingen seksueel van aard waren. Ik zag dat de vrouw op meerder afbeeldingen geheel ontkleed of schaars gekleed te zien was. Ik zag op meerder afbeeldingen dat de vrouw seksuele handelingen met zichzelf uitvoerde.
Ik zag op een afbeelding een vrouw. Deze vrouw is door collega [E] herkend als identiek aan [slachtoffer] . Ik zag dat onder het oog van deze vrouw een donker grijze plek zat. Op meerdere aangetroffen afbeeldingen was deze grijze vlek niet zichtbaar. Uit onderzoek is gebleken dat deze screenshot gemaakt is op 15 mei 2015. [30]
4.4
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1.
Vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde
Gelet op de door aangeefster afgelegde verklaring bij de rechter-commissaris d.d. 19 november 2015 staat niet vast dat verdachte de ruit heeft vernield. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal verdachte van dit feit vrijspreken.
4.4.2
Overwegingen ten aanzien van de verklaringen van [slachtoffer]
De verdediging heeft aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer] niet bruikbaar zijn voor het bewijs, nu de inhoud er van onbetrouwbaar is. De verdediging heeft in dit kader aangevoerd dat zij uit rancune aangifte heeft gedaan en dat zij alles vooraf bedacht heeft. Deze rancune is ontstaan omdat verdachte haar had gezegd een einde aan de relatie te willen maken, aldus de verdediging.
De rechtbank verwerpt dit verweer en merkt de verklaringen van aangeefster [slachtoffer] aan als betrouwbaar. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Aangeefster heeft, nadat de politie was gealarmeerd door haar buren, terstond een verklaring afgelegd tegenover de ter plaatse gekomen verbalisanten. Hierna is zij nog diverse malen door de politie gehoord en in een later stadium heeft de verdediging bij de rechter-commissaris ook de gelegenheid gehad haar te ondervragen. Hoewel tussen het eerste contact met de politie op 30 juni 2015 en haar laatste verklaring afgelegd bij de rechter-commissaris op 19 november 2015 enige tijd is gelegen, zijn deze gedetailleerde verklaringen op essentiële onderdelen consistent en worden deze op wezenlijke punten ondersteund door andere bewijsmiddelen. Deze ondersteuning is onder meer gelegen in -kort gezegd- de verklaring van de buurvrouw, de bevindingen van de op 30 juni 2015 ter plaatse gekomen verbalisanten, de bevindingen met betrekking tot het geconstateerde letsel, het onderzoek naar bloedsporen in de woning van verdachte, de bevindingen met betrekking tot de laptops, de bevindingen met betrekking tot de whatsapp- en mailberichten en de bevindingen met betrekking tot de financiën en de webcamsites. Dat aangeefster over een oude strafzaak wisselend heeft verklaard, maakt niet dat de verklaring van aangeefster – gelet op het hiervoor overwogene – in deze strafzaak als onbetrouwbaar moet worden aangemerkt.
4.4.3
Overwegingen ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De verklaring van aangeefster vindt steun in het feit dat aangeefster de woning van verdachte heeft verlaten door over de balustrade van het balkon van de woning naar het balkon van de buren te springen, de verklaring van de buurvrouw over het aantreffen van aangeefster in haar woning en haar bevindingen over de gemoedstoestand van aangeefster op dat moment. Daarnaast vindt haar verklaring steun in het aantreffen van honkbalknuppels in de woning van verdachte en in het feit zij al eerder is mishandeld door verdachte, zoals hieronder bewezen is verklaard.
4.4.4
Overwegingen ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Aangeefster heeft diverse malen verklaard over de keren dat zij is mishandeld door verdachte en het daardoor ontstane letsel. Uit het medisch dossier is gebleken dat zij zich op meerdere momenten met letsel bij de huisarts heeft gemeld. Daarnaast zijn op 30 juni 2015 door verbalisanten verwondingen en letsel waargenomen. Hiervan zijn foto’s gemaakt en beschikbaar gesteld voor onderzoek naar de aard en mogelijke oorzaak van de letsels zoals die zijn geconstateerd. Volgens letseldeskundige [A] van het NFI zijn de waargenomen littekens zeer wel verklaarbaar door de geweldsinwerkingen, zoals omschreven door aangeefster. Ook uit diverse whatsapp-berichten en mailberichten blijkt dat er in de relatie sprake was van ernstig geweld. In dit kader wijst de rechtbank nog specifiek op de mailwisseling tussen aangeefster en verdachte van 29 oktober 2014. Uit het proces-verbaal volgt dat aangeefster op dat moment in Hongarije bij haar grootouders verblijft en verdachte is dan in Nederland. Na een mail waarin aangeefster onder meer een incident met een sigaret aanhaalt en aangeeft dat zij geen pijn meer wil, ontkent verdachte dit incident niet in zijn daarop volgende mails en vraagt hij aangeefster in de volgende mails om vergeving en belooft hij beterschap.
De rechtbank overweegt dat het op een lichaam houden van een brandende aansteker of sigaret in beginsel kan worden aangemerkt als een handeling die zwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. Uit het NFI-rapport van letseldeskundige [A] blijkt dat er meerdere littekens van brandwonden aan het hoofd van aangeefster zijn geconstateerd. Nu het gaat om meerdere, zichtbaar ontsierende littekens in het gelaat en onder de linker en rechter oorschelp van aangeefster, en als algemeen bekend heeft te gelden dat littekens van brandwonden zonder medisch ingrijpen blijvend zullen zijn, waardeert de rechtbank dit letsel als zwaar lichamelijk letsel.
Op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank het onder 3A primair en 3B ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.4.5
Overwegingen ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
Inleidende opmerkingen
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan - kort gezegd - mensenhandel zoals omschreven in artikel 273f, eerste lid, sub 1, 4, 6 en 9 Sr. Wezenlijk bestanddeel van diverse varianten van het delict mensenhandel is dat sprake is van uitbuiting en/of dat het oogmerk van verdachte daarop is gericht. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat instemming met de uitbuiting niet in de weg hoeft te staan aan bewezenverklaring van die uitbuiting, indien één van de in de wet omschreven dwangmiddelen is gebruikt. De beperking van de keuzevrijheid van het slachtoffer is voldoende om een gedwongen karakter aan te nemen. Er hoeft geen sprake te zijn geweest van een zodanige dwang of druk dat voor het slachtoffer geen andere keuze meer mogelijk was. Tot slot mag de rechter (mede) uit de omstandigheden afleiden dat er sprake is van misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of misbruik van een kwetsbare positie. Van een uitbuitingssituatie in de prostitutie kan worden gesproken wanneer de betrokkene in een situatie verkeert die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin de "gemiddelde mondige prostituee in Nederland" pleegt te verkeren, die zelf bepaalt voor wie, maar ook waar, wanneer, met wie en onder welke omstandigheden zij werkt. Vereist is wel dat de verdachte zich bewust moet zijn geweest van de relevante feitelijke omstandigheden van de betrokkene, waaruit het overwicht voortvloeit.
Een bewezenverklaring van mensenhandel ingevolge artikel 273f lid 1 Sr kan volgen indien (i) verdachte een persoon met
het oogmerk van uitbuitingdoor gebruik van
dwangmiddelenheeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen (te weten:
handelingen) (artikel 273f lid 1 sub 1 Sr), (ii) verdachte door het hanteren van dergelijke middelen een persoon gedwongen heeft of bewogen heeft zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (artikel 273f lid 1 sub 4 Sr), (iii) verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van een ander persoon (artikel 273f lid 1 sub 6 jo. lid 2 Sr) of (iv) verdachte door het hanteren van voornoemde middelen een persoon heeft gedwongen dan wel heeft bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van diens seksuele handelingen met en/of voor een derde (artikel 273f lid 1 sub 9 Sr).
In de hierna te volgen bewijsoverweging zal op deze onderdelen worden ingegaan.
Dwangmiddelen (artikel 273f lid 1 sub 1, 4 en 9 Sr)
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en in nauwe samenhang bezien, bewezen kan worden dat sprake is geweest van geweld, dreiging met geweld en een of meer andere feitelijkheden.
Geweld
Uit hetgeen is overwogen ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde volgt dat verdachte aangeefster meermalen mishandeld heeft. Uit haar verklaringen, die de rechtbank betrouwbaar acht en die hiervoor zijn opgenomen, is gebleken dat als aangeefster geen webcamseks wilde verrichten, zij ruzie kreeg met verdachte en hij daarbij geweld toepaste. Datzelfde gold als zij minder dan € 50,- per dag verdiende.
Dreiging met geweld
Uit de bewijsmiddelen volgt dat er op 30 juni 2015 een bedreiging plaatsvond. Naast deze bedreiging is door aangeefster geen specifieke bedreiging genoemd. De rechtbank is echter van oordeel dat er blijkens de bewijsmiddelen veelvuldig sprake was van geweld in de richting van aangeefster als zij geen webcamsekswerkzaamheden wilde verrichten of onvoldoende geld had verdiend en dat er daardoor ook doorlopend sprake was van dreiging met geweld. Dat er sprake was van dreiging met geweld blijkt daarnaast uit de reeds aangehaalde mailwisseling tussen verdachte en aangeefster van 29 oktober 2014. Aangeefster mailt dan aan verdachte onder meer:
“Ik wil niet meer bang zijn van mijn eigen man, ik wil niet elke dag het gevoel hebben dat ik wil rennen (..) Ik ben zo bang van jou dat ik me leven vrees.”
Meerdere ander feitelijkheden
- Opsluiten in de woning
Aangeefster heeft verklaard dat zij vanaf december 2014 niet meer beschikte over een sleutel van de voordeur van de woning en dat verdachte als hij weg ging, de deur van de woning op slot draaide. Verdachte had haar daarnaast verboden om alleen de woning te verlaten. Deze verklaring vindt steun in de bevindingen met betrekking tot het aangetroffen beeldmateriaal van een filmpje gemaakt op 30 juni 2015. Op dit filmpje is te zien en te horen dat verdachte de deur van het slot haalt, binnenkomt en vervolgens de deur weer afsluit. Voorts vindt deze verklaring steun in het feit dat het hondje van aangeefster zijn behoeften op een handdoek in de woning deed en dat aangeefster na de bedreiging op 30 juni 2015 niet door de voordeur is weggevlucht, maar via het balkon. Dit balkon is gelegen op 9 meter hoogte en aangeefster heeft om dit balkon te bereiken eerst over de balustrade moeten klimmen. Daarnaast heeft de buurvrouw, die parttime werkt, verklaard dat zij aangeefster nooit buiten zag. In acht maanden tijd heeft zij aangeefster tweemaal gezien, beide keren samen met verdachte.
- Geen beschikking over financiële middelen en eigen paspoort
Aangeefster heeft verklaard dat zij niet de beschikking had over haar bankpassen en haar paspoort. Verdachte zou deze bankpassen en het paspoort onder zich houden. In een zwart tasje van verdachte, aangetroffen in zijn auto, zijn het paspoort en zorgpassen van aangeefster aangetroffen. Ook de bankpassen van aangeefster zijn in de auto van verdachte aangetroffen. Een andere bankpas van aangeefster is onder het matras van het tweepersoonsbed in de slaapkamer aangetroffen en moet daar volgens aangeefster door verdachte zijn neergelegd.
- Continue controleren
Uit de verklaring van aangeefster blijkt dat verdachte haar permanent controleerde en continu toezicht hield op haar. Ook had hij actieve bemoeienis met de uitvoering van haar webcamwerkzaamheden. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte dit deed door middel van het meekijken op de computers, het maken van screenshots om de 30 seconden met behulp van het programma [naam computerprogramma 2] en het hebben van een constante telefoonverbinding. De verklaring van aangeefster wordt geheel bevestigd door de aangetroffen filmopnamen op haar laptops, op welke filmopnamen niet alleen de webcamwerkzaamheden te zien zijn, maar ook haar dagelijkse bezigheden zoals afwassen en douchen. Op de laptops, is het programma [naam computerprogramma 2] (en daarmee honderden afbeeldingen van aangeefster) aangetroffen. Uit de uitgeschreven conversaties die zij met verdachte heeft blijkt verder dat zij haar werkzaamheden aan verdachte voorlegt en aan hem toestemming vraagt.
Handelingen
Huisvesten en/of opnemen (artikel 273 lid sub 1)
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte al in de woning aan de [adres] te [woonplaats] woonde op het moment dat aangeefster nog gedetineerd was. Tijdens haar verloven kwam ze in de weekenden bij verdachte thuis en verrichtte toen al webcamwerkzaamheden in zijn woning. Medio oktober 2014 is haar elektronisch toezicht beëindigd en is zij voor verdachte naar Hongarije gevlucht. In de hiervoor genoemde mails van 29 oktober 2014 legt ze aan verdachte uit waarom ze niet meer naar Nederland en hem wil terugkeren. Ze geeft aan dat ze niet meer in angst wil leven, dat ze nog steeds van hem houdt, maar dat ze er geen vertrouwen in heeft dat hij zal veranderen. Verdachte heeft hierna aangeefster er toch van weten te overtuigen weer bij hem te komen wonen, aangezien zij enige tijd later weer bij verdachte aan de [adres] is ingetrokken. Uit de gegevens van de sexsites is gebleken dat zij korte tijd later weer webcamsekswerkzaamheden verricht. De rechtbank is van oordeel dat onder de geschetste omstandigheden verdachte aangeefster heeft gehuisvest en/of opgenomen om werkzaamheden voor de webcam uit te voeren.
Oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1)
Van verdachte moest aangeefster minimaal € 50,- per dag verdienen. Als aangeefster dit bedrag had verdiend, was ze één dag in de week vrij. Indien aangeefster dit bedrag niet had verdiend, kreeg zij ruzie met verdachte en paste hij geweld toe. Daarnaast moest ze dan haar vrije dag inleveren om “de schade” in te halen. Gelet hierop, maar ook op de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden met betrekking tot de opsluiting, de permanente controle en het niet beschikken over paspoort en bankpassen is de rechtbank van oordeel dat er sprake was van een uitbuitingssituatie. Deze situatie was door verdachte zelf gecreëerd en derhalve had hij ook onmiskenbaar het oogmerk van uitbuiting.
Dwingen of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (artikel 273f lid 1 sub 4)
In het geval dwangmiddelen zijn gebruikt, zoals de rechtbank bewezen acht, en iemand is daardoor bewogen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard), zoals in dit geval het hebben van webcamseks, dan is het feit onder sub 4 voltooid.
Opzettelijk voordeel trekken uit uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 6)
Aangeefster en verdachte voerden een gezamenlijke huishouding. Van het door aangeefster verdiende geld met de webcamwerkzaamheden werden gezamenlijke uitgaven gedaan. Verdachte heeft dan ook opzettelijk financieel voordeel genoten van het door aangeefster in een uitbuitingssituatie verdiende geld.
4.4.6
Conclusie
De rechtbank acht het onder 1, 3A primair en 3B en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de onder 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op 30 juni 2015 te Amersfoort, [slachtoffer] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- een honkbalknuppel gepakt en opgeheven en getoond aan die [slachtoffer]
en
- met een honkbalknuppel in de richting van die [slachtoffer] gelopen en
- tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij haar iets aan zou doen, althans woorden van
gelijke dreigende aard of strekking.
3.
a.
primair
meerdere malen, in de periode van 1 juni 2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort,
telkens aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel te weten blijvende brandplekken en littekens, heeft toegebracht, door telkens opzettelijk brandende sigaretten en een aansteker tegen het gezicht en het lichaam en de huid van voornoemde [slachtoffer] te drukken en te
houden.
b.
meerdere malen in de periode van 1 juni 2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort,
telkens opzettelijk [slachtoffer] heeft mishandeld, door (telkens)
- met zijn vuisten en met een fles en met een honkbalknuppel op/tegen
het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] te slaan, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] pijn en/of letsel heeft ondervonden.
4.
meerdere malen in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort,
telkens een persoon, genaamd [slachtoffer]
door dwang
en geweld
en meer andere feitelijkheden
en door dreiging met geweld
heeft gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , en
(sub 4) die [slachtoffer] heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot
het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en
(sub 6) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die
[slachtoffer] ,
terwijl een of meer van deze feiten zijn voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld
en
terwijl deze feiten zwaar lichamelijk letsel, te weten brandplekken en littekens, ten gevolge hebben gehad,
immers
- heeft verdachte woonruimte geregeld voor hemzelf en die [slachtoffer] en
- heeft verdachte die [slachtoffer] in huis opgesloten en die [slachtoffer] geen
beschikking gegeven over een huissleutel en tegen die [slachtoffer] gezegd dat
zij het huis niet mocht verlaten en
- heeft verdachte (veelvuldig en langdurig) filmopnamen en screenshots
van die [slachtoffer] gemaakt en die [slachtoffer] ertoe gedwongen dat zij zichzelf (veelvuldig en langdurig) filmde, zodat hij in de gaten kon houden wat zij deed en waar zij zich bevond (zowel tijdens de seksuele handelingen en chatgesprekken als daarbuiten) en
- heeft verdachte het paspoort en de zorgpas en de betaalpassen van
die [slachtoffer] afgenomen en bij zich gehouden en voorkomen dat die [slachtoffer]
de beschikking had over haar paspoort en haar zorgpas en haar
betaalpassen en
- heeft verdachte bepaald of en zo ja wanneer die [slachtoffer] haar familie mocht
zien en
- heeft verdachte die [slachtoffer] aldus sociaal geïsoleerd en die [slachtoffer] in
een door verdachte gecontroleerde situatie gehouden en
- heeft verdachte die [slachtoffer] aldus in een van hem afhankelijke positie
gebracht en gehouden en
- heeft verdachte die [slachtoffer] meerdere malen op/tegen haar
hoofd en/of haar lichaam geslagen met zijn vuisten en met flessen
en met een honkbalknuppel en
- heeft verdachte meerdere malen brandende sigaretten en een aansteker op/tegen het gezicht en het lichaam en de huid van die [slachtoffer] gedrukt en/of gehouden en
- heeft verdachte die [slachtoffer] geïnstrueerd om zich in te schrijven op websites
waarop betaalde webcamseks wordt aangeboden en seksattributen aangeschaft
en
- heeft verdachte die [slachtoffer] er aldus toe gedwongen/bewogen om tegen
betaling seksuele handelingen te verrichten voor de webcam en/of seksuele
chatgesprekken te voeren met anderen en/of
- is verdachte aanwezig geweest bij en tijdens het verrichten van
deze seksuele handelingen en het voeren van deze seksuele chatgesprekken
en volgde verdachte deze seksuele handelingen en chatgesprekken via een
videoverbinding en via screenshots en liet verdachte die [slachtoffer] de
chatgesprekken aan hem voorlezen en
- instrueerde verdachte die [slachtoffer] tijdens deze seksuele handelingen en
chatgesprekken en
- had verdachte de beschikking over de rekening waarop de betalingen voor deze
seksuele diensten binnenkwamen en betaalde verdachte aankopen en rekeningen van deze rekening, terwijl die [slachtoffer] geen zelfstandige beschikking had over deze rekening.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
feit 1: bedreiging met zware mishandeling;
feit 3a primair: zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 3b: mishandeling, meermalen gepleegd
feit 4: mensenhandel.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door de officier van justitie bewezen geachte zal worden veroordeeld tot
- een gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zoals hiervoor weergegeven integrale vrijspraak bepleit. De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van zijn vriendin. Zo moest zijn vriendin, die hij nagenoeg van de buitenwereld had afgesneden en die opgesloten zat in zijn woning, webcamsekswerkzaamheden verrichten, waarbij zij een door verdachte bepaald inkomen per dag moest genereren. Van dit inkomen heeft verdachte geprofiteerd. Om zijn vriendin zo ver te krijgen de werkzaamheden uit te voeren heeft, hij onder meer heftig geweld tegen haar gebruikt, hetgeen onder meer zwaar lichamelijk letsel heeft opgeleverd Daarnaast was in de relatie permanent de dreiging van een geweldsuitbarsting van verdachte aanwezig en heeft verdachte haar ook daadwerkelijk bedreigd.
Mensenhandel is een vergaande manier van uitbuiting waarbij een ernstige inbreuk wordt gemaakt op fundamentele rechten als menselijke waardigheid en persoonlijke vrijheid. Verdachte heeft de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn vriendin volledig miskend en zijn eigen financiële gewin op de voorgrond gesteld.
De impact die het gebeurde op het slachtoffer heeft gehad blijkt niet alleen uit haar verklaringen afgelegd bij de politie en de rechter-commissaris, maar ook uit haar opgestelde verklaring, die is gevoegd bij de vordering benadeelde partij en waarvan de rechtbank kennis heeft genomen. In deze verklaring is te lezen dat zij onder meer door haar vele littekens nog dagelijks moet terugdenken aan hetgeen verdachte haar heeft aangedaan, dat zij nog steeds bang voor verdachte is en dat zij de rest van haar leven in angst voor hem zal moeten doorbrengen. Ook is zij door het handelen van verdachte het vertrouwen in mannen verloren.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van het de verdachte betreffende uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 25 november 2015 . Hieruit blijkt dat verdachte in 2012 voor het meermalen plegen van huiselijk geweld is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk. Verder blijkt dat verdachte op 2 mei 2013 door de rechtbank in Amsterdam ter zake onder meer mensenhandel is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden.
Uit een rapport van Reclassering Nederland d.d. 21 augustus 2015 blijkt dat een verplichte behandeling bij De Waag niet van de grond is gekomen. Volgens de reclassering neemt verdachte geen verantwoordelijkheid voor zijn delictverleden en ontkent hij de onderhavige feiten. De reclassering ziet dan ook geen ingang voor het opleggen van bijzondere voorwaarden en/of bemoeienis van de reclassering.
De rechtbank houdt in strafverzwarende zin rekening met voornoemde veroordelingen. Deze veroordelingen, voor zover gericht op gericht op huiselijk geweld en mensenhandel, hebben verdachte er niet van kunnen weerhouden opnieuw soortgelijke feiten te plegen. Verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten zelfs gepleegd op het moment dat hij voorwaardelijk in vrijheid was gesteld met betrekking tot zijn eerdere veroordeling vooronder meer mensenhandel. De rechtbank neemt ook in het nadeel van verdachte mee dat de uitbuitingssituatie geruime tijd, te weten een jaar, heeft geduurd. De rechtbank acht het verder bijzonder kwalijk dat verdachte op geen enkele wijze inzicht heeft getoond in het laakbare van zijn handelen en dat hij dus ook op geen enkele wijze berouw heeft getoond. Integendeel, verdachte lijkt zich eerder te zien als het slachtoffer in deze zaak.
In strafmatigende zin houdt de rechtbank er rekening mee dat, zoals over het algemeen gebruikelijk is in andere mensenhandelzaken, het slachtoffer niet daadwerkelijk seksuele handelingen met een derde heeft hoeven verrichten zodat geen sprake is geweest van lichamelijk contact met anderen en dat het bedrag aan financieel gewin relatief gezien beperkt is geweest en de opbrengsten van deze handelingen niet geheel door verdachte werden afgenomen, maar werden aangewend voor de gezamenlijke huishouding. Gelet op deze omstandigheden wijkt de rechtbank dan ook (aanzienlijk) af van de door de officier van justitie gevorderde straf.
De rechtbank acht alles afwegende een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van de tijd doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis, passend en geboden.

9.Het beslag

In de onderhavige zaak zijn op het GBA-adres en onder verdachte diverse goederen inbeslaggenomen. Een aantal van deze goederen behoren verdachte toe en zullen aan hem worden teruggegeven. Met betrekking tot de bankpasjes van verdachte overweegt de rechtbank dat hierop strafvorderlijk beslag rust en dat de rechtbank niet kan beslissen tot het handhaven van dit beslag, zoals gevorderd door de officier van justitie. De rechtbank zal de bankpasjes dan ook teruggeven aan verdachte. Dit laat onverlet dat er conservatoir beslag is gelegd op de bankrekening van verdachte.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de volgende goederen:
-een geldbedrag van € 155,- (papier geld);
-een geldbedrag van € 11,05 (munten);
-een usb-stick;
-een tweetal bankpassen;
-een GWK-pasje;
-een computerspel.
Twee van de inbeslaggenomen notebooks (laptops) behoren volgens de verklaring van [slachtoffer] haar toe.
De rechtbank zal dan ook de teruggave aan [slachtoffer] gelasten van de volgende goederen:
-een notebook (laptop) van het merk Hewlett-Packard;
-een notebook (laptop) van het merk Packard Bell.
Nu met betrekking tot meerdere voorwerpen het bewezen geachte is begaan en deze aan verdachte toebehoren worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
De rechtbank zal dan ook de volgende goederen verbeurd verklaren:
-een computerkast;
-een beeldscherm van een computer;
-een tweetal honkbalknuppels;
-een notebook (laptop) van het merk Toshiba;
-twee telefoons.

10.De benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij heeft een schadebedrag gevorderd van in totaal € 33.531,02-. Dit bedrag is opgebouwd uit de kostenposten: eigen risico zorgverzekering (€ 272,11), medicijnen (€ 14,91), medische kosten hondje (€ 45,-), verlies arbeidsvermogen (€ 18.200,-) en immateriële schade (€ 15.000,-). Ter terechtzitting heeft de benadeelde partij de kosten met betrekking tot het hondje ingetrokken.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de kostenpost met betrekking tot het eigen risico onvoldoende onderbouwd is. De kostenpost voor de aanschaf van medicijnen komt volgens de officier van justitie voor vergoeding in aanmerking. Met betrekking tot het verlies aan arbeidsvermogen heeft de benadeelde partij gesteld dat zij een bedrag van € 18.200,- heeft misgelopen. De benadeelde partij is hierbij uitgegaan van een verdiencapaciteit van € 50,- per dag en dat 365 dagen lang. Deze berekening is volgens de officier van justitie in strijd met hetgeen aan inkomsten op de bankrekeningen van de benadeelde partij is aangetroffen. Uitgaande van de aangetroffen inkomsten ten aanzien van de door benadeelde partij uitgevoerde webcam werkzaamheden, ter hoogte van € 10.776,80 en gelet op het feit dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding, waarbij verdachte en de benadeelde van elkaars geld leefden, komt met betrekking tot het verlies aan arbeidsvermogen een bedrag van € 5.388,40 voor vergoeding in aanmerking, aldus de officier van justitie. Met betrekking tot de immateriële kosten is volgens de officier van justitie een bedrag van € 5.000,- als voorschot redelijk en billijk. De officier van justitie heeft dan ook gevorderd de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen tot een bedrag van € 10.403,91 en de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op zijn verzoek tot integrale vrijspraak, primair verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering. Subsidiair heeft de raadsman zich met betrekking tot de medische kosten aangesloten bij de officier van justitie. De kosten met betrekking tot het eigen risico komen volgens de raadsman niet voor vergoeding in aanmerking omdat deze zijns inziens zien op een bezoek aan de gynaecoloog en dus niet in verband staan met de ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot de verdiencapaciteit dient uit gegaan te worden van de berekening, zoals deze is gemaakt naar aanleiding van de inkomsten op de bankrekening van benadeelde. Vervolgens is het een te onevenredige belasting van het strafgeding om vast te stellen welk deel van deze inkomsten aan de benadeelde zijn ontnomen. De opgevoerde immateriële kosten dienen volgens de raadsman in het geheel afgewezen dan niet-ontvankelijk verklaard te worden, daar een onderbouwing voor deze schadepost ontbreekt. De raadsman acht gelet op het vorenstaande een bedrag van € 14,91 toewijsbaar en de benadeelde dient voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering te worden verklaard.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Uit de bijlage bij de vordering blijkt dat de kosten met betrekking tot het eigen risico en de medicijnen zien op een bezoek aan een arts op 17 februari 2015. Uit het proces-verbaal is gebleken dat de benadeelde op die dag een gynaecoloog heeft bezocht. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat deze kosten niet rechtstreeks voortvloeien uit het bewezenverklaarde.
Ter terechtzitting heeft de raadsvrouw van de benadeelde partij te kennen gegeven dat de kosten met betrekking tot het verlies aan arbeidsvermogen zien op de door de benadeelde partij verworven inkomsten waarover zij door toedoen van verdachte niet kon beschikken. De rechtbank is van oordeel dat het enkele feit dat de benadeelde partij niet over deze gelden kon beschikken niet maakt dat zij schade heeft geleden, te meer niet nu de door de benadeelde partij verworven inkomsten, net als de inkomsten van verdachte, werden aangewend voor de gezamenlijke huishouding.
De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat de benadeelde immateriële schade heeft geleden en begroot deze schade op een bedrag van € 4.000,-. De vordering zal voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard worden.
De vordering zal tot een bedrag van € 4.000,- worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. De benadeelde partij zal in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard worden. De benadeelde partij kan dit deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.

11.Herroeping voorwaardelijk invrijheidstelling

11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de voorwaardelijke invrijheidstelling van verdachte in zijn geheel moet worden herroepen.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, gelet op zijn verzoek tot integrale vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de vordering van de officier van justitie om de voorwaardelijke invrijheidstelling van verdachte te herroepen moet worden afgewezen. In het geval alleen het onder 4 ten laste gelegde (mensenhandel) bewezen wordt verklaard, heeft de raadsman verzocht een deel van de voorwaardelijke invrijheidstelling te herroepen. Mocht het onder 4 ten laste gelegde niet tot een bewezenverklaring leiden, maar de overige feiten wel, dan staan deze overige feiten zo ver verwijderd van het oorspronkelijke feit waarvoor verdachte is veroordeeld dat de vordering om die reden afgewezen dient te worden, aldus de raadsman.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte is bij onherroepelijk vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 mei 2013 onder parketnummer 13/708141-12 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van voorarrest.
Verdachte is bij besluit van 23 mei 2014 op grond van artikel 15, tweede lid, Sr. voorwaardelijk in vrijheid gesteld met betrekking tot voornoemde gevangenisstraf. De voorwaardelijke invrijheidstelling is verleend per 24 juni 2014 voor een periode van 300 dagen onder de daaraan verbonden voorwaarden op grond van artikel 15a Sr. Eén van de voorwaarden was dat verdachte zich binnen een proeftijd van een jaar niet schuldig mocht maken aan het plegen van enig strafbaar feit. Het besluit van 23 mei 2014 is op 23 juni 2014 in persoon aan verdachte uitgereikt.
Zoals blijkt uit de verdere inhoud van dit vonnis heeft verdachte zich op verschillende momenten niet aan de voorwaarde gehouden dat hij zich niet schuldig mocht maken aan het plegen van strafbare feiten. Verdachte heeft in korte tijd na aanvang van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling verschillende zeer ernstige misdrijven gepleegd, zoals zware mishandeling en mensenhandel.
Het voorgaande geeft, gelet op het bepaalde in artikel 15g Sr, aanleiding tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling van veroordeelde en aldus tot toewijzing van de vordering van de officier van justitie. De rechtbank zal dan ook de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling gelasten voor de gehele periode van 300 dagen.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 15g, 15i, 15j, 24c, 36f, 57, 273f, 285, 300 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

13.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 3a primair, 3b en 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1: bedreiging met zware mishandeling;
feit 3a primair: zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 3b: mishandeling, meermalen gepleegd
feit 4: mensenhandel.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
30 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling
Gelast - ten aanzien van VI-nummer 99-00434-43 - de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling voor 300 dagen en bepaalt dat dit gedeelte alsnog ten uitvoer moet worden gelegd
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van:
-een geldbedrag van € 155,- (papier geld);
-een geldbedrag van € 11,05 (munten);
-een usb-stick;
-een tweetal bankpassen;
-een GWK-pasje;
-een computerspel.
Gelast de teruggave aan [slachtoffer] van:
-een notebook (laptop) van het merk Hewlett-Packard;
-een notebook (laptop) van het merk Packard Bell.
Verklaart verbeurd:
-een computerkast;
-een beeldscherm van een computer;
-een tweetal honkbalknuppels;
-een notebook (laptop) van het merk Toshiba;
-twee telefoons.
Benadeelde partij [slachtoffer]
Wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 4.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 30 juni 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Bender, voorzitter, mr. C.A.M. van Straalen en mr. J.A. Spee, rechters, in tegenwoordigheid van J.J. Veldhuizen, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 januari 2015.
BIJLAGE : De tenlastelegging
1.
hij op of omstreeks 30 juni 2015 te Amersfoort, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/is verdachte
opzettelijk dreigend
- een honkbalknuppel gepakt en/of opgeheven en/of getoond aan die [slachtoffer]
en/of
- met een honkbalknuppel in de richting van die [slachtoffer] gelopen en/of
- met een honkbalknuppel een ruit ingeslagen, terwijl die [slachtoffer] zich
dichtbij die ruit bevond en/of
- tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij haar iets aan zou doen, althans woorden van
gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 30 juni 2015 te Amersfoort, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk (in een woning gelegen aan de
[adres] ) een ruit en/of een deur, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of Stichting De Alliantie, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en / of beschadigd
en / of onbruikbaar gemaakt, door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk
(met kracht) met een honkbalknuppel tegen die ruit en/of deur te slaan;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
a.
primair
hij meerdere malen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 juni
2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, in elk geval in Nederland,
(telkens) aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten
(blijvende) brandplekken en/of littekens), heeft toegebracht, door (telkens)
opzettelijk (een) brandende sigaret(ten) en/of aansteker(s) tegen het gezicht
en/of het lichaam en/of de huid van voornoemde [slachtoffer] te drukken en/of te
houden;
subsidiair
hij meerdere malen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort, althans in het
arrondissement, in elk geval in Nederland,
Midden-Nederland, (telkens) opzettelijk [slachtoffer] heeft mishandeld, door
(telkens)
- ( een) brandende sigaret(ten) en/of aansteker(s) tegen het gezicht en/of het
lichaam en/of de huid van die [slachtoffer] te drukken en/of te houden en/of
ten gevolge waarvan die [slachtoffer] pijn en/of letsel heeft ondervonden;
b.
hij meerdere malen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland,
(telkens) opzettelijk [slachtoffer] heeft mishandeld, door (telkens)
- met zijn vuisten en/of met een fles en/of met een honkbalknuppel op/tegen
het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] te slaan,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer] pijn en/of letsel heeft ondervonden;
art 300 Wetboek van Strafrecht
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij meerdere malen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 juni
2014 tot en met 30 juni 2015 te Amersfoort, in elk geval in Nederland,
(telkens)
een persoon, genaamd [slachtoffer]
(sub 1 en/of sub 6 en/of sub 9)
door dwang
en/of geweld
en/of een of meer andere feitelijkheden
en/of door dreiging met geweld en/of een of meer andere feitelijkhe(i)d(en)
en/of door afpersing
en/of door misleiding
en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht
en/of door misbruik van een kwetsbare positie
(sub 1) heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of
opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , en/of
(sub 4) die [slachtoffer] heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot
het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of
enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest
vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten, en/of
(sub 6) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die
[slachtoffer] , en/of
(sub 9) die [slachtoffer] heeft gedwongen dan wel bewogen hem te bevoordelen uit de
opbrengst van haar/hun seksuele handelingen met en/of voor een
derde, en/of
terwijl een of meer van deze feiten zijn voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd
van geweld (lid 3 sub 3°)
en/of
terwijl een of meer van deze feiten zwaar lichamelijk letsel, te weten
(blijvende) brandplekken en/of littekens, ten gevolge heeft/hebben gehad (lid
4),
immers
- is verdachte een liefdesrelatie aangegaan met die [slachtoffer] en/of
- heeft verdachte woonruimte geregeld voor hemzelf en die [slachtoffer] en/of
- heeft verdachte die [slachtoffer] in huis opgesloten en/of die [slachtoffer] geen
beschikking gegeven over een huissleutel en/of tegen die [slachtoffer] gezegd dat
zij het huis niet mocht verlaten en/of
- heeft verdachte (veelvuldig en/of langdurig) filmopnamen en/of screenshots
van die [slachtoffer] gemaakt en/of die [slachtoffer] ertoe gedwongen, althans van die
[slachtoffer] verlangd dat zij zichzelf (veelvuldig en/of langdurig) filmde, zodat
hij in de gaten kon houden wat zij deed en waar zij zich bevond (zowel
tijdens de seksuele handelingen en/of chatgesprekken als daarbuiten) en/of
- heeft verdachte het paspoort en/of de zorgpas en/of de betaalpas(sen) van
die [slachtoffer] afgenomen en/of bij zich gehouden en/of voorkomen dat die [slachtoffer]
de beschikking had over haar paspoort en/of haar zorgpas en/of haar
betaalpas(sen) en/of
- heeft verdachte bepaald of en zo ja wanneer die [slachtoffer] haar familie mocht
zien en/of
- heeft verdachte die [slachtoffer] (aldus) sociaal geïsoleerd en/of die [slachtoffer] in
een door verdachte gecontroleerde situatie gehouden en/of
- heeft verdachte die [slachtoffer] (aldus) in een van hem afhankelijke positie
gebracht en/of gehouden en/of
- heeft verdachte die [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen haar
hoofd en/of haar lichaam geslagen met zijn vuist(en) en/of met (een) fles(sen)
en/of met (een) honkbalknuppel(s) en/of
- heeft verdachte meerdere malen, althans eenmaal, (een) brandende
sigaret(ten) en/of aansteker(s) op/tegen het gezicht en/of het lichaam en/of
de huid van die [slachtoffer] gedrukt en/of gehouden en/of
- heeft verdachte die [slachtoffer] geïnstrueerd om zich in te schrijven op websites
waarop betaalde webcamseks wordt aangeboden en/of seksattributen aangeschaft
(van het geld van die [slachtoffer] ) en/of
- heeft verdachte die [slachtoffer] er (aldus) toe gedwongen/bewogen om tegen
betaling seksuele handelingen te verrichten voor de webcam en/of seksuele
chatgesprekken te voeren met anderen en/of
- is verdachte (telkens) aanwezig geweest bij en/of tijdens het verrichten van
deze seksuele handelingen en/of het voeren van deze seksuele chatgesprekken
en/of volgde verdachte deze seksuele handelingen en/of chatgesprekken via een
videoverbinding en/of via screenshots en/of liet verdachte die [slachtoffer] de
chatgesprekken aan hem voorlezen en/of
- instrueerde verdachte die [slachtoffer] tijdens deze seksuele handelingen en/of
chatgesprekken en/of
- had verdachte de beschikking over de rekening waarop de betalingen voor deze
seksuele diensten binnenkwamen en/of betaalde verdachte aankopen en/of
rekeningen van deze rekening, terwijl die [slachtoffer] geen zelfstandige
beschikking had over deze rekening;
art 273f lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 9° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 6° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 4 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, dossiernummer 2015200734B, onderzoek Struisvogel, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pag. 296 en 297.
3.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] , pag. 300 en 301.
4.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] , pag. 166 en 167.
5.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer] , pag. 171 t/m 179.
6.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer] , pag. 192 t/m 205.
7.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer] , pag. 214 t/m 220
8.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , pag. 266 t/m 268.
9.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3] , pag. 318.
10.Proces-verbaal van bevindingen van [F] , pag. 465 en het daarbij als bijlage gevoegde overzicht medisch journaal [slachtoffer] , pag. 466 e.v.
11.Proces-verbaal “letselfotografie”, pag. 490 en 491.
12.Rapport NFI d.d. 9 juli 2015 van [A] , forensisch arts KNMG, pag. 485 t/m 489.
13.Proces-verbaal ‘sporenonderzoek’, opgemaakt door [G] , pag. 517 en 518.
14.Proces-verbaal ‘sporenonderzoek’, opgemaakt door [G] , pag. 526.
15.Proces-verbaal “onderzoek bankrekening”, pag. 363.
16.Proces-verbaal “financieel onderzoek”, pag. 538 t/m 540.
17.Proces-verbaal “onderzoek bankrekening”, pag. 367.
18.Proces-verbaal van bevindingen “LG-E610- [verdachte] ”, pag. 651 en 663.
19.Idem, pag. 655.
20.Idem, pag. 667.
21.Idem, pag. 670.
22.Idem, pag. 671.
23.Idem.
24.Idem, pag. 677.
25.Idem, pag. 678.
26.Proces-verbaal van bevindingen mbt de inbeslaggenomen telefoon LG-E610, pag. 650 t/m 658.
27.Proces-verbaal van bevindingen mbt de inbeslaggenomen telefoon LG-H420, pag 787 en 788 en bijlage 10, pag 800.
28.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t de inbeslaggenomen laptop Packerd Bell, pag. 804 t/m 810.
29.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. de inbeslaggenomen laptop Hewlett-Packerd, pag. 816 t/m 819.
30.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. de inbeslaggenomen laptop Toshiba, pag. 822 t/m 826.