Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
[Y] (hierna: [Y] ) zijn de bestuurders en (via een administratiekantoor) de enige aandeelhouders van [gedaagde] . [eiseres 1] en [eiseres 2] zijn zonen van [X] en [Y] .
8.Verplichte aanbieding aandelen, Good Leaver, Bad Leaver
Wanneer een van de hierna omschreven gebeurtenissen zich ten aanzien van een partij voordoet, is de desbetreffende partij verplicht met onmiddellijke ingang de door hem gehouden aandelen in het kapitaal van de vennootschap ten verkoop aan te bieden aan de overige aandeelhouders, waarbij de blokkeringsregeling in de statuten van de vennootschap omtrent overdracht en overgang van aandelen van overeenkomstige toepassing is; de aanbieder is evenwel niet bevoegd zijn aanbod in te trekken. De aanbiedingsplicht geldt indien en zodra:
de desbetreffende partij om welke reden dan ook aftreedt als directeur van de vennootschap; […].
10. Verwerving aandelen in de vennootschap door de [verzoeker 1] en de heer [verzoeker 2]
14.Impasse
1. In het geval de algemene vergadering niet in staat blijkt tot besluitvorming te komen en dit onvermogen getuigt van herhaaldelijk optredende en onoverbrugbare verschillen van mening of inzicht tussen de aandeelhouders aangaande belangrijke aangelegenheden de onderneming of haar strategie betreffende, als gevolg waarvan de onderneming wordt gehinderd of beperkt in de verwezenlijking van haar doelstellingen, staat het elke aandeelhouder vrij de andere aandeelhouders in kennis te stellen van het bestaan van een zogenaamde impasse op grond waarvan de hierna opgenomen procedure in werking treedt. […]
4. Indien partijen er onverhoopt niet in slagen het geschil tot een oplossing te brengen, staat het iedere partij vrij het geschil aan arbitrage, overeenkomstig artikel 14 [rechtbank: bedoeld zal zijn artikel 15] te onderwerpen.
15.Rechtskeuze
1. Alle geschillen, ook die welke slechts door een aandeelhouder als zodanig worden ervaren, welke tussen de aandeelhouders mochten ontstaan naar aanleiding van de onderhavige overeenkomst, zowel juridische als feitelijke, zullen worden beslecht overeenkomstig het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut. […] Het voorgaande brengt geen wijzigingen in de bevoegdheid van de gewone rechterlijke macht ten aanzien van korte gedingen en het leggen van conservatoire beslagen. […]”
25 maart 2009 staat vermeld:
3.De vorderingen in de hoofdzaak en in de tussenkomsten
4.De beoordeling
[Naam]).
[eiseres 1] en [eiseres 2] een voorstel ontvangen met voorwaarden op grond waarvan [verzoeker 1] en [verzoeker 2] aandeelhouder kunnen worden. Dit voorstel is volgens [verzoeker 1] en [verzoeker 2] in strijd met de redelijkheid in billijkheid en daardoor zijn [eiseres 1] en [eiseres 2] jegens [verzoeker 1] en [verzoeker 2] in verzuim onder de aandeelhoudersovereenkomst. Dit kort geding leent zich niet voor een vordering tot nakoming van artikel 8 lid 1 sub f van de aandeelhoudersovereenkomst, waarin is bepaald dat een partij die in verzuim is met de naleving van enige bepaling, zijn aandelen aan overige aandeelhouders aanbiedt. Daarom vorderen [verzoeker 1] en [verzoeker 2] een voorlopige voorziening op grond waarvan het stemrecht op de aandelen van [eiseres 1] en [eiseres 2] wordt geschorst zolang de bodemprocedure niet definitief ten einde is gekomen en zolang [verzoeker 1] en [verzoeker 2] niet als aandeelhouder zijn toegetreden of definitief in rechte vaststaat dat zij daar geen recht (meer) op hebben.
5.De beslissing
21 juni 2016. [1]