ECLI:NL:RBMNE:2016:4163
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.C.J. Hamming
- C.A. de Beaufort
- V.M.A. Sinnige
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs voor geweldshandelingen
Op 22 juli 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Lelystad, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ten laste was gelegd dat hij op 26 juni 2011 te Nagele, samen met anderen, geweld had gepleegd tegen een slachtoffer. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 8 juli 2016 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. M. Kamper, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. V.C. van der Velde, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De tenlastelegging omvatte verschillende geweldshandelingen, waaronder slaan en schoppen van het slachtoffer.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft gevorderd om de verdachte vrij te spreken, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs zou zijn voor de tenlastegelegde feiten. De verdediging heeft deze vrijspraak bepleit, stellende dat er geen bewijs was dat de verdachte geweld had gepleegd.
Na beoordeling van het dossier kwam de rechtbank tot de conclusie dat er geen bewijs was dat de verdachte geweldshandelingen had gepleegd jegens het slachtoffer. Ook was niet gebleken dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan het geweld gepleegd door medeverdachten. Gezien het gebrek aan bewijs heeft de rechtbank de verdachte integraal vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met mr. R.C.J. Hamming als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 22 juli 2016.