ECLI:NL:RBMNE:2016:4163

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 juli 2016
Publicatiedatum
22 juli 2016
Zaaknummer
07.690604.12 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs voor geweldshandelingen

Op 22 juli 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Lelystad, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ten laste was gelegd dat hij op 26 juni 2011 te Nagele, samen met anderen, geweld had gepleegd tegen een slachtoffer. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 8 juli 2016 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. M. Kamper, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. V.C. van der Velde, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De tenlastelegging omvatte verschillende geweldshandelingen, waaronder slaan en schoppen van het slachtoffer.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft gevorderd om de verdachte vrij te spreken, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs zou zijn voor de tenlastegelegde feiten. De verdediging heeft deze vrijspraak bepleit, stellende dat er geen bewijs was dat de verdachte geweld had gepleegd.

Na beoordeling van het dossier kwam de rechtbank tot de conclusie dat er geen bewijs was dat de verdachte geweldshandelingen had gepleegd jegens het slachtoffer. Ook was niet gebleken dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan het geweld gepleegd door medeverdachten. Gezien het gebrek aan bewijs heeft de rechtbank de verdachte integraal vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met mr. R.C.J. Hamming als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 22 juli 2016.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 07.690604.12 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 22 juli 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1982] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] .

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 juli 2016.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en mr. V.C. van der Velde, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 juni 2011 te Nagele, in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van
het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer] ,
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet éénmaal of
meermalen
- (met kracht) met de (tot vuist gebalde) hand(en) tegen/op het hoofd, in elk
geval tegen/op het lichaam van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben geslagen en/of
gestompt
en/of
- (met kracht) met de (geschoeide) voet(en) tegen het hoofd, in elk geval
tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag)
heeft/hebben geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 juni 2011 te Nagele, in elk geval in Nederland, met een
ander of anderen, op of aan de openbare weg, (in/bij een tankstation (Texaco)
langs de Rijksweg A6), in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in
vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] , welk geweld bestond uit het
éénmaal of meermalen
- (met kracht) met de (tot vuist gebalde) hand(en) slaan en/of stompen
tegen/op het hoofd,in elk geval tegen/op het lichaam van voornoemde [slachtoffer]
en/of
- (met kracht) met de (geschoeide) voet(en) schoppen en/of trappen tegen het
hoofd, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer] (terwijl deze op
de grond lag);
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 juni 2011 te Nagele, in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer]heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het éénmaal of
meermalen
- (met kracht) met de (tot vuist gebalde) hand(en) slaan en/of stompen
tegen/op het hoofd, in elk geval tegen/op het lichaam van voornoemde [slachtoffer]
en/of
- (met kracht) met de/een (geschoeide) voet(en) (terwijl voornoemde [slachtoffer] op
de grond lag) schoppen en/of trappen tegen/op het hoofd, in elk geval
tegen/op het lichaam van voornoemde [slachtoffer] ,
waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van hetgeen hem ten laste is gelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit, nu hiervoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bestaat.
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het dossier worden vastgesteld dat verdachte geen geweldshandelingen heeft gepleegd jegens aangever [slachtoffer] . Voorts is niet gebleken dat verdachte een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het door zijn medeverdachten gepleegde geweld jegens aangever. Nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het primair, subsidiair of meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zal de rechtbank hem dan ook integraal vrijspreken.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen hetgeen primair, subsidiair en meer subsidiair aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C.J. Hamming, voorzitter, mrs. C.A. de Beaufort en V.M.A. Sinnige, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juli 2016.
mr. C.A. de Beaufort is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.