Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
600,00(2 punten x tarief € 300,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de kantonrechter te Utrecht is behandeld, heeft eiser, h.o.d.n. [bedrijf], een vordering ingesteld tegen gedaagde, een besloten vennootschap, met betrekking tot een arbeidsovereenkomst en een agentuurovereenkomst. Eiser vordert betaling van € 10.015,55, vermeerderd met wettelijke handelsrente, op basis van een overeenkomst van opdracht. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er sprake is van een agentuurovereenkomst, waarbij de betaling afhankelijk is van de gerealiseerde omzet.
De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door verschillende conclusies en vonnissen in incidenten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de zaak eerder door de kantonrechter te Almere is verwezen naar Utrecht. Eiser heeft werkzaamheden verricht voor gedaagde, maar er is onduidelijkheid over de aard van de overeenkomst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkzaamheden van eiser niet onder een arbeidsovereenkomst vallen, maar dat er sprake is van een overeenkomst van opdracht.
In reconventie heeft gedaagde een vordering ingesteld tegen eiser, maar deze is afgewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde niet heeft aangetoond dat eiser wanprestatie heeft gepleegd. De kantonrechter heeft de vordering van eiser in conventie toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten. De vordering in reconventie van gedaagde is afgewezen, en gedaagde is veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiser.