Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 januari 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 16 maart 2016.
2.De feiten
Marketing Campaign
- Marketing tools/designs
- Print media/advertisement
- Online/web banners
- HD Photo materials of the product
- Video TV commercial
- All text will be in English
- Possible Flash animations
- Compilation of actual content
- Promo video
- Press conference with product Launch
- License contract: Ready December
- Product Placement: In progress (deze vermelding staat tussen december en januari, toevoeging rechtbank)
- Content Production, Artwork Design: In progress January
- Partner selections, Region Definition, Marketing Letters, Pre-ordering Customized: To be started February
- Product Launch: To be decided March
- Marketing Campaign, Sales Campaign, Ordering, Production: To be started (deze vermelding staat op de tijdbalk zonder eigen maandaanduiding, maar na de eerdere vermelding “Product Launch: To be decided March”; toevoeging rechtbank).
- Parties have agreed on an exclusive strategic cooperation, which means that:
- Dong Dao will be theexclusivedistributor for the above mentioned countries;
- Dong Dao will buy a volume of 100.000 boxes at a minimum in the first twelve months in order tot distribute to the aforementioned market. This forecast is based on the prices mentioned in the attached overview which forms an integral part of this agreement; This guarantee will be covered by a bank guarantee by a bank which must be acceptable to Viceverca.
- Viveverca will provide Dong Dao with a complete sample box inclusive the 16 DVD’s with content of the players. One month after having received this box, Dong Dao will place the order of 100.000 pieces as agreed.
“with the limits and according to the terms and conditions of the agreement reached and signed by Viceverca b.v. and FCBarcelona dated 1st of October 2012.”
All productions are ready and need to be approved by FC Barcelona. (…) expected in time: 1 week so we won’t be delayed in your delivery as planned. The productions are Engelish subtitles and Spanish spoken. If you need Chinese subtitles in your production order: let us know. We have to arrange this with our content producer. (…)”
‘What about the FCB approval for the productions I’ve send by weblink from MediaPro?) aan VV geantwoord
“All the videos were approved few days ago from our part (…)”.
‘including product information, marketing applicability, USP’s of the product’en
‘potential benefit for the end user’.
‘I suggest to part from cooperation peacefully’.
“With our current situation we have only losers and a unfriendly atmosphere. This is not the way we started working together. I would like to restart our cooperation. You say you need more time to sell the product. I’ll attach our marketing campaign which can be upscaled to local needs. Can we start our contract with changed timeline? (…)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
to grant sublicences with regard to the Trademarks to third parties”)niet aan DDG is verstrekt, omdat kon worden volstaan met de verkregen goedkeuring van FCB om de fanbox wereldwijd te verkopen en distribueren. Hier dringt zich de vraag op of het toestaan door VV aan DDG om de fanboxexemplaren die met goedkeuring van FCB in het economische verkeer zijn gebracht, te kopen en verder te verhandelen, een aangelegenheid betreft die DDG slechts krachtens (sub)licentie van FCB rechtsgeldig kon verrichten. De bevestigende beantwoording van die vraag ligt geenszins voor de hand nu de licentie-overeenkomst diverse handelingen aan VV met betrekking tot de fanbox toestaat,
waaronder het wereldwijd verkopen en distribueren. Dat de partij die bij die distributie of verkoop de wederpartij van VV wordt, in het kader van de daarbij verworven positie een sublicentie van FCB behoeft, strookt daar niet mee en is bovendien in praktische zin niet zeer werkbaar. Ook telt hier dat binnen het EU- en Beneluxmerkenrecht het merkenrecht voor de rechthebbende is uitgeput ten aanzien van de goederen met diens merkvermelding die met zijn toestemming in het economisch verkeer zijn gebracht. De stellingen van de curator stroken daarmee, nu zij inhouden dat een (sub)licentie voor DDG niet gegeven is en ook niet nodig was. Het gaat hier enerzijds om goederen die met toestemming van FCB door VV in de Europese economische ruimte zouden zijn gebracht (door levering aan de Nederlandse vennootschap DDG), maar anderzijds om doorverkoop van die goederen buiten de Benelux en de EU. Aldus rijst hier de vraag of ook bij deze stand van zaken sprake is van de bedoelde uitputting. Aldus is tevens de vraag of en zo ja hoe, die uitputtingskwestie van invloed is op de (al dan niet: door FCB en VV beoogde) betekenis van de bepaling in hun licentie-overeenkomst omtrent de sublicentie. Het had hier op de weg van DDG gelegen om in deze kwestie nader te onderbouwen waarom de door haar voorgestane uitleg van die bepaling tussen VV en FCB de juiste is en dat haar daarom in verband met die bepaling een geslaagd dwalingsberoep toekomt. Nu zij dat heeft nagelaten is dat beroep ook in zoverre onvoldoende onderbouwd.
‘to part from cooperation peacefully’en de op 10 september 2013 van VV ontvangen e-mail waarin haar wordt verzocht ‘
to restart our cooperation’.Uit die reactie moet worden afgeleid, aldus DDG, dat VV net als DDG zelf de samenwerking begin september 2013 als beëindigd beschouwde. Bij de betekenis die tussen partijen aan de desbetreffende uitlatingen moet worden toegekend, komt het aan op de daaruit kenbare bedoeling van partijen en naar hetgeen zij in verband met die uitlatingen redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De e-mail van VV van 10 september 2013 is, aldus gezien, niet zodanig eenduidig van strekking dat DDG daaruit heeft mogen afleiden dat VV de overeenkomst van 15 maart 2013 als geëindigd beschouwde en tot een nieuwe overeenkomst wilde komen. De e-mail is immers geschreven nadat onenigheid over de uitvoering van de overeenkomst van 15 maart 2013 was ontstaan en de uitvoering ervan stil lag. Feiten en omstandigheden die los van de tekst van die e-mail aanleiding gaven voor de door DDG gestelde interpretatie ervan, zijn niet gesteld of gebleken. De bedoelde e-mail van VV had om die reden veeleer door DDG opgevat moeten worden als een verzoek om de uitvoering van de overeenkomst van 15 maart 2013 weer op te starten. Het verweer faalt.
Dong Dao will buy a volume of 100.000 boxes at a minimum in the first twelve months in order tot distribute to the aforementioned market”en (na de zinsnede over de toe te zenden samplebox) “
One month after having received this box, Dong Dao will place the order of 100.000 pieces as agreed”.Tegenover deze eenduidige teksten zijn geen bijkomende feiten of omstandigheden zijn gesteld (rond de bedoeling van partijen en hetgeen zij over en weer van elkaar mochten verwachten), die er desondanks op wijzen dat de genoemde bestelling door DDG (in bedoeld geval) afhing van haar (DDG’s) subjectieve waardering van de voorafgaande prestaties van VV. Dat in de overeenkomst sprake is van de partij van 100.000 exemplaren als ‘forecast’, maakt dat niet anders, juist gezien de strikte tijds- en prijsbepaling die partijen rond de afname van die partij zijn overeengekomen en het feit dat het begrip forecast zeer wel verklaarbaar is uit de vermelding dat het om 100.000 exemplaren ‘at a minimum’ gaat. In dit licht bezien is de door DDG bepleite uitleg van de overeenkomst van 15 maart 2013 niet aannemelijk geworden en moet het verweer worden verworpen.
- VV heeft de samplebox te laat geleverd, omdat was afgesproken dat deze op een zodanig tijdstip beschikbaar zou zijn dat de verkoop van de fanbox zo snel mogelijk na het Chinese nieuwjaar in februari 2013, dus kort na het sluiten van de overeenkomst op 15 maart 2013, zou kunnen beginnen en nog tijdens het voetbalseizoen 2012/2013 kon plaatsvinden; dat seizoen was op 18 juni 2013 al voorbij en daardoor waren de doorverkoopmogelijkheden sterk verkleind;
- VV heeft niet aan haar plicht voldaan om (tijdig) een centrale marketingcampagne te ontwikkelen, omdat die (in de schriftelijke presentatie omschreven) campagne gelijktijdig met het verzenden van de samplebox, nog in maart 2013, diende te starten zodat DDG mede aan de hand van daarvan te verwachten resultaten 30 dagen de tijd zou hebben wederkopers te vinden;
- de samplebox voldeed niet want deze bevatte geen Chinese ondertiteling of voice-over en deze bevatte een onjuiste landcode;
- VV heeft niet aan haar verplichting voldaan om DDG bij 30 Chinese contacten te introduceren.
Marketing Campaign To be started’(zonder maandaanduiding, maar volgend op de aanduiding bij de maand maart), zegt immers onvoldoende over het tijdstip waarop de door VV voorgenomen reclame-activiteiten zouden starten, laat staan dat daaruit een temporele koppeling volgt tussen die activiteiten en het moment van toezending van de samplebox. In het geval het gevergde bewijs niet wordt geleverd, moet het bedoelde nalaten van DDG dan ook als de oorzaak worden gezien van het uitblijven van de reguliere naleving van de overeenkomst van 15 maart 2013 en is DDG gehouden de daar voor (de boedel van) VV uit voortvloeiende schade te vergoeden.
5.De beslissing
14 september 2016teneinde DDG in de gelegenheid te stellen bij akte aan te geven op welke wijze zij bewijs wil leveren;
in de drie maanden nadienverhinderd zijn; zij dient bij die opgave ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zou kunnen plaatsvinden;
;