ECLI:NL:RBMNE:2016:4853

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 september 2016
Publicatiedatum
5 september 2016
Zaaknummer
16/659200-16 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee mannen voor woningoverval met geweld in Utrecht

Op 5 september 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen die betrokken waren bij een gewelddadige woningoverval op de Zuidpooldreef in Utrecht in januari 2016. De hoofdverdachten, die de slachtoffers met een nepwapen bedreigden, werden veroordeeld tot gevangenisstraffen van vijf jaar en vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. De man die op de uitkijk stond, kreeg 20 maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en de tipgever 24 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De rechtbank rekent het de verdachten zwaar aan dat zij geen rekening hebben gehouden met de gevolgen van hun daden voor de slachtoffers, die doodsangsten hebben uitgestaan. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en de persoonlijke omstandigheden van de verdachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten medeplichtig waren aan de diefstal met geweld en de wederrechtelijke vrijheidsberoving van de slachtoffers. De rechtbank heeft de rol van de verdachte op de uitkijk als essentieel beschouwd, ondanks dat hij niet direct betrokken was bij het geweld. De straffen zijn in lijn met vergelijkbare zaken, waarbij de rechtbank ook de openheid van zaken van de hoofdverdachte heeft meegewogen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/659200-16 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 5 september 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op te [geboorteplaats] op [1969] ,
thans gedetineerd in PI Nieuwegein, Huis van Bewaring locatie Nieuwegein te Nieuwegein.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 juni 2016 en 22 augustus 2016.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. F.B. van Schendel, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van 22 augustus 2016 nader omschreven.
De tenlastelegging is, zoals nader omschreven, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: op 3 januari 2016, samen met anderen, een woningoverval heeft gepleegd aan de [adres] te [woonplaats] (primair), dan wel medeplichtig is geweest aan deze woningoverval (subsidiair);
feit 2: op 3 januari 2016, samen met anderen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] van hun vrijheid heeft beroofd (primair), dan wel medeplichtig is geweest aan deze vrijheidsberoving (subsidiair).

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten en het onder feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte vrij te spreken van de primair ten laste gelegde feiten, omdat niet van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten kan worden gesproken.
Ook de subsidiair ten laste gelegde feiten kunnen, volgens de raadsman, niet wettig en overtuigend worden bewezen verklaard. Verdachte heeft geen eigen bijdrage geleverd aan de feiten en hij had ook geen opzet op de gedragingen van de medeverdachten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak van feit 1 primair en feit 2 primair
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de diefstal met geweld, dan wel de afpersing, en de wederrechtelijke vrijheidsberoving op 3 januari 2016 in Utrecht. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder feit 1 primair en feit 2 primair ten laste gelegde.
Het bewijs voor feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair [1]
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen.
Op 4 januari 2016 om 1.30 uur wordt bij de politie aangifte gedaan door [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] verklaart dat hij woont aan de [adres] in [woonplaats] [2] en er ’s avonds rond 23.00 uur (de rechtbank begrijpt: op 3 januari 2016) werd aangebeld bij zijn woning. [slachtoffer 2] opende de deur en zag een man staan die hem beetpakte en de hal in duwde. De andere persoon ging achter hem langs naar boven. Tijdens de worsteling riep [slachtoffer 2] zijn zoon. Hij hoorde zijn zoon zeggen: “Pa hou op, hij heeft een pistool”. [3] Vervolgens moest hij op zijn knieën gaan zitten met de handen op zijn rug. De man bond zijn handen op zijn rug. Later bleek dit met tiewraps te zijn gedaan. Daarna zei één van de mannen dat [slachtoffer 2] plat op de grond moest gaan liggen. Aan [slachtoffer 2] werd zijn portemonnee gevraagd. Daar zat ongeveer € 1800,- in. [slachtoffer 2] zei dat ze het geld eruit mochten halen, maar de pasjes erin moesten laten zitten. Later trof [slachtoffer 2] de portemonnee met de pasjes aan op de trap. Ook werd gevraagd of hij een kluis of autosleutels had. [slachtoffer 2] werd samen met zijn zoon in het toilet geduwd, waarna de deur werd gesloten. [slachtoffer 2] zag dat er een keukentrapje onder de klink was geplaatst. Uiteindelijk lukte het [slachtoffer 1] om de toiletdeur open te trappen. Later zag [slachtoffer 2] dat zijn shag was meegenomen. [4]
[slachtoffer 1] verklaart dat hij zich op 3 januari 2016 omstreeks 23.00 uur in zijn woning bevond [5] aan de [adres] in [woonplaats] . [6] Hij hoorde de deurbel, ging naar de eerste etage en zag dat zijn vader worstelde met een onbekend persoon. [slachtoffer 1] zag op de trap tussen de begane grond en de eerste verdieping een andere persoon staan met een pistool in zijn handen, die hij op hem richtte. Hij hoorde de persoon zeggen dat hij naar beneden moest komen en moest knielen voor het toilet. [slachtoffer 1] kreeg vervolgens tiewraps om en moest op zijn buik gaan liggen. Hij zag dat zijn vader ook op zijn knieën zat en ook tiewraps om had. [slachtoffer 1] zag dat de persoon met het pistool naar boven liep en de andere persoon bij hem en zijn vader bleef. Na vijf minuten kwam de persoon met het pistool weer naar beneden en werden hij en zijn vader in het toilet geplaatst. [7] Het openen van de deur lukte niet. Er stond iets voor; later bleek dit een keukentrapje te zijn. [slachtoffer 1] is op de grond gaan zitten en heeft met beide benen de deur ingetrapt. [8] [slachtoffer 1] verklaart dat zijn mobiele telefoon (merk iPhone [9] ) is vernield en dat de huistelefoon (merk Fysic [10] ) is meegenomen. [11]
[slachtoffer 1] verklaart op6 januari 2016 dat de persoon met het pistool een muts op had en dat hij een donkerkleurige sjaal voor zijn gezicht had, waardoor [slachtoffer 1] in eerste instantie alleen zijn ogen zag. [12]
Naar aanleiding van de woningoverval op de [adres] op 3 januari 2016 is een aantal tiewraps, waarmee de slachtoffers waren vastgebonden, veiliggesteld. Een aantal DNA-hoofdprofielen die in de bemonsteringen worden aangetroffen matchen met het DNA-profiel van [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ). [13]
[medeverdachte 1] verklaart op 25 februari 2016 dat hij de overval heeft gepleegd en dat [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2] ) hier ook aan mee heeft gewerkt. [medeverdachte 2] vertelde regelmatig aan [medeverdachte 1] dat de man op de [adres] , waar hij altijd zijn gestolen spullen bracht, een dikke portemonnee had met veel geld. [medeverdachte 1] verklaart dat hij de overval heeft uitgevoerd, maar dat [medeverdachte 2] ook mee deed. [14] [medeverdachte 1] was op de avond van 3 januari 2016 op de [adres] , samen met [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) en [medeverdachte 2] . [medeverdachte 3] heeft ook de bijnaam [bijnaam] . [medeverdachte 2] vertelde weer dat die man zoveel geld had. Toen is besproken dat ze het gingen doen. [medeverdachte 1] vroeg aan [medeverdachte 2] of hij op de uitkijk wilde staan. Dat wilde [medeverdachte 2] niet, omdat hij bang was herkend te worden. Vervolgens heeft [medeverdachte 1] aan [verdachte] gevraagd om op de uitkijk te staan; [verdachte] heeft dat inderdaad gedaan. [15]
[medeverdachte 1] verklaart dat hij op 3 januari 2016 rond 22.00 uur of 23.00 uur naar de woning is gegaan. [medeverdachte 1] belde aan en zei tegen de man die open deed dat hij goud te koop had. Volgens [medeverdachte 2] zou de man dan altijd de deur open houden. Vervolgens trok [medeverdachte 1] zijn bivakmuts naar beneden. [medeverdachte 3] kwam meteen achter hem aan. [16] [medeverdachte 1] wist dat de man een zoon had. [medeverdachte 2] had gezegd dat je daar niets van hoefde te vrezen. [medeverdachte 1] is naar binnen gegaan met een nep-wapen en heeft de oudere man die voor de deur stond weggeduwd. [medeverdachte 1] zei tegen de zoon dat hij naar beneden moest komen. Vervolgens zijn beide vastgebonden. [medeverdachte 3] heeft de tiewraps bij de zoon omgedaan, [medeverdachte 1] deed dat bij de vader. [medeverdachte 1] heeft vervolgens de portemonnee uit de zak van de vader gehaald en het contante geld in zijn jaszak gestopt. De man en zijn zoon zijn vervolgens in de WC opgesloten. [medeverdachte 1] heeft een trapje tegen de WC-deur gezet, zodat ze deze niet konden open maken. [17] [medeverdachte 1] verklaart dat [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 2] en hij allemaal een bepaald percentage van de buit zouden krijgen. [18]
[verdachte] verklaart dat hij door [medeverdachte 1] werd gevraagd om op de uitkijk te staan. [verdachte] is meegelopen met [bijnaam] en [medeverdachte 1] . Ze zeiden tegen [verdachte] dat hij op de Kaaphoorndreef moest gaan staan. [medeverdachte 1] duwde hem een portofoon in de handen. [19] Bij de rechter-commissaris verklaart [medeverdachte 1] dat hij later naar het huis van [medeverdachte 1] is gegaan. [medeverdachte 1] was er toen nog niet. [medeverdachte 2] vroeg hem of het was gelukt. [20]
Ter terechtzitting heeft [verdachte] verklaard dat hij met de anderen meeging omdat hij in geldnood zat. Hij heeft enige tijd heen en weer gelopen op de Kaap Hoorndreef, dat was in ieder geval langer dan tien minuten. [verdachte] had de portofoon aan staan op dat moment. [21]
[medeverdachte 2] verklaart dat op 3 januari 2016 rond 22.00 uur [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] in zijn woning waren. Ze zeiden dat ze een overval op [slachtoffer 2] gingen plegen. [medeverdachte 2] verklaart dat ze twee bivakmutsen bij zich hadden. [22]
Bewijsoverwegingen voor feit 1 subsidiair
De rechtbank deelt het standpunt van de raadsman, dat verdachte geen eigen bijdrage heeft geleverd aan de woningoverval, niet. Door op de uitkijk te gaan staan heeft verdachte bijgedragen aan de woningoverval. Dat uit het dossier niet blijkt dat hij daadwerkelijk telefonisch of via de portofoon inlichtingen heeft doorgegeven aan zijn medeverdachten is daarbij niet relevant.
Het verweer van de raadsman dat verdachte geen opzet heeft gehad op de diefstal met geweld, wordt weersproken door de bewijsmiddelen, in het bijzonder de verklaring van [medeverdachte 2] .
Bewijsoverwegingen voor feit 2 subsidiair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook medeplichtig is geweest aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] . Verdachte had het opzet op de woningoverval en heeft daarmee het voorwaardelijk opzet gehad dat de slachtoffers van deze overval van hun vrijheid zouden worden beroofd. Volgens vaste jurisprudentie is dit opzet slechts afwezig indien door de plegers een geheel ander feit is gepleegd dan het feit waarop het opzet van verdachte was gericht. Daarvan is in dit geval geen sprake. Verdachte heeft bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat bij het plegen van deze overval de slachtoffers van hun vrijheid zouden worden beroofd, zodat de goederen konden worden weggenomen en de vlucht mogelijk gemaakt kon worden.
De wederrechtelijke vrijheidsberoving waaraan verdachte medeplichtig is geweest, bestond uit het vastbinden van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] met tiewraps, terwijl één van de medeverdachten bij hen bleef en de andere medeverdachte met een pistool door de woning liep. Ook het opsluiten van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] in het toilet kan als wederrechtelijke vrijheidsberoving worden gekwalificeerd, maar dit is, in tegenstelling tot de tenlastelegging van medeverdachte [medeverdachte 3] , niet onder feit 2 opgenomen in de tenlastelegging.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat
1.
subsidiair:
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op 3 januari 2016 in de gemeente Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres] ) hebben weggenomen
- een geldbedrag van 1800 euro en
- een telefoon (merk Fysic) en
- een pakje shag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
immers heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] :
- ( nadat die [slachtoffer 2] de voordeur had geopend) die [slachtoffer 2] naar binnen geduwd en die [slachtoffer 2] aan het lichaam en/of de kleding vastgepakt en
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp dreigend gericht op die [slachtoffer 1] en
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij naar beneden moest komen en dat hij moest knielen voor het toilet en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij op zijn knieën moest gaan zitten en zijn handen op zijn rug moest doen en
- de handen van die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 1] vastgebonden met tiewraps (terwijl zij geknield zaten) en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] gezegd dat zij op hun buik moesten gaan liggen en
- een mobiele telefoon (merk iPhone) vernield en een telefoon (Fysic) weggenomen
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in de toiletruimte geduwd en de deur van de toiletruimte gesloten en een keukentrapje onder de deurklink aan de buitenkant van de toiletruimte geplaatst
bij het plegen van welk misdrijf hij - verdachte – op 3 januari 2016 te Utrecht, opzettelijk behulpzaam is geweest door in de nabije omgeving van voornoemde woning op de uitkijk te staan;
2.
subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op 3 januari 2016 in de gemeente Utrecht, opzettelijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] van de vrijheid hebben beroofd, immers hebben die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3]
- gemaskerd en gewapend bij voornoemde woning aangebeld en
- ( nadat die [slachtoffer 2] de voordeur had geopend) die [slachtoffer 2] naar binnen geduwd en die [slachtoffer 2] aan het lichaam en/of de kleding vastgepakt en
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp dreigend gericht op die [slachtoffer 1] en
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij naar beneden moest komen en dat hij moest knielen voor het toilet en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij op zijn knieën moest gaan zitten en zijn handen op zijn rug moest doen en
- de handen van die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 1] vastgebonden met tiewraps (terwijl zij geknield zaten) en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] gezegd dat zij op hun buik moesten gaan liggen en
- een mobiele telefoon (merk iPhone) vernield en een telefoon (Fysic) weggenomen
bij het plegen van welk misdrijf hij - verdachte - op 3 januari 2016 te Utrecht, opzettelijk behulpzaam is geweest door in de nabije omgeving van voornoemde woning op de uitkijk te staan.
De rechtbank constateert dat in de tenlastelegging een aantal (gewelds)handelingen zijn opgenomen die de medeverdachte(n) zouden hebben gepleegd tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . De (gewelds)handelingen die volgens de tenlastelegging zijn gepleegd jegens [slachtoffer 1] , zijn echter volgens de aangifte gepleegd jegens [slachtoffer 2] en vice versa. De rechtbank zal deze onjuistheid in de tenlastelegging aanmerken als een kennelijke verschrijving.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
feit 1 subsidiair:
medeplichtigheid bij diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2 subsidiair:
medeplichtigheid bij het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden. De rechtbank gaat voorbij aan het -zeer summier onderbouwde- verweer van de raadsman dat de handelingen van de verdachte vanwege zijn langdurige drugsverslaving niet aan hem zijn toe te rekenen.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1 subsidiair en 2 subsidiair bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaren, met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Door zijn voorarrest is verdachte zijn woning en zijn hond kwijtgeraakt.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte is medeplichtig geweest aan het plegen van een gewelddadige woningoverval, door voor de medeverdachten op de uitkijk te gaan staan. De slachtoffers zijn door de medeverdachten bedreigd met een wapen, vastgebonden met tiewraps en enige tijd opgesloten in een toilet. Bij de slachtoffers was niet bekend dat het wapen geen echt vuurwapen was. Zij hebben dan ook doodsangsten uitgestaan.
Verdachte heeft zich op geen enkele wijze rekenschap gegeven van de gevolgen van zijn handelen en heeft puur voor eigen financieel gewin en zonder enig respect voor de slachtoffers gehandeld. Dit soort strafbare feiten dragen ook in bredere zin bij aan de gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Hoewel verdachte een wezenlijke rol heeft gehad bij het plegen van de woningoverval, is zijn rol wel aanzienlijk kleiner dan de rol die de medeverdachten hebben gehad. De rechtbank houdt hier bij het opleggen van de straf rekening mee.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 15 juni 2016, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, maar wel is veroordeeld voor andere vermogensdelicten.
Uit het reclasseringsadvies van 15 april 2016 blijkt dat bij verdachte sprake is van een langdurige verslavingsproblematiek. Voor het verlagen van het recidiverisico is het volgens de reclassering van belang dat verdachte zich zal laten behandelen bij Victas (met, indien nodig, een kortdurende klinische opname) en zal meewerken aan intensieve begeleiding gericht op wonen en toeleiding naar een dagbesteding bij Housing First van Stichting de Tussenvoorziening. Daarnaast adviseert de reclassering aan verdachte als bijzondere voorwaarde op te leggen dat hij zal meewerken aan schuldhulpverlening. Het advies is om aan verdachte een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
De rechtbank heeft verder gelet op de vastgestelde landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) en op de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Gelet op de medeplichtigheid van verdachte bij deze woningoverval kan met geen andere straf worden volstaan dan met een gevangenisstraf van geruime duur.
De rechtbank neemt het advies van de reclassering over en zal een deel van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Daarbij zullen de door de reclassering geadviseerde voorwaarden worden opgelegd, zodat verdachte door de reclassering kan worden begeleid, behandeling krijgt en het recidiverisico kan worden teruggedrongen.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, passend en geboden.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 48, 57, 282 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
Verklaart het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 subsidiair:
medeplichtigheid bij diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2 subsidiair:
medeplichtigheid bij het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Straf
Veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 20 (twintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich houdt aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft en zich binnen vijf dagen na zijn invrijheidstelling zal melden bij Victas reclassering op de A.B.C.-straat 5 te Utrecht. Hierna moet veroordeelde zich gedurende de proeftijd blijven melden zo frequent als Victas reclassering dit nodig acht.
2. zich zal laten behandelen door Victas verslavingszorg, of een soortgelijke instelling, en zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in dat kader zullen worden gegeven;
3. zich kortdurend klinisch zal laten opnemen, voor de duur van maximaal zeven weken, als reclassering Victas dit noodzakelijk acht, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
4. zich zal laten begeleiden door Stichting de Tussenvoorziening (Housing First), of een soortgelijke instelling;
5. mee zal werken aan schuldhulpverlening en zijn geld zal laten beheren door Stichting de Tussenvoorziening (Stadsgeldbeheer), of een soortgelijke instelling.
Geeft aan genoemde instelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Maanen, voorzitter, mrs. J.M. Eelkema en V.H. Hammerstein, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 september 2016.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan [verdachte] is ten laste gelegd dat
1.
primair
hij op of omstreeks 3 januari 2016 in de gemeente Utrecht, althans in arrondissementsparket Midden-Nederland, tezamen en in vereniging mei een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ) heeft/hebben weggenomen
- een geldbedrag van 1800 euro en/of
- een telefoon (merk Fysic) en/of
- een pakje shag,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn
mededaders,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij hei bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
hij op of omstreeks 3 januari 2016 in de gemeente Utrecht, althans in arrondissementsparket Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van
- een geldbedrag van 1800 euro en/of
- een portemonnee en/of
- een telefoon (merk Fysic) en/of
- een pakje shag,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn
mededaders,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- gemaskerd en/of gewapend bij voornoemde woning aangebeld en/of
- ( nadat die [slachtoffer 1] de voordeur had geopend) die [slachtoffer 1] naar binnen geduwd en/of die [slachtoffer 1] aan hel lichaam en/of de kleding vastgepakt en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dreigend gericht op en/of voorgehouden en/of getoond aan die [slachtoffer 2] en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij naar beneden moest komen en/of dat hij moest knielen voor het toilet en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd dal hij op zijn knieën moest gaan zitten en/of zijn handen op zijn rug moest doen en/of
- de handen van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 1] vastgebonden met tiewraps (terwijl zij geknield zaten) en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gezegd dat hij/zij op zijn/hun buik moest(en) gaan liggen en/of
- dreigend gevraagd of er een kluis en/of autosleutels in de woning waren en/of
- die [slachtoffer 1] gefouilleerd en/of
- een mobiele telefoon (merk iPhone) vernield en/of een telefoon (Fysic) weggemaakt en/of weggenomen en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] in de toiletruimte geduwd en/of de deur van de toiletruimte gesloten en/of een keukentrapje onder de deurklink aan de buitenkant van de toiletruimte geplaatst;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art. 317 lid 1 en 3 Wetboek van Strafrecht
subsidiair:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 3 januari 2016 in de gemeente Utrecht, althans in arrondissementsparket Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ) heeft/hebben weggenomen
- een geldbedrag van 1800 euro en/of
- een telefoon (merk Fysic) en/of
- een pakje shag,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of hun mededader(s) en/of verdachte
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
immers heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2]
en/of één of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en):
- ( nadat die [slachtoffer 1] de voordeur had geopend) die [slachtoffer 1] naar binnen geduwd en/of die [slachtoffer 1] aan het lichaam en/of de kleding vastgepakt en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dreigend gericht op en/of voorgehouden en/of getoond aan die [slachtoffer 2] en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij naar beneden moest komen en/of dat hij moest knielen voor het toilet en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij op zijn knieën moest gaan zitten en/of zijn handen op zijn rug moest doen en/of
- de handen van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 1] vastgebonden met tiewraps (terwijl zij geknield zaten) en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gezegd dat hij/zij op zijn/hun buik moest(en) gaan liggen en/of
- dreigend gevraagd of er een kluis en/of autosleutels in de woning waren en/of
- die [slachtoffer 1] gefouilleerd en/of
- een mobiele telefoon (merk iPhone) vernield en/of een telefoon (Fysic) weggemaakt en/of weggenomen en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] in de toiletruimte geduwd en/of de deur van de toiletruimte gesloten en/of een keukentrapje onder de deurklink aan de buitenkant van de toiletruimte geplaatst
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij - verdachte - in de periode van 1 november 2015 tot en met 3 januari 2016 te Utrecht en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- in de nabije omgeving van voornoemde woning op de uitkijk te staan en/of
- ( daarbij) telefonisch en/of portofonisch contact te onderhouden met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of die voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] telefonisch en/of portofonisch inlichtingen te verschaffen;
2.
primair
hij op of omstreeks 3 januari 2016 in de gemeente Utrecht, althans in arrondissementsparket Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- gemaskerd en/of gewapend bij voornoemde woning aangebeld en/of
- ( nadat die [slachtoffer 1] de voordeur had geopend) die [slachtoffer 1] naar binnen geduwd en/of die [slachtoffer 1] aan het lichaam en/of de kleding vastgepakt en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dreigend gericht op en/of voorgehouden en/of getoond aan die [slachtoffer 2] en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij naar beneden moest komen en/of dat hij moest knielen voor het toilet en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij op zijn knieën moest gaan zitten en/of zijn handen op zijn rug moest doen en/of
- de handen van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 1] vastgebonden met tiewraps (terwijl zij geknield zaten) en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gezegd dat hij/zij op zijn/hun buik moest(en) gaan liggen en/of
- een mobiele telefoon (merk iPhone) vernield en/of een telefoon (Fysic) weggemaakt en/of weggenomen en/of
art. 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art. 47 lid 1 ahf/ond 1 Wetboek van Strafrecht
subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 3 januari 2016 in de gemeente Utrecht, althans in arrondissementsparket Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en)
- gemaskerd en/of gewapend bij voornoemde woning aangebeld en/of
- ( nadat die [slachtoffer 1] de voordeur had geopend) die [slachtoffer 1] naar binnen geduwd en/of die [slachtoffer 1] aan het lichaam en/of de kleding vastgepakt en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dreigend gericht op en/of voorgehouden en/of getoond aan die [slachtoffer 2] en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij naar beneden moest komen en/of dat hij moest knielen voor het toilet en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij op zijn knieën moest gaan zitten en/of zijn handen op zijn rug moest doen en/of
- de handen van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 1] vastgebonden met tiewraps (terwijl zij geknield zaten) en/of
- dreigend legen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gezegd dat hij/zij op zijn/hun buik moest(en) gaan liggen en/of
- een mobiele telefoon (merk iPhone) vernield en/of een telefoon (Fysic) weggemaakt en/of weggenomen en/of
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij - verdachte - in de periode van 1 november 2015 tot en met 3 januari 2016 te Utrecht en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- in de nabije omgeving van voornoemde woning op de uitkijk te staan en/of
- ( daarbij) telefonisch en/of portofonisch contact te onderhouden met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of die voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] telefonisch en/of portofonisch inlichtingen te verschaffen;
art. 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art. 48 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal (onderzoek 09Noord16), nummer 2016003761, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 670). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 2] , van 4 januari 2016, pagina 33.
3.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 2] , van 4 januari 2016, pagina 34.
4.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 2] , van 4 januari 2016, pagina 35.
5.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 1] , van 4 januari 2016, pagina 27.
6.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 1] , van 4 januari 2016, pagina 26.
7.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 1] , van 4 januari 2016, pagina 27.
8.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 1] , van 4 januari 2016, pagina 28.
9.Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] , van 6 januari 2016, pagina 39.
10.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 1] , van 4 januari 2016, pagina 32.
11.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 1] , van 4 januari 2016, pagina 31.
12.Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] , van 6 januari 2016, pagina 39.
13.Het proces-verbaal uitslag DNA-onderzoek sporendragers van 16 maart 2016, pagina 320.
14.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 25 februari 2016, pagina 482.
15.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 25 februari 2016, pagina 483.
16.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 25 februari 2016, pagina 482.
17.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 25 februari 2016, pagina 483.
18.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 25 februari 2016, pagina 485.
19.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 1 maart 2016, pagina 662.
20.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [verdachte] bij de rechter-commissaris van 16 augustus 2016, pagina 4.
21.De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 22 augustus 2016.
22.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 24 februari 2016, pagina 552.