11.BESLISSING
- verklaart niet bewezen hetgeen onder feit 4 en feit 5 als zaak 25 aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 (zaak 4, zaak 6, zaak 7, zaak 8, zaak 9, zaak 10, zaak 11, zaak 12, zaak 13, zaak 14, zaak 15, zaak 16, zaak 17, zaak 19, zaak 20, zaak 21, zaak 22, zaak 24, zaak 26 en zaak 27) en feit 5 (zaak 2, zaak 3, zaak 5, zaak 6, zaak 7, zaak 9, zaak 12, zaak 14, zaak 15, zaak 21, zaak 23, zaak 24 en zaak 27) laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
12 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaar niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte gedurende de proeftijd van 2 jaar:
* zich bij onherroepelijk worden van dit vonnis binnen drie dagen na haar invrijheidsstelling meldt bij Reclassering Nederland (Adviesunit 5 Oost) en zich vervolgens bij de reclassering blijft melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en zij zich houdt aan de aanwijzingen die de reclassering haar geeft;
* zich onder behandeling zal stellen bij een ambulante forensische polikliniek, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen, zulks ter beoordeling van de reclassering, en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met medeverdachte [medeverdachte] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* in overleg met de reclassering medewerking zal verlenen aan een dagbesteding, indien en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [W] , wonende te Giethoorn, van een bedrag van € 2.750,00 (zegge: tweeduizend zevenhonderdvijftig euro), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededader betaalt, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 12 oktober 2015, tot die van de voldoening;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 2.750,00 ten behoeve van het slachtoffer [W] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 47 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [W] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [W] , daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [F] , wonende te Zwaag , van een bedrag van € 2.190,00 (zegge: tweeduizend honderdnegentig euro), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededader betaalt, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 13 oktober 2015, tot die van de voldoening;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 2.190,00 ten behoeve van het slachtoffer [F] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 31 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [F] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [F] , daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [F] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [G] , wonende te Veenendaal , van een bedrag van € 100,00 (zegge: honderd euro), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededader betaalt, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 14 november 2015, tot die van de voldoening;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 100,00 ten behoeve van het slachtoffer [G] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [G] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [G] , daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [I] , wonende te Waddinxveen , van een bedrag van € 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededader betaalt, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 18 november 2015, tot die van de voldoening;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 500,00 ten behoeve van het slachtoffer [I] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [I] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [I] , daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [S] , wonende te Loosdrecht , van een bedrag van € 2.000,00 (zegge: twee duidend euro ), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededader betaalt, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 20 november 2015, tot die van de voldoening;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 2.000,00 ten behoeve van het slachtoffer [S] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk is en dat zij haar vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [S] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [S] , daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Y] , wonende te Amersfoort , van een bedrag van € 300,00 (zegge: driehonderd euro), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededader betaalt, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 13 januari 2016, tot die van de voldoening;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 300,00 ten behoeve van het slachtoffer [Y] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [Y] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of haar mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [Y] , daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [B1] in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, mrs. H.J. Bos en P.K. Oosterling-van der Maarel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.G.H. Langeweg, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 september 2016.
mr. H.J. Bos is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1.
zij op of omstreeks 28 oktober 2015 te Bussum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een (aanleun)woning (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [A] en/of [B] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
2.
zij op of omstreeks 28 oktober 2015 te Bussum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een (aanleun)woning (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [C] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
3.
zij op of omstreeks 13 november 2015 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een (aanleun)woning (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [P] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
4.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 oktober 2015 tot en met 26 januari 2016 te Zeist, Duiven, Giethoorn, Haarlem, Zwaag, Veenendaal, Waddinxveen, Loosdrecht, Hellevoetsluis, IJsselstein, Zwolle, Amersfoort, Houten, Amsterdam, Nijmegen, Almelo en/of Westervoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit meerdere woningen, gelegen aan
-de [adres] te Zeist (zaak 4),
-het [adres] te Duiven (zaak 6),
-de [adres] te Giethoorn (zaak 7),
-het [adres] te Haarlem (zaak 8),
-de [adres] te Zwaag (zaak 9),
-de [adres] te Veenendaal (zaak 10),
-het [adres] te Waddinxveen (zaak 11),
-het [adres] te Waddinxveen (zaak 12),
-het [adres] te Waddinxveen (zaak 13),
-de [adres] te Loosdrecht (zaak 14),
-de [adres] te Loosdrecht (zaak 15),
-de [adres] te Hellevoetsluis (zaak 16),
-de [adres] te IJsselstein (zaak 17),
-de [adres] te Zwolle (zaak 19)
-het [adres] te Amersfoort (zaak 20),
-het [adres] te Houten (zaak 21),
-de [adres] te Amsterdam (zaak 22),
-de [adres] te Nijmegen (zaak 24),
-de [adres] te Nijmegen (zaak 25),
-de [adres] te Almelo (zaak 26) en/of
-het [adres] te Westervoort (zaak 27)
heeft weggenomen
-ongeveer 300 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [D] (zaak 4),
-ongeveer 15 (gouden) ringen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [R] (zaak 6),
-een (gouden) armband en/of een (gouden) horloge, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [W] (zaak 7),
-een (grote) hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [E] (zaak 8),
-een (grote) hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [F] (zaak 9),
-een (gouden) ketting, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [G] (zaak 10)
-een (gouden) ketting, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [H] (zaak 11),
-een (gouden) oorbel en/of twee kettingen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [I] (zaak 12),
-twee (gouden) kettinkjes, in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [J] (zaak 13)
-drie (gouden) sieraden, in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [S] (zaak 14)
-een (gouden) horloge, in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [T] (zaak 15),
-een (grote) hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [K] (zaak 16)
-een (grote) hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [L] (zaak 17),
-een (gouden) ketting en/of twee (gouden) armbanden, in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [M] (zaak 19)
-een (grote) hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Y] (zaak 20),
-vier ringen en/of een ketting, in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [U] (zaak 21),
-een (grote) hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [N] (zaak 22),
-een (grote) hoeveelheid sieraden, vier zilveren guldens, drie zilveren rijksdaalders en/of ongeveer 75 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [X] (zaak 24),
-een (gouden) kettinkje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [B1] (zaak 25),
-ongeveer 220 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [C1] (zaak 26) en/of
-een sieradendoos en/of een (grote) hoeveelheid sieraden, geheel of ten dele toebehorende aan [O] (zaak 27),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
5.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 oktober 2015 tot en met 24 januari 2016 te Bussum, Groningen, Westervoort, Duiven, Giethoorn, Zwaag, Waddinxveen, Loosdrecht, Houten, Noordwijk en/of Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [C] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 5 euro, in elk geval van enig goed (zaak 2),
- [P] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 3 euro, in elk geval van enig goed (zaak 3),
- [Q] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 4 euro, in elk geval van enig goed (zaak 5),
- [R] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 5 euro, in elk geval enig goed (zaak 6),
- [W] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk gevaln enig goed (zaak 7),
- [F] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed (zaak 9),
- [I] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed (zaak 12),
- [S] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed (zaak 14),
- [T] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed (zaak 15),
- [U] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 10 euro, in elk geval enig goed (zaak 21),
- [V] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 5 euro, in elk geval enig goed (zaak 23),
-mevrouw [Z] en/of [A1] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 50 eurocent, in elk geval enig goed (zaak 23),
- [X] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 2 euro, in elk geval enig goed (zaak 24),
- [B1] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 2 euro in elk geval enig goed (zaak 25),
- [O] heeft bewogen tot de afgifte van ongeveer 5 euro, in elk geval enig goed (zaak 27),
hebbende verdachte en/of haar mededader toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-(telkens) kaarten verkocht en/of geld ingezameld/gecollecteerd voor het goede doel (te weten arme kinderen en/of het gehandicapte kind) en/of
-(telkens) zich voorgedaan als collectant/verkoper van en/of gemachtigd namens het goede doel (te weten arme kinderen en/of het gehandicapte kind) (terwijl zij en/of haar medeverdachte nimmer de bedoeling had om het geld af te staan aan het voornoemde goede doel) en/of
-(telkens) het geld niet afgestaan aan het voornoemde goede doel en/of
-(telkens) het geld voor eigen gebruik aangewend,
waardoor naam die [C] , [P] , [Q] , [R] , [W] , [F] , [I] , [S] , [T] , [U] , [V] , [Z] , [A1] , [X] , [B1] en/of [O] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht