3.1.[eiseres] vordert - samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
[gedaagde] veroordeelt het paard [paard] voor eigen rekening en risico bij [eiseres] af te (laten) halen, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
[gedaagde] veroordeelt aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 21.500,00, althans
€ 6.500,00, en een bedrag van € 3.083,31, te vermeerderen met rente,
subsidiair - indien en voor zover de voorzieningenrechter van oordeel is dat de primaire vorderingen (deels) niet in aanmerking komen voor beoordeling in kort geding -
[gedaagde] veroordeelt onder de opschortende voorwaarde dat [eiseres] binnen veertien dagen na dit vonnis ter zake een eis in de bodemzaak instelt, het paard [paard] voor eigen rekening en risico bij [eiseres] af te (laten) halen, op straffe van een dwangsom,
[gedaagde] veroordeelt onder de opschortende voorwaarde dat [eiseres] binnen veertien dagen na dit vonnis ter zake een eis in de bodemzaak instelt, aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 15.000,00, althans € 7.500,00, te vermeerderen met rente,
[gedaagde] veroordeelt aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 6.500,00 en een bedrag van € 3.083,31, te vermeerderen met rente,
primair en subsidiair
[gedaagde] veroordeelt in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met rente.