Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.DE TENLASTELEGGING
3.DE VOORVRAGEN
4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
met hun dikke neus“, bewezen wordt verklaard.
Arme Joodjes” en “
De gaskamers bestonden niet”. De verdachte heeft verzocht om een vrijspraak omdat hij slechts informatie verschaft en de waarheid verkondigd. Verdachte heeft een beroep gedaan op het recht op vrijheid van meningsuiting.
“ De gaskamers bestonden niet!”en
“Arme Joodjes” heeft uitgesproken. Hier leidt de rechtbank uit af dat verdachte zich door het verzenden van de email en het uitspreken van zijn woorden ter terechtzitting in het openbaar uitgelaten heeft.
beste leraren/essen, ouders van wakker nederland, waarom vertellen wij onze kinderen en ons zelf de waarheid niet” en sluit af met de volgende woorden “
het is aan u om uw en onze kinderen om de waarheid te vertellen, angst is een slechte raadgever”. Verdachte heeft de e-mail naar een dertigtal willekeurig gekozen scholen in Nederland gestuurd. Hij heeft verklaard dat hij de e-mail gestuurd heeft om de waarheid over de Joden boven tafel te laten komen. Hij wenst duidelijk te maken dat met twee maten gemeten wordt waar het gaat om berichtgeving over de Joden. Als voorbeelden heeft hij genoemd dat veel aandacht bestond voor de aanslag op Charlie Hebdo en het misbruik binnen de Katholieke Kerk, maar weinig aandacht voor het geweld van Israël in de Gazastrook en voor seksueel misbruik waar rabbijnen zich aan schuldig gemaakt hebben. Hij maakt, aldus verdachte, gebruik van zijn recht op vrijheid van meningsuiting door hier op te wijzen. Het voorgaande moet tot de slotsom leiden dat verdachte de e-mail heeft verstuurd in het kader van het maatschappelijk debat, nu het dossier noch het verhandelde ter terechtzitting aanknopingspunten biedt voor het tegendeel.
de gaskamers bestonden niet” en “
die arme Joodjes” gebruikt. [2] Met dat eerste voegt hij iets toe aan zijn stelling dat Joden gebruik maken van het gegeven van de Holocaust om zaken gedaan te krijgen, namelijk dat het gegeven van de Holocaust onjuist is. Op die wijze beticht hij de Joden er van (ook) leugenaars te zijn. De woorden “
die arme Joodjes” vindt de rechtbank denigrerend; verdachte zegt hiermee, zo begrijpt de rechtbank dat de Joden wel zielig doen, maar niet zielig zijn. De combinatie van de woorden ”
de gaskamers bestonden niet” en “
die arme Joodjes” vindt de rechtbank beledigend, omdat daarmee de Joden in een ongunstig daglicht gesteld worden en die woorden hen als groep raken.
5.BEWEZENVERKLARING
6.KWALIFICATIE
7.STRAFBAARHEID
8.STRAFOPLEGGING
9.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 weken;
2 weken, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;