Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
5.[A] ,
[B],
[C],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 januari 2015 waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie,
- het proces-verbaal van de comparitie van 16 oktober 2015,
- de ten behoeve van de comparitie namens [gedaagde 2] op 23 oktober 2015 toegezonden producties 3 tot en met 13,
- de brief van 29 oktober 2015 met producties 5 en 6 namens [eiser 1] c.s.,
- het verhandelde op de voortgezette comparitie van 6 november 2015 (waarvan aantekening is gehouden maar nog geen proces-verbaal is opgemaakt),
- de oproeping van [A] c.s. en
- de onttrekking door [advocaat 2] voornoemd.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
in de woning, rechtbank), aan [gedaagde 2] na verrekening zoals door de rechtbank vastgesteld.
4.De beoordeling
- [gedaagde 2] c.s. zal een termijn gegund worden om de woning, schuur en tuin volledig te (doen) ontruimen en de woning met toebehoren bezemschoon op te leveren ten behoeve van de verkoop(bezichtigingen). De rechtbank acht een termijn van twee maanden te rekenen vanaf datum vonnis daartoe redelijk;
- Indien de woning niet uiterlijk op 12 december 2016 is ontruimd, kan [eiser 1] c.s. op grond van dit vonnis de woning door de deurwaarder doen ontruimen die daartoe de nodige bevoegdheden en mogelijkheden heeft zodat aanvullende bevelen aangaande de ontruiming zoals door [eiser 1] c.s. gevorderd overbodig zijn; De rechtbank ziet in dit verband geen rol weggelegd voor makelaar en/of de boedelnotaris;
- De rechtbank ziet evenmin een rol weggelegd voor de boedelnotaris in het verkooptraject;
- Nu geen bezwaar is gemaakt tegen de door [eiser 1] c.s. genoemde makelaar(s), zal de rechtbank daarbij aansluiten;
- [eiser 1] c.s. heeft genoegzaam gemotiveerd dat de door hem genoemde vraag- en laatprijs reëel zijn, zodat de rechtbank daarbij zal aansluiten met dien verstande dat – nu partijen niet gebaat zijn bij een nieuwe procedure in het geval de verkoop van de woning moeizaam blijkt – de rechtbank daarbij zal bepalen dat indien de woning niet verkocht zal zijn binnen een termijn van zes maanden na het verstrekken van de verkoopopdracht, partijen zich zullen laten leiden door het advies van de makelaar over een eventuele wijziging van de verkoopprijs;
- Partijen dienen gezamenlijk de verkoopopdracht te verstrekken; Voor het geval [gedaagde 2] c.s. daar niet binnen een week na het eerste verzoek daartoe door of namens [eiser 1] c.s. gevolg aan geeft, zal dit vonnis in de plaats treden van de vereiste rechtshandeling als bedoeld in artikel 3:300 lid 1 BW. Aangezien hiermee in de reële executie van deze beslissing wordt voorzien, ziet de rechtbank geen aanleiding om een dwangsom op te leggen;
- Partijen dienen mee te werken aan bezichtigingen van de woning ten behoeve van de verkoop en al datgene te verrichten respectievelijk na te laten wat op instructie van de makelaar noodzakelijk is om tot verkoop en eigendomsoverdracht te komen;
- [gedaagde 2] c.s. zal verboden worden de toegang tot de woning ten behoeve van de bezichtigingen te belemmeren;
- [gedaagde 2] zal bevolen worden om, na ommekomst van de hierboven genoemde termijn van twee maanden na vonnis, op 12 december 2016 aan de makelaar de sleutels af te geven ten behoeve van het verkoop gereedmaken van de woning en de bezichtigingen. Gelet op de verwikkelingen in het verleden, ziet de rechtbank aanleiding om in een prikkel tot naleving hiervan te voorzien en te bepalen dat [gedaagde 2] voor iedere dag, ingaand op 12 december 2016 dat hij in gebreke blijft de sleutels af te geven aan de makelaar een dwangsom zal verbeuren van € 1.000,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00. Voor het geval [gedaagde 2] de sleutels desondanks niet binnen een termijn van tien dagen na het eerste verzoek daartoe overdraagt, zal [eiser 1] c.s. (als deelgenoot, vergelijk artikel 3:370 BW) gerechtigd zijn de sloten te (doen) vervangen. Ten aanzien van de daaraan verbonden kosten zal als uitgangspunt gelden dat deze voor rekening van [gedaagde 2] zullen komen;
- [gedaagde 2] c.s. dient de verkoopovereenkomst te ondertekenen of een volmacht daartoe te verstrekken. De rechtbank zal ook hier in de reële executie voorzien voor het geval medewerking binnen de daarvoor gegeven termijn van drie dagen uitblijft;
- Uit de verkoopopbrengst van de woning dienen de verkoopkosten te worden voldaan;
- Partijen dienen de transporterend notaris op te dragen het dan resterende saldo over te maken naar de ervenrekening. Ook hier geldt dat voor het geval tijdige medewerking van [gedaagde 2] c.s. ontbreekt, de rechtbank in de reële executie zal voorzien als in het dictum vermeld;
- Ten aanzien van het vervolgens ontstane saldo op de ervenrekening geldt dat daarop in mindering dienen te strekken de door de boedelnotaris in rekening gebrachte kosten voor diens verrichtingen ten behoeve van de nalatenschap. De rechtbank ziet geen grond om daarbij te gelasten dat proceskosten in mindering worden gebracht op het erfdeel van degene die in de proceskosten is veroordeeld;
- Ten aanzien van het dan ontstane saldo op de ervenrekening (verder: het netto saldo op de ervenrekening) geldt voor [A] c.s. dat ieder gerechtigd is tot 1/21e deel van dit saldo en voor de andere partijen dat zij ieder gerechtigd zijn tot 1/7e deel daarvan, de rechtbank zal in zoverre de door [eiser 1] c.s. gevorderde verklaring voor recht uitspreken;
- Partijen dienen de boedelnotaris op te dragen de op basis hiervan berekende bedragen aan hen uit te keren en de ervenrekening op te heffen. Ook hier zal de rechtbank een voorziening treffen voor het geval de benodigde medewerking door [gedaagde 2] c.s. binnen een redelijke termijn uitblijft;