Op 4 november 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van 139 hennepplanten, het aanwezig hebben van 6.834 gram hennep en de diefstal van elektriciteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 24 april 2013 in Almere een hennepkwekerij heeft opgezet in een pand aan de [adres 1]. Tijdens een politieonderzoek zijn meerdere ruimtes aangetroffen die waren ingericht voor het kweken en drogen van hennep. De verdachte werd in verband gebracht met de hennepplantage door getuigenverklaringen en DNA-sporen die op de plaats delict zijn aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele andere tenlastegelegde feiten, waaronder het voorhanden hebben van een vuurwapen, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte hiervan op de hoogte was. De rechtbank hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte en de ernst van de feiten, maar besloot geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gezien de ouderdom van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.