Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 september 2016 met producties 1 tot en met 18
- de op 27 oktober 2016 van de [gedaagden c.s.] ontvangen producties 1 tot en met 28
- de op 28 oktober 2016 van [eisers c.s.] ontvangen akte eisvermeerdering en producties 19 tot en met 24
- de mondelinge behandeling van 31 oktober 2016
- de pleitnota van [eisers c.s.]
- de pleitnota van de [gedaagden c.s.] en de ter zitting overgelegde bijlagen (e-mails en conclusie A-G)
2.De feiten
bonds) gelden hebben aangetrokken uit de markt en hebben belegd in vastgoed in Noord-Amerika, Nederland, Duitsland en de Baltische Staten.
trustee) van de [X] Mortgage Bonds en de [X] Corporate Bonds is de Stichting [X] Bonds. De beheerder (
trustee) van de [X] Capital Securities A is de Stichting [X] Capital Securities. Stichting [X] Bonds en Stichting [X] Capital Securities worden hierna ook wel gezamenlijk “de beheerders” genoemd.
Companies’ Creditors Arrangement Act(hierna: “CCAA”). De Canadese rechtbank heeft dit verzoek toegewezen en een bewindvoerder (
monitor) benoemd. De monitor heeft onderzoek gedaan naar de geldstromen en transacties van HII in de periode vanaf 2004 tot aan de start van de CCAA-procedure. Ten behoeve van dit onderzoek zijn inmiddels meer dan 100 miljoen Canadese dollars besteed aan adviseurskosten. De monitor heeft als resultaat van het onderzoek bevonden dat er gedurende de onderzochte periode geen transacties hebben plaatsgevonden waarvoor een gerechtvaardigde grondslag ontbreekt.
“een mogelijke schuldvordering of schuldvorderingen op de AFM, DNB, DBD[lees: De Nederlandse Belastingdienst, toevoeging voorzieningenrechter]
en anderen”cedeert. Obligatiehouders hadden tot 2 november 2016 de mogelijkheid om zich in te schrijven.
“het behartigen van de belangen van ex-Bondhouders in [X] cum suis ten einde compensatie te bewerkstelligen voor het door hen geleden verlies alsmede het achterhalen van onrechtmatigheden bij de oprichting van Geneba Properties N.V., thans gevestigd te Amsterdam, ten einde compensatie te verkrijgen voor de door hen bij de oprichting geleden schade”.
“Gevecht om [X] -miljoenen verhardt”. In dit artikel komt [gedaagde 5] aan het woord
“als een van de gedupeerden en stuwende kracht achter de kersverse vereniging”. [gedaagde 5] wordt in het artikel als volgt geciteerd:
“open brief aan de heer [A] ”op de website [website] geplaatst als reactie op de in 2.15 genoemde ingezonden brief. Deze brief bevat, onder meer, de volgende uitlatingen:
“Als u nu eens een deel van de miljoenen die uw groep van onze leden heeftgestolenter beschikking zou stellen dan zouden we sneller kunnen professionaliseren, sneller ons onderzoek kunnen doen en daardoor sneller de [X] -groep kunnen ontmaskeren.”
“Terwijl je het stuurloze schip recht op de klippen ziet afgaan, toch nog even snel zakken vullen. Verdwijnen is dan een zeer zachte uitdrukking voorfraude. Als de monitor daadwerkelijk serieus onderzoek zou hebben gedaan, zou zij zeker ook op deze fraude zijn gestuit.”
“Ja meneer [A] , het woord “piramidespel” komt bij ons vandaan en is door de journalist gewoon als verslaglegging opgenomen. Achter dat woord staan we nog steeds. Hoe zou u het anders willen noemen? Schuiven met onroerend goed van de ene naar de andere bondserie om de gaten te dichten? Dat is toch een piramidespel?”
“De laatste strohalm die men nog heeft, wilt u hen ook nog ontnemen en wel tegen een percentage van 1% van hun gezamenlijke bondtotaal. Meneer [A] , dat heetoplichting. Als “ [eiser 1] ” waarvan wij vermoeden dat u een stroman bent, het werkelijk zo goed met de ex-bondhouders voorhad, zou hij zonder iets te zeggen zijn beoogde procedure hebben gestart.”
“Uw volledige inleg terug”.
3.Het geschil
Rectificatie
4.De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
onrechtmatig, want onjuist en onnodig grievend;
misleidende reclame-uitingen;
merkinbreukin de zin van artikel 2.20 BVIE.
- de aard van de gepubliceerde verdenkingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor [eisers c.s.] ;
- de ernst van de misstand die de publicatie aan de kaak beoogt te stellen;
- de mate waarin de verdenkingen ten tijde van de publicatie steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal;
- de inkleding van de verdenkingen;
- de mate van waarschijnlijkheid dat in het algemeen belang het nagestreefde doel langs andere – voor [eisers c.s.] minder schadelijke – wegen met een redelijke kans op spoedig succes had kunnen worden bereikt;
- de kans dat de betreffende informatie ook zonder de verweten terbeschikkingstelling aan de pers in de publiciteit zou zijn gekomen.
manipulatie, mismanagement en bedrog”, “ vele misstanden”, “gestolen”, “fraude”en
“piramidespel” (zie 2.16 en 2.17). Volgens [eisers c.s.] zijn deze kwalificaties feitelijk onjuist en onnodig grievend. De monitor heeft in zijn onderzoek (zie 2.4) namelijk geen aanwijzingen gevonden dat er gedurende de onderzochte periode transacties hebben plaatsgevonden waarvoor een gerechtvaardigde grondslag ontbreekt en Lemstra Van der Korst concludeert naar aanleiding van haar onderzoek (zie 2.5) dat er geen aanleiding is voor claims op grond van misleiding. De [gedaagden c.s.] staaft haar beschuldigingen ook niet met feiten. De [gedaagden c.s.] heeft het recht zich op kritische wijze over [eisers c.s.] uit te laten, maar dient dat op nette wijze te doen en alleen op punten die zij voldoende feitelijk kan onderbouwen. De [gedaagden c.s.] heeft dat nagelaten en handelt daarmee onrechtmatig, aldus [eisers c.s.]
elementen van misleiding”. Voor het overige heeft [eisers c.s.] de stellingen van de [gedaagden c.s.] niet (voldoende concreet) betwist. Op grond daarvan dient ervan uit te worden gegaan dat de informatie in de prospectussen en indentures op dit punt niet overeenkomt met hetgeen feitelijk heeft plaatsgevonden en is het niet onrechtmatig als de [gedaagden c.s.] zegt dat er sprake is van misleiding (zie ook 4.12). Hier ligt echter de vraag voor of de [gedaagden c.s.] gerechtvaardigd kan zeggen dat er hierdoor sprake is van “
manipulatie, mismanagement en bedrog”, “ vele misstanden”, “gestolen”, “fraude”en
“piramidespel” (zie 4.17), nu deze beschuldigende uitlatingen (veel) meer omvatten dan het verstrekken van onjuist gebleken informatie.
manipulatie”, “bedrog”, “gestolen”, “fraude”en
“piramidespel” (zie uitlatingen 2, 3, 6, 7 en 8 in 2.16 en 2.17) onvoldoende steun vinden in het door de [gedaagden c.s.] gepresenteerde feitenmateriaal, terwijl deze dusdanig ernstig zijn dat de reputatie van [eisers c.s.] hierdoor wordt geschaad. Alle omstandigheden in aanmerking genomen en alle belangen afwegende, is de voorzieningenrechter dan ook van oordeel dat het belang van de [gedaagden c.s.] om – met gebruikmaking van deze uitlatingen – misstanden aan de kaak te stellen, dient te wijken voor het belang van [eisers c.s.] gevrijwaard te worden van lichtvaardige verdachtmakingen. De uitlatingen van de [gedaagden c.s.] zijn dus onrechtmatig zijn jegens [eisers c.s.] , op grond waarvan het recht van vrijheid van meningsuiting van de [gedaagden c.s.] kan en zal worden beperkt (zie 4.11).
816,00
5.De beslissing
Rectificatie