Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingslocatie Utrecht
1.De ambtshalve bepaalde wijziging van/toevoeging op het eindvonnis
2.De beslissing
“5. Bewezenverklaring”, onder “1.” de datum “5 januari 2014” wordt gewijzigd in
“5 juni 2014”;
Rechtbank Midden-Nederland
Op 3 oktober 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis gewezen in de strafzaak met parketnummer 16/705190-14 (P). In dit vonnis werd abusievelijk een onjuiste datum vermeld in de bewezenverklaring onder feit 1, namelijk "5 januari 2014". Deze datum diende te worden gecorrigeerd naar "5 juni 2014". Daarnaast was er een omissie in het dictum van het vonnis, waar de verbeurdverklaring van bankbiljetten met een totale waarde van € 62.000,00 niet was opgenomen.
Op 11 oktober 2016 heeft de rechtbank een herstelvonnis uitgesproken, waarin de eerder genoemde fouten werden gecorrigeerd. De rechtbank bepaalde dat de datum in de bewezenverklaring moest worden gewijzigd en dat de verbeurdverklaring van de bankbiljetten aan het dictum moest worden toegevoegd. Dit herstelvonnis werd vastgesteld en ondertekend door de voorzitter, mr. drs. S.M. van Lieshout, en de griffier, mr. D.A. Groenevelt-Timmer.
Het herstelvonnis is een belangrijke procedurele stap om de juridische juistheid van het eerdere vonnis te waarborgen. Het benadrukt de zorgvuldigheid die vereist is in strafzaken en de noodzaak om fouten te corrigeren om de rechtszekerheid te waarborgen.