In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 februari 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de executeur van de nalatenschap van erflaatster [A]. De verzoekers, erfgenamen van de erflaatster, hebben de kantonrechter verzocht om de executeur te ontslaan op grond van gewichtige redenen, zoals het niet verstrekken van informatie en het ontbreken van een boedelbeschrijving. De kantonrechter heeft de procedure behandeld op 14 januari 2016, waarbij diverse stukken zijn ingediend, waaronder verzoekschriften en producties van beide partijen. De erflaatster had in haar testament de verzoekers als erfgenamen benoemd en de executeur aangesteld. De kantonrechter heeft overwogen dat de executeur op basis van artikel 4:149 BW kan worden ontslagen, maar dat de aangevoerde redenen niet voldoende gewicht hebben om tot ontslag over te gaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de executeur niet in ernstige mate tekort is geschoten in zijn taak en dat er geen gewichtige redenen zijn voor ontslag. Wel heeft de kantonrechter het verzoek tot het opmaken van een boedelbeschrijving toegewezen, waarbij mr. [belanghebbende sub 3] als notaris is aangewezen. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontslag van de executeur afgewezen en de kostenveroordeling van de verzoekers afgewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.