ECLI:NL:RBMNE:2016:7484

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 december 2016
Publicatiedatum
10 februari 2017
Zaaknummer
5183761 UC EXPL 16-9538 mc/936
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van een overeenkomst voor onbepaalde tijd naar een overeenkomst voor bepaalde tijd zonder expliciete aanvaarding van de abonnee

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 14 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vennootschap onder firma Revisie V.O.F. en de besloten vennootschap Voordeelregeling B.V. Revisie vorderde een verklaring voor recht dat er geen overeenkomst voor bepaalde tijd tot stand was gekomen met Voordeelregeling en dat zij geen afkoopsom verschuldigd was. De zaak draait om de vraag of Voordeelregeling de overeenkomst van onbepaalde tijd naar een overeenkomst voor bepaalde tijd kon wijzigen zonder expliciete aanvaarding van Revisie.

Revisie had eerder een overeenkomst met Voordeelregeling voor belminuten en had later ook een abonnement voor telefonie afgesloten. Na een mededeling van Voordeelregeling over wijziging van de algemene voorwaarden, heeft Revisie de overeenkomst opgezegd. Voordeelregeling stuurde vervolgens een factuur voor een afkoopsom en blokkeerde de omzetting naar een andere aanbieder. Revisie heeft de factuur niet betaald en vorderde daarop een verklaring van de kantonrechter.

De kantonrechter oordeelde dat Voordeelregeling de overeenkomst mocht wijzigen op basis van de algemene voorwaarden, waarin een wijzigingsbeding was opgenomen. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van onredelijke bezwarendheid en dat Revisie onvoldoende had aangetoond dat haar belangen in het geding waren. De vordering van Revisie werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 5183761 UC EXPL 16-9538 mc/936
Vonnis van 14 december 2016
inzake
de vennootschap onder firma
Revisie V.O.F.,
gevestigd te Zwolle,
verder ook te noemen Revisie,
eisende partij,
gemachtigde: mr. N.J. Linssen,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Voordeelregeling B.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Voordeelregeling,
gedaagde partij,
gemachtigde: jkvr. mr. E.H.A. Sandberg.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Revisie is een zakelijke dienstverlener op het gebied van loopbaanontwikkeling.
Voordeelregeling is een bedrijf dat zich bezighoudt met telefonie voor de zakelijke markt. Zij biedt een service aan die is ontwikkeld voor bedrijven die hoge eisen stellen aan de telefonie over internet maar die niet belast wil worden met de hoge kosten van systeem-beheer en een eigen infrastructuur. De klant krijgt zelf het beheer over een ‘managed’ telefooncentrale die ‘gehost’ is in het datacenter van Voordeelregeling.
2.2.
Voordeelregeling had met Revisie eerst een overeenkomst ter zake van alleen de belminuten (CPS - Carrier Pre Selectie) en vanaf 30 juli 2015 ook een abonnement voor wat betreft de telefonie (WLR - Wholesale Line Rental).
2.3.
Revisie heeft de mededeling van Voordeelregeling van 30 september 2015, ter zake van de wijziging van de algemene voorwaarden en de omstandigheid dat de wijziging een maand later in zou gaan en dat in die maand kosteloos kon worden opgezegd, ontvangen. Revisie heeft niet op dit e-mailbericht gereageerd.
2.4.
In maart 2016 heeft Revisie de overeenkomst met Voordeelregeling opgezegd omdat zij wilde overstappen naar een andere telefonieaanbieder. Voordeelregeling heeft vervolgens een factuur aan Revisie gestuurd ter zake de afkoopsom voor de tot 30 oktober 2017 ver-schuldigde abonnementstermijnen. Deze factuur ziet op een bedrag van € 2.757,52. Daar-naast heeft Voordeelregeling de omzetting naar een andere aanbieder geblokkeerd.
2.5.
Revisie heeft voormeld bedrag niet betaald.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Revisie vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, een verklaring voor recht geeft dat tussen Revisie en Voordeelregeling geen over-eenkomst voor bepaalde tijd tot stand is gekomen en dat Revisie derhalve geen afkoopsom tot 30 oktober 2017 aan Voordeelregeling verschuldigd is. Ook wordt gevorderd om Voor-deelregeling te veroordelen tot het verschaffen van een creditnota ter zake de vermeend ver-schuldigde afkoopsom, binnen zeven dagen na vonnis. Verder, voor zover van belang, wordt veroordeling in de buitengerechtelijke kosten en in de kosten van het geding gevorderd.
3.2.
Aan de vordering legt Revisie kort gezegd ten grondslag dat de door Voordeelrege-ling doorgevoerde wijziging van de duur van de overeenkomst niet door de beugel kan. De aanwezigheid van een eenzijdig wijzigingsbeding betekent niet dat Voordeelregeling de voorwaarde naar eigen goeddunken kan wijzigen. Geoorloofde wijziging is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Die omstandigheden leiden er in dit geval toe dat de om-zetting van de telefonieovereenkomst voor een onbepaalde duur naar een voor bepaalde duur niet onder het wijzigingsbeding kan worden begrepen. Voor zover de wijziging wel onder de reikwijdte van de algemene voorwaarden valt dan is niet voldaan aan de voorwaarden dat die wijziging noodzakelijk is.
3.3.
Voordeelregeling voert verweer. De opzegbepaling heeft geen bijzondere plaats in de overeenkomst. Daar geldt geen bijzonder beschermend regime voor. De algemene voorwaar-den kennen bovendien een wijzigingsbeding. Gewezen wordt verder op artikel 7.2 van de Telecommunicatiewet. Naar de mening van Voordeelregeling is artikel 7.2 van de Telecom-municatiewet van belang omdat dit artikel de abonnee bescherming bij een eenzijdige wijzi-ging biedt. Aan alle voorschriften van dit artikel 7.2 is voldaan. De wijziging zou een maand later ingaan en derhalve is de aankondiging tijdig gedaan.
3.4.
In voortgezet debat heeft Revisie zich op het standpunt gesteld dat Voordeelregeling langs de kern van de zaak gaat. De vraag is niet of Voordeelregeling voldaan heeft aan de voorwaarde van artikel 7.2 Telecommunicatiewet. Vraag is of de telefonieovereenkomst voor onbepaalde tijd door de mededeling van 13 september 2015 rechtsgeldig is omgezet naar een tweejarige overeenkomst. Voordeelregeling heeft geen argumenten aangedragen op grond waarvan een tweejarige overeenkomst daadwerkelijk tot stand is gekomen.
3.5.
In de conclusie van dupliek heeft Voordeelregeling opgemerkt dat de algemene voor-waarden van Voordeelregeling een wijzigingsbeding kennen, hetgeen ook tussen partijen vaststaat. De vraag wordt vervolgens opgeworpen of een wijziging van de duur van de over-eenkomst door middel van een wijzigingsbeding mag. Voordeelregeling wijst op de Parle-mentaire Geschiedenis (MVA I Inv. Parl. Gesch. Boek 6, pagina 1684), waarin staat dat wij-zigingsbedingen werking hebben indien de gebruiker bij de uitoefening van deze bevoegd-heid overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid handelt. In dat geval is de we-derpartij in beginsel gebonden aan de wijziging. Revisie vordert geen vernietiging op grond van artikel 6:233 BW maar vordert een verklaring voor recht in verband met de totstandko-ming van de overeenkomst.

4.De beoordeling

4.1.
Voordeelregeling heeft - overigens op wat onorthodoxe wijze, namelijk achterin de conclusie van antwoord en niet op voorhand duidelijk zichtbaar - de onbevoegdheid van de kantonrechter aan de orde gesteld. Zij voert aan dat Revisie een vordering instelt van onbe-paalde waarde, doordat zij een verklaring voor recht vordert dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen en bovendien het zenden van een creditnota eist. Een vordering van onbe-paalde waarde is voorbehouden aan de rechtbank, zo meent Voordeelregeling.
Voordeelregeling miskent dat een vordering van onbepaalde waarde door de kantonrechter geschat moet worden op een werkelijke (gelds)waarde. In dit geval vertegenwoordigt de vordering geen hogere waarde dan € 25.000,00, gelet op de door eiser aan de orde gestelde (hoogste) afkoopsom van € 2.757,52. De kantonrechter is derhalve bevoegd van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Het inhoudelijke verschil van mening betreft de vraag of Voordeelregeling de over-eenkomst mocht wijzigen van een voor onbepaalde tijd naar een overeenkomst voor bepaal-de tijd zonder expliciete aanvaarding van de abonnee.
4.3.
In de Parlementaire Geschiedenis (Parlementaire Geschiedenis van het nieuwe Bur-gerlijk Wetboek, Invoering Boeken 3,5 en 6, Boek 6, van het verbintenissenrecht, Kluwer Deventer 1990, pagina 1657 e.v.) is op bladzijde 1658 de discussie verwoord naar aanleiding van een voorstel van de Consumentenbond en de Stichting Konsumenten Kontakt om de arti-kelen 3 en 4 (lees thans 236 en 237) aan te vullen met een negental nieuwe bedingen, waar-onder ten negende een beding dat de gebruiker het recht geeft de contractinhoud eenzijdig te wijzigen. De kantonrechter wijst op de discussie die heeft plaatsgevonden bij de behandeling van het derde voorstel van voormelde consumentenorganisaties. Daarin kwam aan de orde de toets aan redelijkheid en billijkheid. Dit wordt door de regering als een minder scherpe toet-sing ervaren dan de toetsing aan de regeling van de onredelijke bezwarendheid (p. 1658) . De regering voert aan toe dat vernietiging van een dergelijk beding kan leiden tot nietigheid van de overeenkomst omdat een van de essentialia wegvalt. In dit geding is evenwel door Revisie aan de orde gesteld dat juist geen overeenkomst is gesloten en dat dat wel had moeten ge-beuren.
4.4.
Voor zover vervolgens ook op de grondslag van redelijkheid en billijkheid zou moeten worden beoordeeld of er sprake is van een aan onredelijke bezwarendheid grenzende niet-inachtneming van de wederzijds kenbare belangen van partijen (naast beoordeling van de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen alsmede de overige omstandigheden van het geval) dan heeft Revisie in het kader van haar stelplicht onvoldoende aangevoerd wat haar belang is. De kantonrechter heeft niet veel meer kunnen constateren dan dat Revisie er een beroep op doet dat niet eerder een telefonieaanbieder door middel van een opt-out-mededeling aan abonnees een contract voor onbepaalde tijd heeft omgezet naar een abonnement voor bepaalde tijd. De vervolgens nog aangevoerde omstandigheid dat het nimmer de bedoeling van partijen is geweest en dat het niet met de aard van de overeenkomst strookt dat Voordeelregeling ieder moment een-zijdig kan wijzigen is onverenigbaar met de in de algemene voorwaarden opgenomen bepa-ling dat Revisie conform artikel 16 van de algemene voorwaarden wel die bevoegdheid heeft.
4.5.
Voor zover ten slotte op zelfstandige basis moet worden beoordeeld, aan de hand van het bepaalde in artikel 6:233 BW, dat sprake is van onredelijke bezwarendheid, is de kantonrechter van oordeel, dat tussen twee partijen als de onderhavige, die beiden op com-merciële basis en tegen elkaar opgewassen zaken doen, geen onredelijke bezwarendheid aanwezig is, wanneer de overeenkomst de bepaling kent dat de gebruiker aan de wederpartij een wijziging mag voorstellen onder gelijktijdige aanbieding van de mogelijkheid op te zeggen of te ontbinden. Dat is alleen al daarom het geval, omdat tussen een wederpartij en een consument al geen sprake is van onredelijke bezwarendheid in de zin van artikel 6:237 BW wanneer de gebruiker de bevoegheid heeft een prestatie te verschaffen die wezenlijk van de toegezegde prestatie afwijkt, maar waarbij het vermoeden van onredelijke bezwarendheid wordt opgeheven wanneer de wederpartij bevoegd is in dat geval de overeenkomst te ontbin-den. Die gelegenheid is aan Revisie geboden, maar zij heeft er geen gebruik van gemaakt. En voor zover ondanks het hierboven overwogene toch nog een afweging moet plaatsvinden aan de hand van de criteria van artikel 6:233 BW, geldt ook dan dat Revisie onvoldoende inzicht heeft gegeven in haar eigen belangen anders dan erop te wijzen dat meerdere abonnees ge-dupeerd zijn.
4.6.
Het gevolg is dat tussen partijen een (gewijzigde) overeenkomst is ontstaan en dat de vordering van Revisie dient te worden afgewezen. Revisie dient in de kosten van de proce-dure te worden veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Revisie in de kosten van de procedure tot op heden aan de zijde van Voordeelregeling begroot op het salaris ten bedrage van € 120,00;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.M. de Laat, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 december 2016.