ECLI:NL:RBMNE:2016:757
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechters van de rechtbank Midden-Nederland
Op 17 december 2015 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. C.A. de Beaufort, rechter bij de strafraadkamer van de rechtbank Midden-Nederland. Dit verzoek was gerelateerd aan een bezwaarschrift dat door verzoeker was ingediend op basis van de Wet DNA-onderzoek. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek was gepland op 9 februari 2016, maar verzoeker is niet verschenen. Tijdens de behandeling heeft de wrakingskamer, bestaande uit mr. S.M. van Lieshout als voorzitter, mr. M.J. Slootweg en mr. K.J. Veenstra als leden, het verzoek van verzoeker in behandeling genomen. Verzoeker heeft gesteld dat rechters van dezelfde rechtbank niet in staat zijn om objectief te oordelen over een wrakingsverzoek tegen hun collega.
De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet voldoet aan de eisen die in het Wrakingsprotocol van de rechtbank Midden-Nederland zijn gesteld. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de wraking niet alleen betrekking heeft op de gewraakte rechters, maar ook op alle andere rechters van de rechtbank, wat niet voldoet aan de criteria voor een geldig wrakingsverzoek. Hierdoor is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking.
De beslissing van de wrakingskamer is openbaar uitgesproken op 15 februari 2016. De wrakingskamer heeft tevens bepaald dat het verzoek van verzoeker tot wraking van mr. C.A. de Beaufort in een andere zaak op 4 maart 2016 zal worden behandeld. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.