ECLI:NL:RBMNE:2016:7818

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 april 2016
Publicatiedatum
7 september 2020
Zaaknummer
C/16/397249 / HA ZA 15-648
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijsopdracht inzake zorgplicht bemiddelaar

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, stond de zorgplicht van een bemiddelaar centraal. De eisers, [eisers c.s.], hadden een bemiddelingsovereenkomst gesloten met de besloten vennootschap Eigen Huis voor een bouwtechnische keuring van een woning die zij wilden kopen. Na de aankoop van de woning kwamen er ernstige gebreken aan de fundering aan het licht, die niet in het keuringsrapport waren vermeld. De eisers stelden Eigen Huis aansprakelijk en vorderden een schadevergoeding van € 71.120,75. De rechtbank oordeelde dat Eigen Huis als bemiddelaar een zorgplicht had om een deugdelijk onderzoek te doen naar de geschiktheid van de door haar voorgedragen bouwkundige adviseur. De rechtbank stelde vast dat Eigen Huis niet voldoende bewijs had geleverd dat de adviseur voldeed aan de vereiste kwalificaties en dat zij de zorgplicht had geschonden. De rechtbank droeg Eigen Huis op om bewijs te leveren van de kwalificaties van de adviseur en de procedures die gevolgd waren bij de bemiddeling. De zaak werd aangehouden voor verdere bewijslevering en het horen van getuigen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/397249 / HA ZA 15-648
Vonnis van 20 april 2016
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. E.W.M. Aalsma te Zaandam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. EIGEN HUIS BOUWKUNDIG ADVIES,
gevestigd te Amersfoort,
gedaagde,
advocaat mr. R.S. Ariëns te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eisers c.s.] en Eigen Huis genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 7 oktober 2016
  • de akte wijziging eis van [eisers c.s.] van 16 december 2015 met producties
  • het proces-verbaal van comparitie van 16 december 2015
  • de akte overlegging producties van [eisers c.s.] van 17 december 2015
  • de antwoordakte van Eigen Huis van 27 januari 2016 met producties
  • de antwoordakte van [eisers c.s.] van 24 februari 2016.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eigen Huis houdt zich hoofdzakelijk bezig met het bemiddelen bij het laten uitvoeren van bouwkundige keuringen en het geven van adviezen voor/aan leden van de Vereniging Eigen Huis door bij haar aangesloten zelfstandige bouwkundigen.
2.2.
Tussen partijen is in augustus 2013 een bemiddelingsovereenkomst tot stand gekomen, die heeft geleid tot een overeenkomst van opdracht tussen [eisers c.s.] en de bij Eigen Huis aangesloten bouwkundig adviseur [A] . [A] (hierna [A] ), voor een bouwtechnische keuring van een woning te [woonplaats] die [eisers c.s.] wenste te kopen (aankoopkeuring).
2.3.
Nadat [A] zijn rapport had uitgebracht, heeft [eisers c.s.] de woning gekocht en is deze aan [eisers c.s.] geleverd in oktober 2013.
2.4.
Nadien - in februari 2014 - zijn ernstige gebreken aan de fundering van die woning (en de naastgelegen woning) aan het licht gekomen, welke niet in het keuringsrapport van [A] zijn vermeld.
2.5.
[eisers c.s.] heeft Eigen Huis bij brief van 9 oktober 2014 in gebreke gesteld ter zake van de aankoopkeuring door [A] .
2.6.
Eigen Huis bij brief van 6 november 2014 aan [eisers c.s.] bericht dat de heer [A] geen aansprakelijkheid aanvaardt.

3.Het geschil

3.1.
[eisers c.s.] vordert na wijziging van eis samengevat - veroordeling van Eigen Huis tot betaling van € 71.120,75, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Eigen Huis voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Dit vonnis wordt gewezen door een andere rechter dan de rechter die zaak tot en met de comparitie na antwoord heeft behandeld, vanwege het vertrek van laatstbedoelde rechter naar een andere rechtbank.
4.2.
[eisers c.s.] heeft zijn vordering aanvankelijk gegrond op het toerekenbaar tekort schieten van Eigen Huis door een onzorgvuldig onderzoek uit te voeren. Na het verweer van Eigen Huis dat niet tussen partijen maar tussen [eisers c.s.] en [A] een overeenkomst van opdracht ter zake van de aankoopkeuring tot stand is gekomen, waarbij Eigen Huis slechts heeft bemiddeld, heeft [eisers c.s.] de grondslag van zijn vordering gewijzigd. Zijn standpunt luidt thans, zo begrijpt de rechtbank, dat Eigen Huis als tussenpersoon tekort is geschoten in de nakoming van de bemiddelingsovereenkomst, door een ondeskundige derde aan [eisers c.s.] voor te dragen.
4.3.
Volgens artikel 7:725 van het burgerlijk wetboek (BW) is een bemiddelingsovereenkomst een bijzondere vorm van de overeenkomst van opdracht waarbij de ene partij, de opdrachtnemer, zich tegenover de andere partij, de opdrachtgever, verbindt tegen loon als tussenpersoon werkzaam te zijn bij het tot stand brengen van een of meer overeenkomsten tussen de opdrachtgever en derden. Volgens artikel 7:401 BW moet een opdrachtnemer bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen. Deze zorgplicht brengt met zich dat een bemiddelaar dient te handelen zoals een redelijk en bekwaam handelend vakgenoot in vergelijkbare gevallen te werk zou zijn gegaan. Wat dit concreet inhoudt is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
4.4.
Van een redelijk en bekwaam handelende bemiddelaar mag worden verwacht dat hij, alvorens hij een derde aan de opdrachtgever voordraagt, een deugdelijk onderzoek doet naar de geschiktheid van die derde voor het doel waarvoor de opdrachtgever een overeenkomst met die derde wenst aan te gaan.
4.5.
[eisers c.s.] stelt na wijziging van de grondslag van zijn vordering dat Eigen Huis zich niet aan haar zorgplicht jegens [eisers c.s.] heeft gehouden en hij betwist dat [A] deskundig is. Hij leidt dat af uit het feit dat [A] bij het uitvoeren van de keuring van de woning diverse gebreken [1] , ook andere dan die aan de fundering, niet heeft opgemerkt. Tenslotte betwist [eisers c.s.] dat Eigen Huis voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het onderzoek naar de bekwaamheid van [A] en wijst er op dat bewijsstukken van het gestelde daarover door Eigen Huis ontbreken.
4.6.
Zonder een standpunt in te nemen over de vraag of [A] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht (aankoopkeuring), stelt de rechtbank voorop dat indien een door de opdrachtnemer voorgedragen derde in de uitvoering van de na de bemiddeling tot stand gekomen overeenkomst fouten maakt, dit zonder meer niet kan leiden tot aansprakelijkheid van de bemiddelaar. Dit kan anders zijn indien die fouten het gevolg zijn van de ondeskundigheid van die derde of diens ongeschiktheid om de opdracht uit te voeren en de bemiddelaar dit bij de controle in het kader van zijn zorgplicht had moeten of had kunnen ontdekken.
4.7.
Eigen Huis heeft onder randnummers 13 tot en met 17 van haar antwoordakte van 27 januari 2016 uit de doeken gedaan welke eisen zij stelt aan haar bouwkundigen en heeft aan de hand van het c.v. van [A] gesteld dat deze aan die eisen voldoet.
4.8.
De rechtbank is van oordeel dat de door Eigen Huis geschetste procedure en de daarbij gehanteerde criteria die een bouwkundige moet doorlopen/waaraan een bouwkundige moet voldoen, voordat hij keuringen mag gaan uitvoeren door bemiddeling van Eigen Huis, op zich een juiste invulling is van de op haar rustende zorgplicht. Dit geldt ook voor de controles die na de toelating nog plaatsvinden. De rechtbank is met [eisers c.s.] van oordeel dat voor het bewijs dat ook [A] deze procedure met succes heeft doorlopen en nog steeds voldoet aan alle criteria het overgelegde c.v. van [A] onvoldoende is. Eigen Huis zal daarom worden opgedragen tot nadere bewijslevering van haar stelling dat [A] de door Eigen Huis geschetste procedure met succes heeft doorlopen, [A] voldoet aan alle door Eigen Huis gestelde eisen en onderdeel is van de controles van Eigen Huis. Meer specifiek betekent dit dat Eigen Huis dient te bewijzen;
- dat zij, aan de hand van door [A] overgelegde diploma’s heeft vastgesteld dat [A] een of meerdere bouwkundige opleiding(en) heeft genoten die heeft/hebben geleid tot een MBO+/HBO Bouwkunde denk- en werkniveau aangevuld met relevante werkervaring in de bouw en het keuren van woningen,
- dat zij heeft vastgesteld dat [A] kennis heeft van het Bouwbesluit en aanverwante regelgeving,
- dat [A] met succes de onder randnummer 15 van de antwoordakte beschreven proefperiode van 6 maanden inclusief opleidingstraject heeft doorlopen en dat hem het certificaat daarvoor is verleend,
- dat Eigen Huis daarna met regelmaat door [A] uitgebrachte aankoopkeuringsrapporten heeft beoordeeld,
- dat zij heeft vastgesteld dat [A] beschikt over het persoonsgebonden certificaat van “Bouwkundig Adviseur Nieuwbouw/Bestaande Bouw” afgegeven door TÜV Rheinland Nederland B.V. en dat [A] is aangesloten bij EHBA,
- dat de kwaliteit van [A] op diverse momenten en met behulp van diverse instrumenten is beoordeeld, dat een eindbeoordeling heeft plaatsgevonden door een auditor en dat die eindbeoordelingen zijn gevalideerd door de voorzitter van het kwaliteitsoverleg van Eigen Huis,
- dat [A] onderdeel is van het continue controle- en toezichtproces dat Eigen Huis toepast.
4.9.
Indien Eigen Huis het bewijs (mede) wenst te leveren door schriftelijke stukken of andere gegevens, dient zij deze afzonderlijk bij akte in het geding te brengen. Indien Eigen Huis het bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, dient zij dit in de akte te vermelden en de verhinderdata op te geven van alle partijen en van de op te roepen getuigen. De rechtbank zal dan vervolgens een dag en uur voor een getuigenverhoor bepalen.
4.10.
Eigen Huis moet bij de getuigenverhoren rechtsgeldig vertegenwoordigd zijn en [eisers c.s.] moet in persoon aanwezig zijn. Indien een partij zonder gegronde reden niet verschijnt, kan dit nadelige gevolgen voor die partij hebben.
4.11.
De rechtbank verwacht dat het verhoor per getuige 60 minuten zal duren. Als Eigen Huis verwacht dat het verhoor van een getuige langer zal duren dan de hiervoor vermelde duur, kan dat in de te nemen akte worden vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
draagt Eigen Huis op om te bewijzen:
- dat zij, aan de hand van door [A] overgelegde diploma’s heeft vastgesteld dat [A] een of meerdere bouwkundige opleiding(en) heeft genoten die heeft/hebben geleid tot een MBO+/HBO Bouwkunde denk- en werkniveau aangevuld met relevante werkervaring in de bouw en het keuren van woningen,
- dat zij heeft vastgesteld dat [A] kennis heeft van het Bouwbesluit en aanverwante regelgeving,
- dat [A] met succes de onder randnummer 15 van de antwoordakte van Eigen Huis beschreven proefperiode van 6 maanden inclusief opleidingstraject heeft doorlopen en dat hem het certificaat daarvoor is verleend;
- dat zij daarna met regelmaat door [A] uitgebrachte aankoopkeuringsrapporten heeft beoordeeld,
- dat zij heeft vastgesteld dat [A] beschikt over het persoonsgebonden certificaat van “Bouwkundig Adviseur Nieuwbouw/Bestaande Bouw” afgegeven door TÜV Rheinland Nederland B.V. en dat [A] is aangesloten bij EHBA,
- dat de kwaliteit van [A] op diverse momenten en met behulp van diverse instrumenten is beoordeeld, dat een eindbeoordeling heeft plaatsgevonden door een auditor en dat die eindbeoordelingen zijn gevalideerd door de voorzitter van het kwaliteitsoverleg van Eigen Huis,
- dat [A] onderdeel is van het continue controle- en toezichtproces dat Eigen Huis toepast.
5.2.
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 11 mei 2016 teneinde Eigen Huis in de gelegenheid te stellen bij akte aan te geven op welke wijze zij bewijs wil leveren;
5.3.
bepaalt dat, indien Eigen Huis (mede) bewijs wil leveren door middel van schriftelijke bewijsstukken, zij die stukken op die rolzitting in het geding moet brengen;
5.4.
bepaalt dat, indien Eigen Huis bewijs wil leveren door middel van het horen van getuigen, zij op die rolzitting:
- de namen en woonplaatsen van de getuigen dient op te geven;
- moet opgeven op welke dagen alle partijen, hun advocaten en de getuigen
in de drie maanden nadienverhinderd zijn; zij dient bij die opgave ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zou kunnen plaatsvinden;
5.5.
bepaalt dat:
- voor het opgeven van verhinderdata geen uitstel zal worden verleend
;
- indien Eigen Huis geen gebruik maakt van de mogelijkheid om verhinderdata op te geven de rechter eenzijdig een datum zal bepalen waarvan dan in beginsel geen wijziging meer mogelijk is;
- het getuigenverhoor zal kunnen worden bepaald op een niet daarvoor opgegeven dagdeel, indien bij de opgave minder dan het hiervoor verzochte aantal dagdelen zijn vrijgelaten;
5.6.
bepaalt dat de datum van het getuigenverhoor in beginsel niet zal worden gewijzigd nadat daarvoor dag en tijdstip zijn bepaald;
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.J. van Maanen en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2016. [2]

Voetnoten

1.Opgesomd onder randnummer 3 van de antwoordakte van 24 februari 2016.
2.type: DJvM/4098