ECLI:NL:RBMNE:2017:118

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 januari 2017
Publicatiedatum
13 januari 2017
Zaaknummer
C/16/385335 / HA ZA 15-132
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen voor overnachtingen en lunchpakketten door een Duitse vakantieappartementenverhuurder

In deze zaak vordert eiseres, handelend onder de naam [bedrijf A], betaling van onbetaalde facturen van Strukton Systems B.V. voor overnachtingen en lunchpakketten die zijn geboekt voor werknemers van Strukton bij een aparthotel op het eiland Borkum in Duitsland. Eiseres vordert een bedrag van € 37.923,12, vermeerderd met rente en kosten. Strukton betwist het aantal overnachtingen en stelt dat de kwaliteit van de dienstverlening onvoldoende was. De rechtbank heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat Duits recht van toepassing is. Eiseres heeft een juridische opinie overgelegd, waar Strukton op haar beurt ook een Duitse opinie aan toevoegde, maar zonder vertaling. De rechtbank oordeelt dat Strukton onvoldoende heeft onderbouwd dat zij niet gebonden is aan de afspraken die door MDS, een ander bedrijf, namens haar zijn gemaakt. De rechtbank concludeert dat Strukton haar verweer onvoldoende heeft onderbouwd en dat de vordering van eiseres toewijsbaar is. De rechtbank veroordeelt Strukton tot betaling van € 34.459,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/385335 / HA ZA 15-132
Vonnis van 18 januari 2017
in de zaak van
[eiseres],
tevens handelend onder de naam [bedrijf A] ,
wonende te [woonplaats] (Duitsland),
eiseres,
advocaat mr. I. van Bekkum te Nijmegen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STRUKTON SYSTEMS B.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. M.S. Houweling te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Strukton genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 20 juli 2016;
  • de akte houdende uitlating van [eiseres] met Duitstalige bijlage en de akte met Nederlandse vertaling daarvan;
  • de akte van Strukton met bijlage;
  • de akte met reactie daarop van [eiseres] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Voor de achtergrond van de zaak verwijst de rechtbank naar het tussenvonnis van 20 juli 2016. Kort gezegd komt het hierop neer: [eiseres] exploiteert een ‘aparthotel’ op het eiland Borkum in Duitsland. Strukton heeft voor werknemers bij een project in verband met een windmolenpark overnachtingen geboekt bij [eiseres] met ontbijt en lunchpakketten. [eiseres] vordert nu betaling van € 37.923,12 met rente en kosten vanwege onbetaalde facturen. Strukton voert verweer: zij betwist het aantal overnachtingen en zij voert aan dat de kwaliteit van de dienstverlening te wensen overliet.
2.2.
De rechtbank heeft in het tussenvonnis geoordeeld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en partijen de gelegenheid gegeven om zich nader uit te laten over het recht dat op de zaak moet worden toegepast. Partijen zijn het erover eens dat dat Duits recht is. Zij hebben een nadere toelichting gegeven op de inhoud daarvan (voor zover relevant): [eiseres] door een Duitstalig ‘Gutachten’ (juridische opinie) van Bernd C. Romppel, ‘Notar und Rechtsanwalt’ te Göttingen en een Nederlandse vertaling (door een niet met name genoemde vertaler) daarvan, en Strukton met een eveneens Duitstalige juridische opinie van Ulrich Berger, Rechtsanwalt te München.
2.3.
Strukton heeft gesteld het Duits onvoldoende machtig te zijn om de opinie van Romppel te beoordelen, en zij heeft zich daarbij beroepen op de in het EVRM neergelegde beginselen van een eerlijk proces. Het is dan merkwaardig dat zij vervolgens zelf ook een juridische opinie heeft overgelegd in het Duits, zonder vertaling. Aangezien [eiseres] daartegen niet heeft geprotesteerd maar integendeel zelf nogmaals een Duitstalig stuk heeft overgelegd, zal de rechtbank daaraan geen consequenties verbinden.
2.4.
Het belangrijkste geschilpunt is de vraag wat de overeenkomst tussen partijen inhield. Een voorvraag betreft de totstandkoming van de overeenkomst. De eerste contacten tussen Strukton en [eiseres] liepen via een ander bedrijf, MDS. Het standpunt van [eiseres] komt hierop neer dat MDS daarbij optrad als vertegenwoordiger (Vertreter) van Strukton, op grond van een Vollmacht (in enige vorm). Strukton betwist niet, althans niet concreet, dat MDS aanvankelijk namens haar de overeenkomst(en) met [eiseres] gesloten heeft. Zij geeft zelf geen toelichting op haar verhouding tot MDS, zij vertelt niet waarom MDS nu niet meer voor haar optreedt en zij licht niet toe waarom zij niet gebonden zou zijn aan overeenkomsten die MDS namens haar gesloten heeft. Daarmee heeft zij onvoldoende weersproken dat zij gebonden is aan de door MDS gemaakte afspraken.
2.5.
De volgende vraag is dan wat die afspraken precies inhielden. Volgens [eiseres] boekte Strukton blokken kamers voor een hele periode. Volgens Strukton boekte zij kamers op afroep: zij had eerst contact over een bepaalde periode waarin kamers zouden worden gebruikt en stuurde [eiseres] daarna personeelsplanningen, op basis waarvan zij overnachtingen en lunchpakketten afnam.
2.6.
Doorgaans kan men kamers in hotels, zeker in de stad, per nacht boeken. Appartementen in een vakantieplaats worden vaak alleen per week verhuurd, met vaste wisseldagen. Vakantiegangers boeken vaak ruim van tevoren voor een wat langere periode; een kamer die maar enkele dagen beschikbaar is, is dan moeilijk te verhuren, zeker op het laatste moment. [eiseres] drijft een aparthotel in een badplaats. Het spreekt niet vanzelf dat zij bereid zou zijn geweest om midden in de zomer een groot deel van haar kamers vrij te houden voor gasten die die kamers maar voor een deel van de tijd zouden willen huren, zonder enige vergoeding voor de tijd waarin ze leeg zouden staan. Sterker, de meeste hoteleigenaren zullen niet bereid zijn om kamers vrij te houden voor gasten die misschien wel en misschien niet willen komen. Hoogstens bieden zij de mogelijkheid van annuleren, waarschijnlijk in de verwachting dat die maar incidenteel gebruikt zal worden. In dat licht is de stelling van Strukton over de inhoud van de overeenkomst op voorhand onwaarschijnlijk.
2.7.
Dat wordt bevestigd door een mail van Strukton van 26 juli 2014, waarbij een personeelsplanning wordt toegezonden:
als Anlage erhalten Sie unsere Personalplanung mit Angabe der An- und Abreisetermine und Appartment-Nummern.
Danach können Sie die Planung für die Lunchpakete ausrichten.
Dat wijst erop dat het toezenden van personeelsplanningen een ander doel had dan Strukton nu stelt, namelijk niet zozeer het boeken of reserveren van kamers, maar het verschaffen van informatie ten behoeve van lunchpakketten en wellicht ook praktische punten zoals sleuteloverdracht en schoonmaak.
2.8.
Het wordt ook bevestigd door het feit dat Strukton de factuur van 31 juli 2014 wel betaald heeft. Deze factuur betreft de periode van 7 juli tot 1 augustus 2014, 25 dagen dus, met een reservering van tien eenheden. [eiseres] brengt 250 overnachtingen in rekening, met een aftrek van € 15 per nacht wegens ‘Nichtinanspruchnahme’ voor 174 dagen, en daarnaast 76 lunchpakketten. Dat correspondeert met de afspraken zoals ze volgens haar gemaakt zijn.
2.9.
Het verweer van Strukton vraagt in dat licht om meer toelichting en om meer concrete onderbouwing dan zij gegeven heeft. Feitelijk betwist Strukton zelfs niet concreet dat MDS het met [eiseres] zo heeft afgesproken. Ook daarom is de conclusie dat Strukton haar verweer onvoldoende concreet onderbouwd heeft.
2.10.
Strukton voert daarnaast het verweer dat de kwaliteit van de dienstverlening tegenviel: sommige kamers waren te klein en de kwaliteit van de lunchpakketten liet te wensen over. Daarover kunnen we zeer kort zijn. In de eerste plaats is dit verweer zeer beperkt onderbouwd. Verder blijkt uit niets dat Strukton tijdig geklaagd heeft om [eiseres] de gelegenheid te geven om alsnog correct te presteren, zoals zowel naar Duits als naar Nederlands recht vereist is. Daarom kan Strukton daaraan geen rechten ontlenen. De vraag of de dienstverlening inderdaad onvoldoende was, hoeft dus niet te worden besproken.
2.11.
[eiseres] vordert de (kennelijk Nederlandse) wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata. Strukton voert daartegen geen specifiek verweer, behalve dat de rente alleen verschuldigd is over de hoofdsom exclusief btw. Dat weerspreekt [eiseres] niet, zodat de rente op die manier zal worden toegewezen.
2.12.
[eiseres] vordert een vergoeding wegens buitengerechtelijke incassokosten. Strukton betwist onder meer dat deze kosten gemaakt zijn. [eiseres] is daarop verder niet ingegaan, zodat dit onderdeel zal worden afgewezen.
2.13.
Strukton zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 77,84
- griffierecht 876,00
- salaris advocaat
1.447,50(2,5 punten × tarief € 579,00)
Totaal € 2.401,34

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt Strukton om aan [eiseres] € 34.459,00 te betalen, met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over de hoofdsom zonder omzetbelasting, vanaf de vervaldata van de facturen tot de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt Strukton in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 2.401,34, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover zoals bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.3.
veroordeelt Strukton in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, als zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en de uitspraak vervolgens betekend is, met € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van het vonnis tot aan de voldoening;
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2017. [1]

Voetnoten

1.type: nig 4123