ECLI:NL:RBMNE:2017:1434
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot heffing van precariobelasting door de gemeente Rhenen en de rechtsgeldigheid van de exploitatieovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en de heffingsambtenaar van de gemeente Rhenen over de heffing van precariobelasting. De eiseres had bezwaar gemaakt tegen een aanslag precariobelasting van in totaal € 777.937,50 voor het jaar 2015, die was opgelegd op basis van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting. De rechtbank oordeelde dat de gemeente in beginsel bevoegd is om precariobelasting te heffen, aangezien de belastingschuld voortvloeit uit de genoemde verordening. De rechtbank stelde vast dat de eiseres geen rechtstreeks beroep kon doen op de exploitatieovereenkomst die was gesloten tussen de gemeente Rhenen en haar rechtsvoorganger, omdat de eiseres en de rechtsvoorganger verschillende rechtspersonen zijn. De rechtbank concludeerde dat de opzegging van de exploitatieovereenkomst rechtsgeldig was en dat de eiseres niet kon aantonen dat de gemeente in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur had gehandeld. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.