Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[verzoekster] ,
Rechtbank Midden-Nederland
Op 30 maart 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van een verzoekster, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, vertegenwoordigd door mr. B.W.P.M. van Orsouw, tegen de besloten vennootschap VJH Participatie B.V. De zaak betreft een verzoek tot faillietverklaring van de verweerster. De verzoekster heeft in totaal twee identieke verzoeken tot faillietverklaring ingediend, waarvan de eerste op 16 december 2016 en de tweede op 27 februari 2017. Beide verzoeken zijn echter ingetrokken door de verzoekster, wat leidde tot de afwijzing van een verzoek tot aanhouding van de behandeling van het faillissementsverzoek. De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de regels voor het indienen van een faillissementsverzoek zijn vastgelegd in het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken. Dit reglement stelt dat een verzoek om aanhouding van de behandeling van een faillissementsverzoek in beginsel niet vaker dan vier keer en niet langer dan in totaal acht weken kan plaatsvinden. De rechtbank concludeert dat, omdat beide verzoeken zijn ingetrokken, de verzoekster geen belang meer heeft bij de gevraagde aanhouding. De rechtbank wijst het verzoek tot aanhouding af.