Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
[naam],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, hebben de eiseressen, NVT ENGINEERING B.V. en NVT ONDERHOUDSGROEP B.V., een kort geding ingesteld tegen de gedaagden. De eiseressen hebben op 23 november 2016 de gedaagden gedagvaard voor een zitting op 8 december 2016, maar hebben de zaak op 7 december 2016 ingetrokken. De gedaagden hebben vervolgens verzocht om een proceskostenveroordeling ten laste van de eiseressen. De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 12 april 2017 geoordeeld dat de eiseressen als de in het ongelijk gestelde partij moeten worden aangemerkt, omdat zij de vorderingen in kort geding hebben ingetrokken zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden. De voorzieningenrechter heeft daarbij verwezen naar de relevante artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en naar een arrest van de Hoge Raad. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden tijdig hebben verzocht om een proceskostenvergoeding en dat de eiseressen de kosten moeten vergoeden. Uiteindelijk is NVT c.s. veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.007,00 aan de zijde van de gedaagden, alsmede griffierechten.