4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feiten 1 en 2
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de periode van eind juni 2016 tot en met 30 september 2016 in Amersfoort diverse malen harddrugs heeft verkocht aan verschillende personen. Ook op 30 september 2016 heeft hij aan verschillende personen harddrugs verkocht, onder meer aan [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 4] . Voorts heeft verdachte verklaard dat hij op 28 september 2016 in de woning van [getuige 5] cocaïne heeft uitgekookt en dat hij soms [bijnaam] wordt genoemd door vrienden.
Op 30 september 2016 werd de woning van verdachte doorzocht.In de woning werden – onder andere - aangetroffen:
- een wit zakje met opschrift Pharmacie, inhoudende enkele witte brokken;
- een blauw doosje, opschrift Nivea, inhoudende enkele zakjes drugs;
- diverse zakjes met daarin: brok wit poeder, wit poeder, bruin poeder;
- een koffiefilter met een lichtbruine brok;
- diverse mobiele telefoons.
De in de woning van verdachte aangetroffen en in beslag genomen goederen zijn door de politie onderzocht en gewogenen zijn vervolgens door het Nederlands Forensisch Instituut onderzocht, waarbij is gebleken dat:
- het goed onder SINnummer AAIN4360NL, bestaande uit een brok wit poeder van in totaal 6,6 gram, cocaïne bevat;
- het goed onder SINnummer AAIN4361NL, bestaande uit een plastic zakje met in totaal 14,24 gram wit poeder, cocaïne bevat;
- het goed onder SINnummer AAIN4362NL, bestaande uit een plastic zakje met in totaal 7,55 gram bruin poeder, heroïne bevat;
- het goed onder SINnummer AAIN4363NL, bestaande uit een koffiefilter met een bruine brok poeder van in totaal 4,34 gram, cocaïne bevat.
[getuige 1] heeft verklaard dat hij op 30 september 2016 een bolletje wit en een bolletje bruin (de rechtbank begrijpt: cocaïne en heroïne) heeft gekocht bij een dealer. Hij kocht altijd bij deze dealer, sinds ongeveer een half jaar. Hij sluit de deal altijd met hem, nooit met andere jongens.De eerste keer dat hij van deze dealer heeft gekocht was in ieder geval voor Koninginnedag 2016 (de rechtbank begrijpt: Koningsdag, 27 april 2016).
Op 10 november 2016 werd [getuige 5] gehoord door de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] .In de telefoon van getuige werd onder de naam “ [bijnaam] ” telefoonnummer [telefoonnummer] aangetroffen. [getuige 5] verklaarde dat hij zijn cocaïne kocht bij “ [bijnaam] ”. Op 28 september 2016 had “ [bijnaam] ” bij hem thuis cocaïne uitgekookt. “ [bijnaam] ” was vaker geweest om cocaïne te koken.[getuige 5] herkende de foto van verdachte als de jongen die hij kende onder de naam “ [bijnaam] ”.
Uit onderzoek aan een in de woning van verdachte op 30 september 2016 in beslag genomen zwarte mobiele telefoon, dual sim van het merk Nokia met Imei-nummers eindigend op (..) [IMEI-nummer] en (..) [IMEI-nummer] met de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] volgt dat de telefoon, met Imei-nummer eindigend op (..) [IMEI-nummer] in gebruik is geweest in de periode van 26 april 2016 tot en met 27 september 2016. Het Imei-nummer eindigend op (..) [IMEI-nummer] is in gebruik geweest van 26 april 2016 tot en met 21 september 2016. Zowel in de telefoon als op de in de telefoon aanwezige simkaarten zijn lijsten aangetroffen met contacten die bekend staan als harddrugsgebruikers. De wijze van opslaan, namen gekoppeld aan locaties, is kenmerkend voor dealtelefoons.
In totaal vonden er met deze telefoon in de periode van 26 april tot en met 27 september 2016 (opgeteld) 12414 contacten plaats. Uit de historische gegevens blijkt dat met het onderzochte toestel veelvuldig contacten hebben plaatsgevonden met bekende harddrugsgebruikers. Er vonden meerdere korte contacten achtereen plaats met hetzelfde tegennummer dat in gebruik was bij een bekende harddruggebruiker.
Bewijsoverweging
Verdachte heeft bekend dat hij op 30 september 2016 harddrugs heeft verkocht aan (onder meer) [getuige 2] . [getuige 2] heeft verklaard dat hij de door hem van verdachte gekochte drugs had besteld via telefoonnummer [telefoonnummer] . De verbalisant die verdachte op 30 september 2016 heeft aangehouden en hem heeft achtervolgd toen hij zich aan zijn aanhouding onttrok, heeft gezien dat verdachte tijdens zijn vlucht een telefoon weggooide en heeft die telefoon, een roze Nokia, vervolgens veilig gesteld. Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer] actief was in deze telefoon. Aldus kan worden vastgesteld dat verdachte de roze Nokia en het hiervoor genoemde telefoonnummer heeft gebruikt om op 30 september 2016 harddrugs te verkopen aan [getuige 2] .
De roze Nokia is in beslag genomen. Voorts is naast deze telefoon nog een groot aantal andere mobiele telefoons onder verdachte in beslag genomen, te weten twee telefoons bij een eerdere aanhouding van verdachte op 19 september 2016 alsmede vijf telefoons die tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte (op 30 september 2016) werden aangetroffen in zijn slaapkamer. De hiervoor genoemde zwarte Nokia dual sim bevond zich onder de telefoons die in de slaapkamer van verdachte werden aangetroffen.
Verdachte heeft verklaard dat hij niet de gebruiker is van de in zijn slaapkamer aangetroffen telefoons en dat deze door anderen in zijn slaapkamer zijn achtergelaten.
De rechtbank verwerpt die stelling, nu deze op geen enkele wijze door verdachte is geconcretiseerd of onderbouwd. Daarbij komt nog het volgende.
Verdachte heeft verklaard dat hij gedurende enkele maanden harddrugs heeft verkocht. Bij onderzoek aan de onder verdachte in beslag genomen telefoons is gebleken dat het hiervoorgenoemde telefoonnummer dat verdachte op 30 september 2016 heeft gebruikt om harddrugs te verkopen aan [getuige 2] , eerder is gebruikt in één van de andere onder verdachte in beslag genomen telefoons. Voorts is in zeven van de acht onder verdachte in beslag genomen telefoons (waaronder de zwarte Nokia dual sim) een veelheid van contacten met harddrugsgebruikers aangetroffen. Bovendien komen een aantal van deze harddrugsgebruikers als contactpersoon voor in meerdere van de onder verdachte in beslag genomen telefoons.
Op basis hiervan gaat de rechtbank er van uit dat verdachte de gebruiker was van alle onder hem in beslag genomen telefoons, derhalve ook van de hiervoor genoemde zwarte Nokia dual sim.
Uit de historische gegevens van deze zwarte Nokia (dual sim) is gebleken dat deze telefoon vanaf 26 april 2016 is gebruikt voor de verkoop van harddrugs. Ook getuige [getuige 1] verklaart dat hij reeds toen harddrugs kocht van verdachte.
Gelet op deze feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 26 april 2016 tot en met 30 september 2016 cocaïne heeft bereid (gekookt) en heeft gehandeld in cocaïne en heroïne.
Voorts acht de rechtbank bewezen dat verdachte op 30 september 2016 de in de tenlastelegging genoemde hoeveelheden cocaïne en heroïne in zijn bezit had.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Partiële vrijspraak feit 1
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in harddrugs heeft gedeald in de periode
voor26 april 2016. Getuige [getuige 4] is de enige die over een langere periode verklaart, maar zijn verklaring over de (lengte van de) periode bij de rechter-commissaris wijkt van van zijn verklaring bij de politie en bovendien kan hij de door hem genoemde periode niet concreet benoemen of verankeren vindt deze ook geen steun in andere bewijsmiddelen.
De rechtbank acht evenmin wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
na30 september 2016 in harddrugs heeft gehandeld, nu het dossier daarvoor geen aanknopingspunten biedt.
De rechtbank zal verdachte derhalve partieel vrijspreken van de ten laste gelegde periode voor zover deze ziet op de periodes van 1 januari 2015 tot en met 25 april 2016 en 1 oktober 2016 tot en met 21 december 2016.
Voorts bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten voor het medeplegen van de handel in harddrugs, zodat de rechtbank verdachte ook zal vrijspreken van dat onderdeel van de tenlastelegging.