ECLI:NL:RBMNE:2017:27
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- R. in ’t Veld
- I.P.H.M. Severeijns
- S.C. Hagedoorn
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in kort geding wegens vermeende partijdigheid en onjuistheden in Nevenfunctieregister
Op 3 januari 2017 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. D.A. van Steenbeek, de behandelend rechter in een kort geding. Verzoeker had de rechter gewraakt tijdens de zitting van 22 november 2016, waarin hij zelf gedaagde was. De wraking was gebaseerd op beschuldigingen van partijdigheid, onder andere vanwege het onjuist invullen van het Nevenfunctieregister door de rechter en zijn vermeende connecties met een notaris. De rechter heeft zijn onpartijdigheid verdedigd en stelde dat de zitting onrustig was door het gedrag van verzoeker, die hem niet de kans gaf om de regie te voeren.
De wrakingskamer heeft de procedure en de omstandigheden rondom de wraking zorgvuldig beoordeeld. Het wrakingsverzoek werd behandeld op 20 december 2016. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker in redelijkheid het gevoel had dat de rechter hem niet de gelegenheid gaf om zijn standpunt kenbaar te maken, wat leidde tot de conclusie dat de rechter niet met de vereiste onpartijdigheid optrad. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking toegewezen, wat betekent dat mr. D.A. van Steenbeek niet langer de zaak zal behandelen.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De griffier is opgedragen om de beslissing toe te zenden aan alle betrokken partijen, inclusief de gewraakte rechter en de voorzitter van de afdeling Civiel recht.