ECLI:NL:RBMNE:2017:2758
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van rijbewijs en onderzoek naar rijgeschiktheid na gebruik van lachgas
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 mei 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de schorsing van het rijbewijs van eiser, die onder invloed van lachgas zou hebben gereden. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, dat hem verplichtte zich te laten onderzoeken naar het gebruik van psychoactieve middelen en zijn rijbewijs had geschorst. De rechtbank oordeelde dat de politie bij de staande houding van eiser terecht had gehandeld en dat er voldoende aanwijzingen waren dat hij onder invloed van lachgas verkeerde. De rechtbank benadrukte dat de schorsing van het rijbewijs een bestuursrechtelijke maatregel is die losstaat van eventuele strafrechtelijke gevolgen. Eiser had aangevoerd dat hij geen lachgas inhaleerde, maar de rechtbank oordeelde dat het voldoende aannemelijk was dat hij onder invloed was, gezien de omstandigheden van de aanhouding en het gedrag dat hij vertoonde. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.