ECLI:NL:RBMNE:2017:28
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- S.C. Hagedoorn
- R. in ’t Veld
- I.P.H.M. Severeijns
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in WOZ-zaak met beschuldigingen van partijdigheid en onprofessioneel gedrag
Op 3 januari 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door gemachtigde [A] namens verzoeker. Dit verzoek volgde op een zitting van 30 november 2016, waar de rechter, mr. E.J.W. Verhaagh, werd gewraakt vanwege vermeende partijdigheid. De wrakingsgrond was dat de rechter niet had voldaan aan de vereisten van onpartijdigheid en professionaliteit, en dat zij getuigen had geweigerd te horen. De gemachtigde stelde dat de rechter niet transparant was over haar nevenfuncties en dat er een discrepantie was tussen het Nevenfunctieregister en haar LinkedIn-profiel. De rechter heeft echter betwist dat zij partijdig was en stelde dat er geen verzoeken waren gedaan om getuigen te horen of om de zaak aan te houden.
De wrakingskamer heeft de procedure en de ingediende wrakingsnota's zorgvuldig beoordeeld. Het verzoek werd als ontvankelijk beschouwd, maar de wrakingskamer oordeelde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De wrakingskamer concludeerde dat de argumenten van de gemachtigde niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter vooringenomen was. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond en droeg de griffier op om deze beslissing aan alle betrokken partijen toe te zenden. De procedure in de onderliggende WOZ-zaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond voor het wrakingsverzoek.