9.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen van zijn minderjarige zoon, [slachtoffer] , terwijl hij van dat feit een gewoonte heeft gemaakt. Voorts heeft hij een deel van deze foto’s verspreid. Verdachte heeft hiermee inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van zijn zoon, die vanwege zijn leeftijd, de relatie tot verdachte en vanwege zijn verstandelijke beperking in een kwetsbare en afhankelijke positie verkeerde. Daarnaast heeft verdachte het vertrouwen dat zijn zoon in hem mocht hebben op ernstige wijze geschaad. Jonge slachtoffers ondervinden in de regel nog geruime tijd de (psychische) gevolgen van hetgeen hun is aangedaan. Uit het dossier en uit de schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer] , blijkt dat dit ook in de onderhavige zaak het geval is. Daarnaast heeft verdachte 645 kinderpornografische afbeeldingen verworven, in zijn bezit gehad en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaft. Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor dit seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderpornografisch materiaal te vervaardigen, te verwerven en het in bezit hebben hiervan, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een Uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 2 december 2016 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit;
- een reclasseringsadvies van 21 november 2016, uitgebracht door F. Smeding;
- een psychologisch rapport van 11 november 2016, uitgebracht door R. Bout, GZ-psycholoog;
- een voortgangsrapportage toezicht van de reclassering van 7 februari 2017, uitgebracht door R. van Duijn en M. van Loenen.
De psycholoog schat de kans op recidive op korte termijn in als laag, omdat verdachte de consequenties van zijn gedrag ondervindt. Op lange termijn wordt de kans op recidive enigszins verhoogd ingeschat, omdat de beperking van verdachte, de zwakbegaafdheid, nooit zal verdwijnen en hij vanuit die beperking de consequenties van zijn gedrag onvoldoende kan overzien. De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog over en maakt deze tot de hare. De rechtbank acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar.
Verdachte is weliswaar first offender, maar de bewezenverklaarde feiten zijn niet als een incident te beschouwen. Verdachte heeft op verschillende momenten in een periode van ongeveer 6,5 jaar kinderpornografische afbeeldingen van zijn zoon vervaardigd. Voorts heeft verdachte gedurende een periode van ongeveer dezelfde duur kinderpornografische afbeeldingen verworven en in zijn bezit gehad.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor het maken van een gewoonte van het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen uit van 4 jaar gevangenisstraf. De oriëntatiepunten gaan voor het verwerven en in bezit hebben van een hoeveelheid aangetroffen kinderpornografisch materiaal zoals bij verdachte is aangetroffen, uit van taakstraf voor de duur van 240 uur en een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Gelet op artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht zal de rechtbank aan verdachte een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur opleggen. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan in strafverminderende zin in het bijzonder laten meewegen de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en de omstandigheid dat de door verdachte vervaardigde afbeeldingen zich eerder in de ontuchtsfeer bevinden dan dat ze zijn vervaardigd met het doel deze aan te bieden op de kinderpornomarkt. In strafverzwarende zin houdt de rechtbank rekening met het aantal afbeeldingen dat verdachte heeft vervaardigd, de omstandigheid dat hij de afbeeldingen heeft vervaardigd ten aanzien van zijn minderjarige zoon, de verschillende momenten waarop en de langere periode waarin het vervaardigen heeft plaatsgevonden, het aantal afbeeldingen dat verdachte heeft verworven en in zijn bezit had en de periode waarbinnen deze collectie is opgebouwd.
Verdachte staat open voor behandeling en wordt ook reeds in een vrijwillig kader behandeld. De rechtbank acht een deels voorwaardelijke vrijheidsstraf op zijn plaats om het risico op herhaling in de toekomst zo klein mogelijk te maken, als stimulans voor de verdachte om de behandeling van zijn problemen voort te zetten en als waarschuwing zich in de toekomst te onthouden van het plegen van strafbare feiten. Voorts legt een de rechtbank een taakstraf aan verdachte op.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan een deel van 267 dagen gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd. Verdachte hoeft dus niet terug de gevangenis in. De rechtbank acht echter wel nog een forse taakstraf voor de duur van 180 uren passend en geboden.