ECLI:NL:RBMNE:2017:2829

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 mei 2017
Publicatiedatum
13 juni 2017
Zaaknummer
C/16/439218 / JE RK 17-1093
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in verband met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 mei 2017 uitspraak gedaan over een verzoek van de gecertificeerde instelling Stichting NIDOS (hierna: de GI) voor een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [minderjarige]. De minderjarige, geboren op [2001] te [geboorteplaats], verkeert in een zorgelijke situatie waarin zij in aanraking is gekomen met de politie en betrokken is bij een geweldsincident met haar moeder. De GI heeft aangegeven dat, ondanks de ingezette hulpverlening, de situatie thuis niet houdbaar is en dat er vrees bestaat dat de minderjarige zal verdwijnen in een verkeerd netwerk. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de minderjarige is bijgestaan door haar advocaat, mr. J.D. van der Heijden.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI een machtiging voor drie maanden heeft verzocht, omdat de lange wachtlijsten voor open plaatsen een langere gesloten plaatsing noodzakelijk maken. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de gesloten machtiging slechts verleend kan worden indien deze noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, met ingang van 19 juni 2017 tot uiterlijk 19 september 2017, en het verzoek voor het overige afgewezen. De kinderrechter heeft daarbij opgemerkt dat de toenemende wachtlijsten en beperkte doorstroommogelijkheden geen reden kunnen zijn om een gesloten machtiging langer af te geven dan strikt noodzakelijk is.

De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft de beslissing genomen in het belang van de minderjarige, met het oog op haar stabilisatie en verdere behandeling.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Utrecht
zaakgegevens : C/16/439218 / JE RK 17-1093 en C/16/439219 / JE RK 17-1094
datum uitspraak: 29 mei 2017

Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Stichting NIDOS, hierna te noemen de GI,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
betreffende

[minderjarige] , geboren op [2001] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige] .

De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] .

Het verdere procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 22 mei 2017;
  • de instemmende verklaring van 26 mei 2017 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 29 mei 2017 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [minderjarige] , bijgestaan door mr. J.D. van der Heijden,
- de moeder,
- mevrouw [A] , een vertegenwoordigster van de GI.

Het standpunt van verzoeker

De GI heeft ter zitting haar verzoek toegelicht. Er is veel hulpverlening ingezet, maar dit heeft niet tot een verbetering van de situatie en omstandigheden van [minderjarige] geleid. De situatie thuis was niet meer houdbaar nadat er meldingen binnen kwamen van de politie dat [minderjarige] zich zou bevinden in verkeerde netwerken en in aanraking kwam met stafbare feiten. Daarnaast heeft zich het vorige weekend het geweldsincident met moeder voorgedaan. Gelet op de jongeren met wie [minderjarige] omgaat, bestaat de vrees dat [minderjarige] zal verdwijnen, zodat een open plaatsing op dit moment geen optie is. Doel van de huidige plaatsing is tot rust komen en stabilisatie, zowel fysiek als mentaal. De diabetes is op dit moment erg zorgelijk en onstabiel. Ook zal onderzocht worden wat [minderjarige] verder nodig heeft aan behandeling. [minderjarige] moet in gaan zien op welke punten zij een risico loopt. De verwachting is dat [minderjarige] over circa 3 maanden naar een open groep kan overstappen, maar gelet op de wachtlijsten heeft de GI een machtiging voor de duur van de ondertoezichtstelling verzocht.

Het standpunt van belanghebbenden

Ter zitting heeft [minderjarige] , mede middels haar advocaat, verweer gevoerd. Er zijn bepaalde zorgen, maar die zijn nu groter gemaakt dan ze daadwerkelijk zijn. Zo is het niet zo dat [minderjarige] op wacht heeft gestaan bij een inbraak bij een hotel in [vestigingsplaats] en [minderjarige] heeft de moeder niet aangevallen met een hamer. [minderjarige] wil nu laten zien dat ze kan veranderen en zij wil graag nee leren zeggen tegen vrienden. Er zijn contra-indicaties voor een gesloten plaatsing. Zo is er mogelijk risico op eerwraak en is [minderjarige] net naar een nieuwe school gegaan waar ze nu niet kan laten zien dat zij haar schoolgang weer op wil pakken. De advocaat van [minderjarige] verzoekt het aansluitende deel van de machtiging tot gesloten plaatsing af te wijzen. De huidige machtiging kan dan gebruikt worden om tot rust te komen, zodat [minderjarige] aan terugkeer naar huis kan werken.
De moeder van [minderjarige] heeft ter zitting aangegeven [minderjarige] nog een kans te willen geven. De moeder maakt zich anderzijds ook zorgen over [minderjarige] . Ze heeft slechte vrienden en haar schoolgang gaat niet goed.

De verdere beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een gesloten machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De GI heeft ter zitting aangegeven dat er meerdere zorgmeldingen binnen zijn gekomen vanuit de politie over [minderjarige] . Zij zou omgaan met mensen uit een verkeerd netwerk. Ook zou [minderjarige] de moeder hebben aangevallen met een hamer. Daarnaast is het zorgelijk dat [minderjarige] , ondanks dat zij nog maar kort naar een nieuwe school gaat, veel spijbelt. De diabetes van [minderjarige] is op dit moment maar ook al gedurende langere tijd erg onstabiel en het is van groot belang dat dit meer stabiliseert en [minderjarige] haar eetmomenten erop aanpast. Tot op heden is dit, ondanks alle ingezette hulp, niet gelukt in de thuissituatie. Haar zeer instabiele insulinegehalte is zeer schadelijk een bovendien kunnen de sterke schommelingen het gevolg hebben dat [minderjarige] niet helder kan denken. Dit verhoogt het risico dat zij zich mee laat slepen door de mensen uit het zorgelijke netwerk waarin zij verkeert en onvindbaar zal worden. Daarom is een plaatsing in een open instelling op dit moment nog niet aan de orde.
De GI heeft aangegeven dat naar verwachting [minderjarige] over ongeveer drie maanden klaar zal zijn om over te stappen naar een open instelling. De GI geeft daarbij aan dat er lange wachtlijsten zijn voor open plaatsen en de doorstroommogelijkheid daardoor sterk wordt beperkt. De GI heeft daarom verzocht om een langere machtiging dan [minderjarige] naar verwachting nodig zal hebben om voldoende te stabiliseren.
De kinderrechter vindt het een zorgelijke ontwikkeling dat wachtlijsten toenemen en doorstroommogelijkheden beperkt zijn. Echter, het kan niet zo zijn dat dat een reden vormt om een gesloten machtiging langer af te geven dan strikt noodzakelijk is. Nu de GI heeft aangegeven dat de verwachting is dat [minderjarige] binnen drie maanden voldoende gestabiliseerd zal zijn om naar een open instelling te gaan, zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp dan ook verlenen voor de duur van drie maanden en het verzoek voor het overige afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 19 juni 2017 tot uiterlijk 19 september 2017 betreffende de minderjarige [minderjarige] ;
wijst het anders of meer verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.P.H.M. Severeijns, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. Vos als griffier en in het openbaar uitgesproken op 29 mei 2017.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden