In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 mei 2017 uitspraak gedaan over een verzoek van de gecertificeerde instelling Stichting NIDOS (hierna: de GI) voor een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [minderjarige]. De minderjarige, geboren op [2001] te [geboorteplaats], verkeert in een zorgelijke situatie waarin zij in aanraking is gekomen met de politie en betrokken is bij een geweldsincident met haar moeder. De GI heeft aangegeven dat, ondanks de ingezette hulpverlening, de situatie thuis niet houdbaar is en dat er vrees bestaat dat de minderjarige zal verdwijnen in een verkeerd netwerk. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de minderjarige is bijgestaan door haar advocaat, mr. J.D. van der Heijden.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI een machtiging voor drie maanden heeft verzocht, omdat de lange wachtlijsten voor open plaatsen een langere gesloten plaatsing noodzakelijk maken. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de gesloten machtiging slechts verleend kan worden indien deze noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, met ingang van 19 juni 2017 tot uiterlijk 19 september 2017, en het verzoek voor het overige afgewezen. De kinderrechter heeft daarbij opgemerkt dat de toenemende wachtlijsten en beperkte doorstroommogelijkheden geen reden kunnen zijn om een gesloten machtiging langer af te geven dan strikt noodzakelijk is.
De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft de beslissing genomen in het belang van de minderjarige, met het oog op haar stabilisatie en verdere behandeling.