ECLI:NL:RBMNE:2017:3023
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.C.J. Hamming
- V.M.A. Sinnige
- P.K. Oosterling-van der Maarel
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke beëindiging van dwangverpleging in het kader van terbeschikkingstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 juni 2017 uitspraak gedaan over de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van betrokkene, die ter beschikking was gesteld op basis van een vonnis van 15 december 1994. De rechtbank had eerder op 6 maart 2017 de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd en de beslissing over de verpleging aangehouden om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging te onderzoeken. Betrokkene, geboren in 1973 in Suriname, is bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.A. Huibers, en de officier van justitie, mr. P.E.F. Poppe, heeft op 2 juni 2017 in raadkamer zijn zaak gepresenteerd. De rechtbank ontving een rapport van Reclassering Nederland, opgesteld door reclasseringswerker [A], dat de mogelijkheden voor resocialisatie en de voorwaarden voor beëindiging van de dwangverpleging uiteenzette. De reclassering concludeerde dat betrokkene in staat was om zijn zaken op orde te krijgen, maar had twijfels over zijn bereidheid om openheid te geven over zijn relaties.
De rechtbank heeft de standpunten van de reclassering, de kliniek en de officier van justitie in overweging genomen. De reclassering adviseerde om de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen, terwijl de officier van justitie zich hiertegen verzette, verwijzend naar de eerdere niet-meewerkende houding van betrokkene. De rechtbank oordeelde dat, gezien de rapporten van deskundigen en de omstandigheden, de dwangverpleging voorwaardelijk moest worden beëindigd onder bepaalde voorwaarden, waaronder toezicht door de reclassering en het regelen van huisvesting. De rechtbank benadrukte dat betrokkene zich aan de voorwaarden moest houden en dat de reclassering verantwoordelijk was voor de begeleiding en toezicht. De beslissing werd genomen met het oog op de noodzaak van resocialisatie en het belang van betrokkene om zijn leven buiten de kliniek opnieuw vorm te geven.