Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van [eiser sub 1] c.s.,
- de pleitnota van de Volksbank.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiser sub 1, bijgestaan door zijn advocaat mr. F. Penders, dat de voorzieningenrechter de Volksbank N.V. verbiedt om over te gaan tot de onderhandse verkoop van zijn woning. De Volksbank, vertegenwoordigd door mr. S.W. van Herpen, heeft de executie van de woning overgenomen van de Belastingdienst, die eerder executoriaal beslag had gelegd. Eiser sub 1 stelt dat hij nagenoeg geen achterstand heeft in zijn hypotheekbetalingen en dat de Volksbank misbruik maakt van haar bevoegdheid door de executie voort te zetten. De voorzieningenrechter oordeelt dat het spoedeisend belang van eiser sub 1 voldoende aannemelijk is, maar dat de Volksbank geen misbruik maakt van haar recht. De rechter wijst erop dat de Volksbank op grond van haar algemene voorwaarden bevoegd is om de geldschuld op te eisen, omdat de Belastingdienst beslag heeft gelegd. De voorzieningenrechter concludeert dat de Volksbank rechtmatig handelt door de executie voort te zetten en wijst de vorderingen van eiser sub 1 af. Eiser sub 1 wordt veroordeeld in de proceskosten van de Volksbank, die op € 1.434,00 worden begroot.