Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de incidentele vonnissen van 11 november 2015 en 20 januari 2016,
- de conclusie van antwoord,
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 13 september 2016,
- de akte houdende productie van [gedaagde in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552/eiseres in de vrijwaringszaak C/16/405067 / HA ZA 15-965/eiseres in de zaak C/16/424633 / HA ZA 16-760] ,
- de antwoordakte van [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] .
- het vonnis van 17 februari 2016,
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 13 september 2016.
2.De feiten
IN AANMERKING NEMENDE:
dat [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] op 7 maart 1985 betrokken was bij een ongeval met een bouwlift op een bouwterrein te Sittard waar [bedrijfsnaam 1] bv gevestigd te [vestigingsplaats] werkzaamheden uitvoerde, terwijl hij daar met een aantal vriendjes speelde;
dat [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] als gevolg van dat ongeval gewond is geraakt aan zijn rechterhand/pols;
dat [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] [bedrijfsnaam 1] aansprakelijk houdt voor de door hem opgelopen schade;
dat [bedrijfsnaam 1] bv ten tijde van het ongeval door [bedrijfsnaam 2] verzekerd werd gehouden voor risico’s als de onderhavige;
dat partijen niet van mening verschillen omtrent de beantwoording van de schuldvraag doch wel omtrent de bepaling van de hoogte van de van de aan de ondergetekende sub 1 toekomende schadevergoeding;
dat partijen termen aanwezig achten thans de omvang van de materiële schade zoals tot op heden geleden en immateriële schade te bepalen onder beding dat mogelijke schade wegens verlies aan arbeidskracht en toekomstige materiële schade buiten de termen van deze dading zal worden gehouden;
De schade van [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] op het vlak van de materiële schade zoals tot op heden geleden en het smartegeld beloopt f 32.500,00.
Betaling aan [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] zal geschieden door verrekening van de betaalde voorschotten groot f 7.500,00 en door overmaking van een bedrag groot f 25.000,00 (zegge vijfentwintigduizend gulden) (…) onder vermelding van de referentie [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] / [bedrijfsnaam 1] B.V.
[eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] verklaart door ondertekening dezer akte reeds nu voor alsdan na de uitvoering van de in het vorige artikel genoemde betaling, afstand doen van alle aanspraken welke hij terzake van voormeld voorval jegens [bedrijfsnaam 2] , [bedrijfsnaam 1] en/of enige andere voor dit voorval aansprakelijk derde mocht hebben en/of verkrijgen, verleende hij aan [bedrijfsnaam 2] , [bedrijfsnaam 1] en voornoemde derde definitieve en finale kwijting terzake vermeld, behoudens voor zover het eventuele schade wegens verlies aan arbeidskracht en toekomstige materiële schade betreft.”
(…) Indertijd was cliënt betrokken bij een ongeval met een bouwlift op een bouwterrein te Sittard dat toebehoorde aan [bedrijfsnaam 1] B.V. Als gevolg van dat ongeval liep cliënt handletsel op. Ten tijde van het ongeval was [bedrijfsnaam 1] B.V. verzekerd bij [bedrijfsnaam 2] , met welke maatschappij ook de in kopie bijgevoegde akte van dading werd gesloten in 1992. Thans wenst cliënt een beroep te doen op het indertijd gemaakte voorbehoud nu er sprake is van schade wegens verlies aan arbeidsvermogen.
Uit mijn geheugen puttend is in de zeventiger of tachtiger jaren het assuradeurenbedrijf [X] BV samengevoegd met [Y] BV en ging verder onder de naam [bedrijfsnaam 2] BV. Die onderneming is van naam veranderd in [bedrijfsnaam 4] B.V. Dit bedrijf was zelf geen verzekeraar, maar trad als tussenpersoon van vele verzekeraars op. Aandeelhouder was [bedrijfsnaam 5] NV en lijkt nu te zijn Reaal Schadeverzekeringen NV.
1.
(…)
(…) Reaal zal mogelijk eigenaar of gedeeltelijk eigenaar van [bedrijfsnaam 2] zijn, maar heeft niet de verplichtingen van [bedrijfsnaam 2] . [bedrijfsnaam 2] trad op voor vele maatschappijen en heeft namens die maatschappijen de vaststellingsovereenkomst ondertekend en die maatschappijen hebben daarbij op grond van de vertegenwoordigingsbevoegdheid die de verzekeringsovereenkomst pleegt te kennen de verzekerde vertegenwoordigd.
Rechtspersoon
3.Het geschil in de hoofdzaak
- tot vergoeding aan [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] van de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden ten gevolge van het ongeval van 7 maart 1985, voor zover deze schade niet is vergoed in het kader van de akte van dading en valt onder het gemaakte voorbehoud van toekomstig verlies aan arbeidskracht en materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 november 2011 tot de voldoening,
- tot vergoeding aan [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] van € 5.841,29 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 17 juni 2015 tot de voldoening,
- in de proceskosten, waaronder de nakosten, met de bepaling dat daarover rente zal zijn verschuldigd vanaf veertien dagen na de vonnisdatum tot de voldoening.
4.Het geschil in de vrijwaringszaak en de daarmee gevoegde zaak
- om aan [gedaagde in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552/eiseres in de vrijwaringszaak C/16/405067 / HA ZA 15-965/eiseres in de zaak C/16/424633 / HA ZA 16-760] te betalen al datgene waartoe [gedaagde in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552/eiseres in de vrijwaringszaak C/16/405067 / HA ZA 15-965/eiseres in de zaak C/16/424633 / HA ZA 16-760] in de hoofdzaak jegens [eiser in de zaak C/16/395041 / HA ZA 15-552] mocht worden veroordeeld, en
- in de proceskosten, waaronder de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na de vonnisdatum, bij gebreke waarvan wettelijke rente over die kosten verschuldigd zal zijn vanaf de vijftiende dag tot de voldoening.
5.De beoordeling in de hoofdzaak
6.De beoordeling in de vrijwaringszaak en de daarmee gevoegde zaak
452,00(½ × 2 punten × tarief € 452,00)