ECLI:NL:RBMNE:2017:3265

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juni 2017
Publicatiedatum
30 juni 2017
Zaaknummer
C/16/440568 / JE RK 17-1245
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreigingen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 juni 2017 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2001. De Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van twaalf maanden, terwijl de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering een machtiging heeft aangevraagd voor een gesloten plaatsing van zes maanden. De minderjarige vertoont onwenselijk gedrag en heeft zich onttrokken aan gezag en hulpverlening, wat leidt tot ernstige zorgen over zijn ontwikkeling en veiligheid. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging en dat de minderjarige niet in een passende instelling verblijft. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling voor twaalf maanden toegewezen en de machtiging gesloten jeugdhulp voor een kortere duur van drie maanden verleend, tot 28 september 2017. De kinderrechter heeft benadrukt dat de minderjarige zo spoedig mogelijk passende hulpverlening moet krijgen en dat de GI de rechtbank voor 4 september 2017 moet informeren over de actuele stand van zaken. De ouders zijn niet ter zitting verschenen, maar de minderjarige was bijgestaan door zijn advocaat. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Utrecht
Zaakgegevens: C/16/440568 / JE RK 17-1245 verzoek tot ondertoezichtstelling
C/16/440583 / JE RK 17-1248 verlenging machtiging gesloten jeugdhulp
Datum uitspraak: 26 juni 2017

Beschikking ondertoezichtstelling en verlenging machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

De Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland, hierna te noemen de Raad,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
en
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te [vestigingsplaats] ,
betreffende
[minderjarige], geboren op [2001] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[de vader] , hierna te noemen de vader,wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de verklaring d.d. 30 maart 2017 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 12 juni 2017 betreffende de ondertoezichtstelling, ingekomen bij de griffie op 13 juni 2017;
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 12 juni 2017 betreffende de machtiging gesloten jeugdhulp, ingekomen bij de griffie op 13 juni 2017;
- de instemmende verklaring d.d. 23 juni 2017 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 26 juni 2017 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [voornaam van minderjarige] , bijgestaan door zijn advocaat mr. P.M. Breukink,
- mevrouw [A] , een vertegenwoordigster van de GI,
- mevrouw [B] , een vertegenwoordigster van de Raad.
De ouders zijn hoewel behoorlijk opgeroepen niet ter zitting verschenen.

De feitenHet ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.

[voornaam van minderjarige] verblijft op [naam instelling] te [woonplaats] .
Bij beschikking van 30 maart 2017 is [voornaam van minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 28 juni 2017. Tevens is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor vier weken, te weten tot 25 april 2017.
Bij beschikking van 7 april 2017 is de machtiging gesloten jeugdhulp verlengd tot 28 juni 2017.

De verzoeken

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam van minderjarige] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De GI heeft de machting verzocht om het verblijf van [voornaam van minderjarige] in een gesloten accommodatie te verlengen voor de duur van zes maanden.

De standpunten van verzoekers

Namens de Raad is verklaard dat het momenteel niet goed gaat met [voornaam van minderjarige] . Hij vertoont onwenselijk gedrag en hij accepteert geen enkele vorm van gezag. Ook al is hij gesloten geplaatst, de situatie is nauwelijks verbeterd ten opzichte van een paar maanden terug. Er heeft sinds de gesloten plaatsing nog geen (positieve) gedragsverandering plaats gevonden. Het is in [voornaam van minderjarige] ’s belang dat er meer onderzoek wordt gedaan naar onder andere zijn gedrag. Dit dient in het gedwongen kader te gebeuren.
Namens de GI is verklaard dat de situatie omtrent [voornaam van minderjarige] zorgelijk is. Zijn verzet tegen de hulpverlening, zoals het weglopen, maakt behandeling bijna onmogelijk. [voornaam van minderjarige] heeft er moeite mee dat hij op een negatieve manier wordt benaderd door de hulpverlening. Hij krijgt keer op keer te horen wat hij verkeerd doet, waardoor hij moeite heeft om positief te blijven. Hij wil graag naar een open groep, echter liep hij daar ook weg. Een open setting behoort nu dan ook nog niet tot de mogelijkheden. Positief is dat hij doelen voor ogen heeft. Als de knop eenmaal omgaat, zal hij veel kunnen bereiken.
De GI heeft aangegeven niet tevreden te zijn over de gang van zaken bij [naam instelling] . Er is weinig personeel en de afspraken worden niet altijd door hen nagekomen. Momenteel kampt [naam instelling] met een personeelsgebrek en werken er met name flexwerkers die niet geschoold zijn om de behandeling te bieden die een jongen als [voornaam van minderjarige] nodig heeft. Een ervaren en stevige mentor die door de jongens heen kan kijken ontbreekt, terwijl dit voor [voornaam van minderjarige] en de andere minderjarigen op [naam instelling] noodzakelijk is.
Het is daarom wenselijk dat [voornaam van minderjarige] naar een andere plek wordt overgeplaatst waar hem wel de behandeling geboden gaat worden die hij nu ontbeert, terwijl deze zeer noodzakelijk is.

Het standpunt van belanghebbende

Ten aanzien van de ondertoezichtstelling voert de raadsvrouw geen verweer. Door de raadsvrouw is aangevoerd dat [voornaam van minderjarige] hulp en behandeling nodig heeft, waarna zijn perspectief nader kan worden bepaald, doch dat behandeling op dit moment niet van de grond komt. Zij verzoekt de rechtbank de machtiging voor een gesloten plaatsing voor een kortere duur af te geven dan verzocht, te weten drie maanden met aanhouding van het overige. Op die manier houdt [voornaam van minderjarige] perspectief en dus motivatie. Zij benadrukt daarbij dat [voornaam van minderjarige] niet de juiste, passende hulp krijgt op [naam instelling] .

De beoordeling

Ten aanzien van de ondertoezichtstelling
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat er ernstige zorgen zijn over [voornaam van minderjarige] . Er is sprake van een ernstige ontwikkelingsbedreiging welke bestaat uit het feit dat [voornaam van minderjarige] zich volledig onttrekt aan het gezag van de ouders en de hulpverlening. Hij blijft weglopen van instellingen, hij gaat zijn eigen gang, hij begeeft zich onder antisociale jongeren en laat crimineel gedrag zien. De momenten waarop hij wegloopt is er geen toezicht op hem waardoor de zorgen omtrent zijn (fysieke) veiligheid groter worden. De combinatie van [voornaam van minderjarige] ’s ADHD, zijn laag cognitief functioneren, zijn gedragsproblemen, (eerdere) middelengebruik en zijn wantrouwen richting hulpverlening werken complicerend om aan bovengenoemde zorgen te werken. De moeder is erg welwillend, maar het lukt haar niet om, in samenwerking met de hulpverlening, [voornaam van minderjarige] te motiveren voor hulp en behandeling, waardoor de hulpverlening stagneert en de zorgen omtrent [voornaam van minderjarige] niet afnemen.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal [voornaam van minderjarige] dan ook onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden, te weten tot 26 juni 2018.
Ten aanzien van de machtiging gesloten jeugdhulpGelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de schriftelijke stukken, waaronder de instemmingsverklaring en de behandeling ter zitting volgt dat aan bovenstaande gronden is voldaan. Een gesloten plaatsing is nog steeds nodig om de veiligheid van [voornaam van minderjarige] en zijn behandeling te garanderen.
[voornaam van minderjarige] is reeds een aantal keer weggelopen van [naam instelling] . Hij vaart zijn eigen koers en het is hem tot op heden niet gelukt om aan zijn gedrag te werken. Bovendien komt de behandeling niet van de grond omdat [voornaam van minderjarige] wegloopt en zich verzet. [voornaam van minderjarige] heeft structuur en begeleiding nodig, zodat hij niet meer in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Een gesloten setting is hiervoor van belang.
De kinderrechter neemt met zorg kennis van de geschetste gang van zaken op [naam instelling] . Weliswaar is aan de criteria voor een gesloten plaatsing voldaan – alleen het wegloopgedrag van [voornaam van minderjarige] is daaraan debet - doch de plaatsing dient niet alleen de veiligheid van [voornaam van minderjarige] te garanderen, maar bovenal ook zijn behandeling. Behandeling is nodig voor verandering, ontwikkeling en het ontstaan van een uitdagend perspectief voor [voornaam van minderjarige] .
De kinderrechter zal om deze reden de machtiging gesloten jeugdhulp voor een kortere duur verlengen dan verzocht, namelijk met een termijn van drie maanden, tot 28 september 2017. De beslissing zal voor het overige worden aangehouden.
Daarbij benadrukt de kinderrechter dat [voornaam van minderjarige] zo spoedig passende hulpverlening dient te krijgen, zo nodig middels een spoedige overplaatsing, al dan niet buiten de regio. Hoewel het niet tot stand komen van enige behandeling ook te wijten is aan [voornaam van minderjarige] zelf en zijn wegloopgedrag, valt niet te accepteren dat een gesloten plaatsing voortduurt, mede omdat deze onvoldoende faciliteert.
De GI dient de rechtbank vóór 4 september 2017 schriftelijk te informeren over de actuele stand van zaken. Daarbij dient de GI aan te geven of het verzoek wordt gehandhaafd, gewijzigd of wordt ingetrokken. Afhankelijk van de verstrekte informatie zal de kinderrechter de griffier verzoeken een nieuwe datum voor verdere behandeling van het aangehouden deel van de verzoeken te bepalen en de belanghebbenden in dat geval op te roepen.

De beslissing

De kinderrechter:
- stelt [voornaam van minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, [vestigingsplaats] , met ingang van 26 juni 2017 tot 26 juni 2018;
- verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 28 juni 2017 voor de duur van drie maanden, te weten tot 28 september 2017 en houdt de beslissing voor het overige aan;
- gelast de GI om de kinderrechter uiterlijk
4 september 2017schriftelijk te informeren zoals hierboven vermeld;
- draagt de griffier op om, als een nadere zitting wordt bepaald, de GI, [voornaam van minderjarige] , mr. P.M. Breukink en de overige belanghebbenden voor die zitting op te roepen;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.P.H.M. Severeijns, kinderrechter, in tegenwoordigheid van N. Tressel, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2017.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden