Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- [A] met haar advocaat, echtgenoot en zoon;
- [B] met zijn advocaat, echtgenote en twee zoons.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juli 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot benoeming van een vereffenaar van de nalatenschap van erflater, die op 2013 is overleden. Het verzoek is ingediend door [A], die samen met [belanghebbende] de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard, terwijl [B] de nalatenschap zuiver heeft aanvaard. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 28 november 2016 is ingediend, en de mondelinge behandeling vond plaats op 26 juni 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap van erflater is voltooid, omdat alle schulden zijn voldaan, inclusief de belastingschulden. Zowel [A] als [B] hebben bevestigd dat er geen openstaande schulden zijn. De rechtbank oordeelt dat er geen rechtens te honoreren belang meer is bij het verzoek van [A] tot benoeming van een vereffenaar, en wijst het verzoek af. De beslissing is genomen op basis van artikel 4:203 lid 1 sub a BW, dat bepaalt dat een vereffenaar kan worden benoemd na beneficiaire aanvaarding door een erfgenaam, maar in dit geval is de vereffening al voltooid.