Uitspraak
[gedaagde sub 1] ,zowel in persoon als in hoedanigheid van testamentair bewindvoerder over de nalatenschap van wijlen de heer [erflater] ,
.de besloten vennootschap [gedaagde sub 2] B.V.,
Stichting [gevoegde partij 1]
Stichting [gevoegde partij 2]
Stichting [gevoegde partij 3]
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 16;
- een brief van de gemachtigde van de [gedaagde sub 2] B.V. met producties 1 en 2 ingekomen op 18 mei 2017;
- de incidentele conclusie tot tussenkomst van de stichtingen, met producties 1 tot en met 4 (
- een brief van de gemachtigde van de stichtingen met productie 5, ingekomen op 12 juni 2017;
- een faxbericht van [gedaagde sub 1] , met bijlage, ingekomen op 12 juni 2017;
- een faxbericht van [gedaagde sub 1] , met bijlage, ingekomen op 13 juni 2017;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van mr. A.C. de Bakker;
- de pleitnota van mr. A. Hofman;
- de pleitnota van mr. M.J.W. Hoek.
2.De feiten
“(…) Op de tweede plaats wil ik graag dat [eiseres](dat is [eiseres] , toevoeging voorzieningenrechter
) het werk van de Stichting [stichting] voorzet, en wel in het huidige pand. (…) De eerste vijf jaren zal geschonken worden f 100.000,- per jaar, het zesde jaar f 75.000,- en het zevende jaar f 50.000,-. Daarna zal de stichting “selfsupporting” moeten zijn, los van mijn directe ondersteuning. (…) De executie van het testament (verkoop van [adres] ) moet worden opgeschort totdat [eiseres] dit zal aangeven”.
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De bevoegdheid in conventie en in reconventie
6.De beoordeling in conventie
Ontvankelijkheid
“Zoals uit één en ander blijkt beoog ik met dit bewind, naast de administratie en instandhouding van het kapitaal, ook de redelijke belangen van de vruchtgebruiker, waarvoor zo nodig het belang van de instandhouding van het kapitaal moet wijken en waarbij de andere bewindvoerder en de hoofdgerechtigden ernstig met de wensen van de vruchtgebruiker rekening zullen moeten houden en de bewindvoerders uiteindelijk beslissen.”
voor zover nodig verleen ik daartoe met inachtneming van de bewindsbepalingen aan de vruchtgebruiker het recht tot vervreemding der vruchtgebruiksgoederen”.De beslissing of het landgoed moet worden verkocht is dus aan [eiseres] .
De executie van het testament (verkoop van [adres] ) moet worden opgeschort totdat [eiseres] dit zal aangeven”. Hieruit blijkt eveneens dat erflater de beslissing over het wonen op het landgoed en of dit moet worden verkocht heeft willen voorbehouden aan [eiseres] . Daarmee is ook duidelijk hoe zwaar erflater het belang van [eiseres] bij het bewonen van het landgoed heeft willen laten wegen. Voor wat betreft de belangen van de stichtingen: in welke mate sprake is van intering op het nalatenschapskapitaal is door [gedaagde sub 1] niet onderbouwd en door de stichtingen evenmin. Hoewel dat niet op de weg van [eiseres] ligt, heeft [eiseres] hierover onbetwist ter zitting gesteld dat in de afgelopen 14 jaar gemiddeld een bedrag van € 11.643 per jaar is ingeteerd op het nalatenschapskapitaal. De [gedaagde sub 2] B.V. heeft een uitkeringstest overgelegd waaruit blijkt dat er in de [gedaagde sub 2] B.V., naast het ter dekking van de pensioenaanspraken van [eiseres] aangehouden kapitaal, een bedrag van € 222.571 vrij uitkeerbaar is. Bij deze stand van zaken komt de voorzieningenrechter voorshands tot de conclusie dat [eiseres] het ongestoord vruchtgebruik van het landgoed heeft en aan [eiseres] uitkeringen uit het nalatenschapskapitaal dienen te worden gedaan, die haar in staat stellen het landgoed te blijven bewonen en die tegemoetkomen aan de verzorgingsgedachte van erflater.