ECLI:NL:RBMNE:2017:3683
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze wrakingszaak heeft verzoekster op 28 juni 2017 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. D.J. van Maanen, die betrokken was bij een kort geding met het kenmerk C/16/440233 / KG ZA 17/412. Dit verzoek werd behandeld op 7 juli 2017, waarna de wrakingskamer op 12 juli 2017 uitspraak deed. Verzoekster stelde dat mr. D.J. van Maanen een functie bekleedt bij de gedragscode commissie van Bouwend Nederland, en dat deze commissie het bouwbedrijf van haar man had geroyeerd. Verzoekster voerde aan dat dit de onpartijdigheid van de rechter in gevaar bracht. De wrakingskamer oordeelde echter dat het wrakingsverzoek niet tijdig was ingediend, omdat verzoekster al voor de zitting op de hoogte was van de nevenfunctie van de rechter. Hierdoor werd het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Bovendien werd vastgesteld dat verzoekster misbruik maakte van het wrakingsmiddel, aangezien zij een nieuw verzoek indiende op dezelfde dag dat haar eerdere verzoek ongegrond was verklaard. De wrakingskamer besloot dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in dezelfde zaak niet in behandeling zou worden genomen.