Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in / verblijvende te [verblijfplaats] .
Rechtbank Midden-Nederland
Op 21 juli 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van inbraak in een woning te Weesp op 13 januari 2017. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar de rechtbank oordeelde op basis van camerabeelden en getuigenverklaringen dat er voldoende bewijs was voor medeplegen van de inbraak. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vijf maanden geëist, en de rechtbank volgde deze eis, rekening houdend met de ernst van het feit en de recidive van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen de zonnebril van de benadeelde partij had weggenomen door middel van braak. De benadeelde partij vorderde schadevergoeding voor immateriële schade, welke door de rechtbank gedeeltelijk werd toegewezen. De rechtbank legde de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van vijf maanden, met de verplichting tot schadevergoeding aan de benadeelde partij.